De Gulden Passer. Jaargang 24
(1946)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[De Gulden Passer 1946]Een handel in pennen en papier te Antwerpen einde XVIIIe, begin XIXe eeuw.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 2]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.J. Wouters vertrok op 23 November 1778 naar China en vestigde zich te Kanton. Hij kwam terug te Antwerpen in 1788 en huwde er op 12 Juni 1792 Dame Anna Cornelia van Beeck van Wuustwezel. Twee dagen later, namelijk op 14 Juni 1792, neemt A.J. Wouters in het ‘sterfhuys’Ga naar voetnoot(3) van wijlen Theod. de Cort de goederen over die deel uitmaken van de erfenis van dezen laatste, te weten:
Tezelfder tijd betrekt A.J. Wouters van het huis Maria Crombosch en Cie, Amsterdam, 30.000 pennen (in een mand ontvangen met schipper Poot) en papier van Cornelis, Adriaan, Gerrit Honigh uit Zaandijk met beurtman Van der Maden. Hiermee steekt A.J. WoutersGa naar voetnoot(5) van wal en het faktuur-kopieboek dat hij ons nagelaten heeft toont aan dat zijn handel in papier, pennen, was en lak, zeer actief geweest is en dat hij uitgebreide relaties bezat in zijne branche. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit faktuur-kopieboek begint op 15 Juni 1792 met de fakturen van bovenvermelde pennen, papier en ‘cires d'Espagne’ en loopt tot 30 December 1813. Kopieboeken voor fakturen van lateren datum waren in de nagelaten documenten niet aanwezig. De verhandelde waar bestond uit: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PennenZware pennen en gewone pennen, Friesche, Deensche en Pommersche pennen, zwanepennen, ruwe schachten, zware schachten, enkele, dubbele en beste schachten, bouten (in 't Fransch: bouts d'aile, in 't Duitsch: Boudellen). Deze pennen werden betrokken uit Amsterdam, Rotterdam, Brussel, Dusseldorf, Breda, Venlo, Sittard, Hamburg, Danzig, Remscheid, Barmen. De prijzen liepen ver uiteen: de pennen golden bij de overname van de stoks van wijlen Theod. de Cort: 1.11½ fl Br Ct per duizend tot 90 fl Br Ct per duizend! Zwanepennen waren het duurst. De pennen uit Holland brengt schipper Poot mee die ook wel eens een keer grauw inpakpapier bezorgt dat hij zelf hier en daár onderweg inkoopt voor rekening van A.J. Wouters. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PapierAllerlei soorten in diverse prijzen van fijn schrijfpapier tot inpakpapier. Plaatsen van herkomst zijn: Brussel (per beurtman ordinaire), Gent, Amsterdam, Wormerveer, Zaandijk, Andenne, Hoei, Dendermonde, Duren, Dinant, 's Hertogenbosch, Saventhem, Luik, St. Léger, Crainhem Luxemburg, Dordrecht, Keulen, Mechelen, Dworp, Parijs. Tusschen de leverancies komen namen voor die thans in den papierhandel nog steeds goed gekend zijn, zooals Godin te Hoei en de Meurs te Brussel. Als leverancier van grauw papier of inpakpapier komt niet alleen schipper Poot voor, maar ook Pieter Tomme ‘voerman in den Bosch’Ga naar voetnoot(6). Wij leiden hieruit af dat dit soort papier door kleine, onaanzienlijke luidjes vervaardigd werd zonder handelsrelaties.
LAK EN WAS, (zegellak of lak voor het stoppen van flesschen) komen uit Luik, Amsterdam, Bergen-op-Zoom, Parijs. Als soorten kunnen we vermelden: superfine, parfumée, à odeurs, fine, ordinaire, cire à bouteilles, enz. Men kon kiezen tusschen de kleuren: rood, zwart, goud, brons, groen, geel, oranje, bruin, doorschijnend, wit, koningsblauw, hemelsblauw, parelgrijs, karmijn rose, lila, violet, chamois, enz. (Sommige circulaires van fabrikanten vermelden 150 varieteiten!). De pennen komen voornamelijk uit Hamburg, het goede papier uit Holland; voor lak en was kwam vooral in aanmerking de Fabrique de Piret & Lefebvre te Luik, met depots te Parijs, Amsterdam en Bremen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verder komen voor: OUWELTJES, (voor 't sluiten der brieven die in dien tijd nog niet onder omslag verzonden werden) Het gebeurt ook wel dat artikelen hierboven vermeld, aangekocht worden bij andere kooplui in dezelfde waren te Antwerpen. Wij laten hier een afdruk volgen van een prijs courant van het Huis A.J. Wouters voor pennen uit 1803 (volgens aanteekening op de rugzijde) met prijzen uitgedrukt in Brabantsche guldens en een prijs courant voor pennen van het huis Van der Sande en Brest van Kempen te Breda (zonder aanduiding van jaartal) met prijzen in Hollandsche guldens ‘Vrij van rechten en Franco Antwerpen’. Wij geven hier ook een afdruk van een stroobriefje op zegel de aankomst in Antwerpen verkondigend van citoyen Ducy die buitengewoon fijne pennen te koop heeft. (A.J. Wouters had ook pennenleurders onder zijn cliënteele).
