De Gulden Passer. Jaargang 54
(1976)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 72]
| |
Een dankbrief, 19 jaren na dato?
| |
[pagina 73]
| |
bedankbrief zou hebben geschreven 19 jaar na deze eervolle opdracht. Nu moet direct gezegd, dat Hessels volkomen te verontschuldigen is: zijn editie is van 1887 en hij kende het bestaan van deze kaart niet.Ga naar voetnoot2 Bovendien meende Hessels houvast te hebben aan een kaart van Egypte, door Ortelius, uit het jaar 1584. Hij schrijft immers: ‘The date of this letter is probably 1583 as the “simulachra Nili et ipsius Provinciae Aegypti” appear in Ortelius' Theatrum of 1584’.Ga naar voetnoot3 Hessels las dus in deze brief dat Ortelius van plan was een versierde kaart van Egypte uit te geven; hij kende die van 1584Ga naar voetnoot4 en zag nu enige overeenkomst tussen de inhoud van deze brief en de afbeeldingen op die kaart. Daarom dateerde hij de brief dan ook één jaar vóór de uitgave van de kaart, waarschijnlijk in de mening verkerend dat Ortelius in deze fase van voorbereiding niet meer tijd nodig had gehad om tot publicatie te komen. Met dezelfde redenering als die van Hessels is het reeds mogelijk de brief vóór 1583 te dateren: naast Ortelius' wereldkaart bestaat er immers ook diens kaart van Egypte van 1565. Hessels vermoedde wel het bestaan ervan, maar hield daarmee bij zijn datering van Marcus Laurinus' brief onvoldoende rekening.Ga naar voetnoot5 Te meer is dat het geval door wat Marcus Laurinus verder schrijft. Hij is graag tot een wederdienst bereid. Het verheugt hem van hun beider vriend Hubert Goltzius (HUBERTO NOSTRO) te vernemen, dat Ortelius het plan heeft opgevat ook een kaart van Egypte uit te | |
[pagina 74]
| |
geven en hij steunt hem in de mening dat het de kaart ten goede zou komen, wanneer versieringen ontleend aan de outheden der Egyptenaren of aan munten passend zouden worden ingevoegd, zoals bv. afbeeldingen van de Nijl en de provincie Egypte zelf van monumenten uit de oudheid. We zullen zien dat hij Ortelius adviseert nog meer versieringen op te nemen. Hubert Goltzius was een bekwaam numismaat en geschiedkundige, en woonde sinds 1558 in Brugge, waar hij in min of meer vaste dienst stond van Marcus Laurinus, die hem dwars door Europa stuurde om (afbeeldingen van) oude munten en andere oudheden op te sporen en te verzamelen. Dit leidde in de loop der jaren tot enige publicaties. Goltzius kan inderdaad tot één van Ortelius' vrienden gerekend worden. Aan hem droeg Ortelius zijn kaart van Azië (1567) op. Welnu, Goltzius overleed op 24 maart 1583Ga naar voetnoot6 en hoewel dit gegeven op zichzelf niet doorslaggevend is, komt Hessels' datering daarmee wel aan de rand van de mogelijkheden. Maar er is meer en wel dank zij een vergelijking van de versieringen die Ortelius op de kaarten van 1565 en 1584 aanbracht. Allereerst valt dan op, dat de enig uitzonderlijke versiering op de kaart van 1584, de afbeelding in de zuidwest hoek, ten opzichte van die van 1565 vrij sober is. Des te opvallender, omdat Marcus Laurinus aan het slot van zijn brief Ortelius een hele rij suggesties aan de hand doet van ter versiering op te nemen afbeeldingen, nl. van de Hippopotamus, de Ibis, de Cynocephalus, de Apisstier, de Canopus, de Sphinx, de Krokodil, de Papyrus en van nog andere eigenaardigheden van dit land. Deze zaken komen op de kaart van 1584 weinig aan bod. Waarom zou Ortelius het advies van de hem gunstig gezinde en ter zake kundige Marcus Laurinus naast zich neer hebben gelegd, te meer omdat een nog fraaiere kaart de verkoop slechts ten goede zou zijn gekomen? Wanneer we nu de versieringen op de kaart van 1565 bekijken, zien we naast een overvloed van kleine ornamenten op de afbeelding in de zuidwest hoek: hiërogliefen, twee Sphinxen, de Apisstier, | |
[pagina *7]
| |
Abr. Ortelius, kaart van Egypte, ca. 1565 (detail).
Fotodienst R.U. Groningen. | |
[pagina 75]
| |
de Canopus, de Cynocephalus en een allegorische voorstelling van de Nijl. Ortelius heeft kennelijk en zichtbaar (zie illustratie) Marcus Laurinus' aanwijzingen gevolgd. De datering van deze brief door Hessels is dan ook niet juist en kwam voort uit het feit dat hij de kaart van 1565 niet kende. De brief wordt veel begrijpelijker, wanneer we hem betrekken op Ortelius' aan Scipio Fabius opgedragen kaart van 1565: Marcus Laurinus bedankte Ortelius kort na de verschijning van de hem opgedragen wereldkaart (1564) en niet 19 jaar nadien; Goltzius was toen nog volop actief en niet slechts zes weken van zijn overlijden verwijderd; gelet op de versiering kan de brief beter in verband gebracht worden met de kaart van 1565 dan met die van 1584; en Marcus Laurinus kan deze brief niet in 1583 hebben geschreven, want hij was reeds kort vóór 13 november 1581 te Calais overleden.Ga naar voetnoot7 Ortelius' wereldkaart werd in 1564 uitgegeven, terwijl volgens deze brief diens kaart van Egypte nog moest verschijnen. Hij moet dus in de tussenliggende maanden zijn geschreven; daarmee hebben we twee mogelijkheden: 10 febr. 1564 of 10 febr. 1565. De tweede datum verdient de voorkeur, want deze leidt tot een tweetal gevolgtrekkingen: 1. Ortelius heeft enige tijd na de publicatie Marcus Laurinus een exemplaar van zijn wereldkaart doen toekomen en werkte toen reeds aan zijn nieuwe kaart van Egypte; 2. deze brief is organisch en meer vanzelfsprekend verbonden met de inhoud van de brief van Scipio Fabius aan Ortelius. Immers in deze brief van 14 april 1565 is er eveneens sprake van, dat Ortelius een kaart van Egypte voorbereidt.Ga naar voetnoot8 Het rechtzetten van de datum van deze brief heeft om tweeërlei | |
[pagina 76]
| |
reden zin: te velen reeds namen Hessels' foutieve datering overGa naar voetnoot9 en wat belangrijker is: de brief vindt een juistere plaats in het geheel van de zestiende- en zeventiende-eeuwse ‘Egyptologie’, een onderwerp dat juist in onze tijd nadere bestudering vindt en juist in de Nederlanden een belangwekkende aanvang nam, o.a. bij Ortelius. |
|