boek van vandaag. De integrale tekst van deze feestrede wordt hierna weergegeven.
De ‘Historiek en verwezenlijkingen van de Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen’ werden vervolgens geschetst door redactiesecretaris Dr. L. Voet. De tekst wordt hierna eveneens afgedrukt.
‘Bemerkingen bij een verjaardag’ werden uitgesproken door Groothofmaarschalk Dr. Herman Liebaers: beschouwingen over zijn contacten met Antwerpen en leerzame eigen bevindingen over bibliofilie, een innige getuigenis voor al wie en al wat met het boek te maken heeft, gegeven in fijnzinnige paradoksen en uitgedrukt op de zo spirituële wijze die de spreker kenmerkt en die herhaaldelijk lachsalvo's uitlokte. Hij bracht tevens een warme hulde aan de redactiesecretaris, Dr. L. Voet, conservator van het Museum Plantin-Moretus, die hij met diens illustere voorganger, Max Rooses, vergeleek.
Het ‘Slotwoord’ van Mevrouw Mathilde Schroyens, Burgemeester van Antwerpen, preciseerde de termen bibliofiel en bibliofilie en lichtte de betekenis toe van de Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen voor de stad Antwerpen.
We citeren: ‘Alhoewel de benaming van uw aloude Vereniging nog de dubbele EE, de SCH en de PH draagt, blijkt zij in haar werking allerminst ouderwets. Uw leden zijn niet alleen de snuffelende verzamelaars van oude folianten. Zij zijn met de ontplooiing en de vordering van de wetenschap meegegaan. Zij zijn de onderzoekers naar de geschiedenis van het oude boek, naar zijn relatie met de kunsten en de cultuur, de filologie, de economie, zelfs de ambachtelijkheid, kortom met de mens en gemeenschap. De “Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen” heeft haar taak beperkt tot de studie van het oude boek in de Nederlanden en zich daardoor onder de banier geschaard van het Museum Plantin-Moretus.
Dank zij het wereldbekend tijdschrift “De Gulden Passer” heeft zij de faam van dit museum, als centrum voor de wetenschappelijke studie van het oude boek, helpen uitdragen. De stad Antwerpen is uitermate vereerd door en erkentelijk voor die onbaatzuchtige vriendschap’.