De handel van de firma A.J. Wouters is zeker voorspoedig geweest. Wij zien in de nagelaten papieren dat van 1795 tot 1800 verfraaiingen en verbouwingen aan het huis der Korte Nieuwstraat aangebracht worden: Joannes Vrindts met zijn gasten Coben en Piet ‘schilderen het uithangbord’. Timmermans, steenhouwers, loodgieters en metselaars voeren allerhande werkzaamheden uit; de menschen worden betaald naar de loonbarema's van den tijd en krijgen daarbij van den huisheer de noodige potten bier. Metser J. Tempelers en zijn diender Bert werken ‘7.½ dagh’ en krijgen gedurende dien tijd 18 potten bier. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Af en toe geeft A.J. Wouters, die ook Tresorier is van den Polder van Lillo, ‘tractementen’. Zoo vinden wij in een rekening (zonder jaartal) van ‘Francis Verhagen: Rekeninge voor Mijn heer Wauters van een tractement dat hij gedaan heeft op den 24 Mij twelf man gegeven de maeltijdt met den onbeijd à 7 stuyvers per man: 4-4Ga naar voetnoot(7) daarbij 9 kreften, disseer, 36 potten weijn en 11 potten bier’. De Woutersen bekleedden zeker een vooraanstaande plaats bij de gegoede Antwerpsche burgerij. Zoo niet zouden wij geene aanbeveling gevonden hebben als hierna aangehaald, voorkomend op een rekening van Piret en Lefebvre uit Luik van 12 Februari 1828 gericht aan A. Wouters (tweede zoon en opvolger van A.J. Wouters): ‘P.S. Nous avons pris la confiance de vous adresser notre jeune compatriote L. Massart, violoniste distingué: il se rend à Lahaye et désire se faire entendre en votre ville à son retour. Nous espérons que vous daignerez l'accueillir comme son talent le mérite.’ Natuurlijk liep niet altijd alles vlot van stapel en kwamen er wel eens kwade zaken ten berde. Vóór 1815 vinden wij een convocatie voor ‘des propositions à faire’ door Bernard Maes op 10 Mei in Café de l'Empereur bij ‘le sieur Peeters.’ In 1820 wordt A.J. Wouters ‘admis au passif de la faillite de J.E.F. Scheerders Schobbens tot een bedrag van fl. P.B. 62,98. In 1806 was A.J. Wouters betrokken in het faillissement van Veuve Lesens Froissart et Fils te Valenciennes. In 1819 worden in deze zaak nieuwe ‘syndics’ genoemd en hebben we hier zeker met geene voordeelige liquidatie te doen. De interessantste zaak (uit ons oogpunt maar waarschijnlijk niet uit het oogpunt van A.J. Wouters) was wel de affaire Lawson Ure & Co: Op 18 April 1815 komt de Antwerpsche makelaar Jos. Osy op het kantoor van A.J. Wouters met de firmanten van Lawson Ure & Co uit Glasgow en deelt mede dat deze Heeren papier, pennen en zegellak van allerhande soorten wenschen te koopen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Osy zegt dat het om een belangrijke partij zal gaan en dat Wouters zijn laagsten prijs moet berekenen, want zoo de klienten tevreden zijn, zullen ‘de très fortes commandes’ volgen. Osy zal voor hunne rekening tegen faktuur betalen. De koopers vragen stalen en deze worden hen 's anderendaags bezorgd. Op 23 April brengt een van de Engelsche Heeren de stalen terug, doet een belangrijke bestelling en zal alles laten halen. Drie dagen later worden de Heeren verwittigd dat de bestelling gereed is. Op 2 Mei wordt alles afgehaald en faktuur verzonden op naam van ‘Lawson, Ure & Co chez Monsieur Osy En Ville’, voor een bedrag van Fr. 2385,83. Lawson, Ure en Co zijn de schuldenaars en Osy blijft garant. De goederen worden aan boord genomen van de ‘Flora’, schip dat in de Antwerpsche haven ligt, en dat aan Lawson, Ure & Co of aan Osy schijnt toe te hooren. Bevelhebber aan