Boekbespreking
H. van Krimpen, Boek over het maken van boeken, Arnhem, Van Loghum Slaterus, 1966, 416 blz., ill., gebonden, fl. 49.
Het is wellicht een gemeenplaats te beginnen met de mededeling dat dit boek een lacune vult. Ik kan nochtans geen andere aanhef bedenken welke dit prettig leesbare boek van Huibert van Krimpen recht aandoet. Terwijl er in het Engels (O. Simon, H. Williamson), in het Duits (J. Tschichold), in het Frans (A. Javet-H. Matthey) goede of behoorlijke inleidingen bestaan tot de discrete kunde van het boeken maken, hadden wij voor het Nederlandse taalgebied slechts inleidende brochures of summiere vakboeken over dit onderwerp. ‘Hadden’, schreef ik, want nu is in deze leemte voorzien door deze publicatie.
Gewonnen en geboren in boekbedrijf - zelden kan men deze uitdrukking met meer recht gebruiken - deelt de auteur zijn grote kennis mee over de wijze hoe een boek wél, en hoe een boek niét tot stand kan komen. Hij deelde daartoe zijn stof in twee grote delen in. Ten eerste, de middelen, dit zijn de letters, de verschillende zet- en druktechnieken, het papier. Ten tweede het doel, dat de verschillende étapes beschrijft die een boek in wording doorloopt. Het gaat hier over de formaatbepaling, de zetinstructie, de kopijvoorbereiding, het drukproeven lezen, het ontwerpen voor de verschillende soorten boeken (het ‘platte’ boek, poëzie, het geleerde boek, het kijkboek); dit eindigt met een hoofdstuk over de binder en co-productie met verschillende drukkers.
Deze saaie opsomming (van ondergetekende) is in flagrante tegenstelling met de preciese en treffende inhoud van dit boek, dat - grote verdienste en hoge zeldzaamheid - zeer onderhoudend, ja plezierig, geschreven is.
Summa summarum, de inhoud is goed, de stijl is aangenaam, de uiterlijke presentatie perfect. Alleen de grijze band en wikkel mocht voor mijn gevoel meer in overeenstemming wezen met de onderhoudende toon van de inhoud.
De overvloedige, duidelijke illustratie in twee kleuren helpt zeer om het betoog - wanneer dit ook al eens technisch wordt - te volgen. Men kan dit werk derhalve aanbevelen niet alleen voor alle boekverzorgers, niet alleen voor alle grafische ontwerpers, voor wie het een ‘livre de chevet’ zal worden, maar ook voor iedereen - auteur, drukker, bibliofiel, bibliothecaris of gewoon lezer - die iets met de productie van een boek te maken heeft of er door geïnteresseerd is. Hij zou zich moeilijker een betrouwbaarder en aangenamer gids kunnen wensen.
H.V.