boord is Kap. Corren. Pas eenige dagen later blijkt het dat Osy over den kop gaat! De ‘Flora’ is nog niet vertrokken, de geleverde koopwaar is nog in 't schip en nu wordt er aanstonds (11 Mei 1815) een ‘Requête’ gericht tot ‘Monsieur le Président du Tribunal de Commerce’ te Antwerpen om beslag te mogen leggen op de goederen ‘la solvabilité du Sieur Osy ne présentant plus à l'exposant la garantie sous laquelle il a traité’. ‘Monsieur le Président’ geeft toelating de zaak dadelijk voor de rechtbank te brengen en den zelfden dag legt Advokaat Dominique Ogez beslag op de lading van de Flora en wel voor rekening van drie Antwerpsche firma's, te weten: Van Geetruyen, Van Geetruyen-Van den Dries en A.J. Wouters. In een ‘extrait’ in datum van 16 Mei 1815 van de ‘audiences publiques du Tribunal de Commerce de mer et de terre séant à Anvers chef lieu du département des deux Nêtes’ lezen wij: ‘Entrent Messieurs Bisschop Basteyns, Président, Albert Cogels Juge, Pierre Gabriel Coste Juge suppléant et Capet commis greffier, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d'eux de présent à Anvers, logé chez l'huissier Van Berckelaer rue de la bourse’. ‘Maitre Ogez avocat agréé par le Tribunal’ leest exploot van deurwaarder ‘Jean Adrien Albert Delanghe admis à ce Tribunal’, strekkend om de veroordeeling te bekomen van verweerders tot het betalen van Fr. 2355,83 voor papier, pennen en was hun verkocht en geleverd en waarop beslag gelegd werd aan boord van het schip La flore, Kapitein Corren en ‘voir dire’ dat het beslag zal geldig blijven tot volledige afbetaling of verkoop van de goederen. Meester Nanteuil ook ‘avocat agréé’, bij wie verweerders domicilie gekozen hebben, besluit voor hen dat ze loochenen kennis te hebben van de beslagname daar hen geen exploot beteekend werd, en dat ze stellig loochenen met den aanlegger gecontracteerd te hebben nopens de goederen in kwestie. Zij loochenen ook, voor zoover als noodig, dat de goederen hen zouden verkocht of geleverd geworden zijn. En besluiten dienvolgens ‘à non recevoir du demandeur avec les dépens’. ‘Maitre Ogez’ vraagt het bewijs te mogen leveren van de door verweerders geloochende feiten. Het Tribunaal verwijst partijen voor ‘Monsieur Pierre Gabriel Coste Juge suppléant’ op later aan te duiden dag en uur. Op 19 Mei 1815 heeft een nieuwe zitting plaats met de zelfde aanwezigen. Ogez vraagt dat gezien ‘Messieurs Lawson et compagnie de Londres’ gedaagd zijn tot betaling van het bedrag eener faktuur den verkoop vermeldend door aanlegger aan gezegde Sieurs Lawson et Compagnie van
en deze den verkoop en de levering geloochend hebben, vraagt dat ‘en terme de preuve enz les dits Sieurs Lawson, Ure et leur associé fils de ce dernier’ te ondervragen nopens volgende feiten en artikelen op te bepalen dag en uur en citatie ‘par huissier commis’. Volgen dan 18 artikelen waarin de feiten vast- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gelegd worden, die wij hooger reeds verhaalden. Uit de twee laatste artikels blijkt het dat verweerders zonder meer beweren eigenaars te zijn van de goederen die de lading van het schip uitmaken en er niet in toestemmen dat de goederen die zich aan boord van gezegd schip bevinden ‘soient remises aux demandeurs’. Het Tribunaal beveelt nu dat ‘les Sieurs Lawson, Ure et leur associé, fils de ce dernier, seront tenus de répondre en personnes, précisément et pertinemment aux faits et articles ci-dessus mentionnés ainsi qu'à ceux sur lesquels le Juge ci-après nommé trouvera bon de les interroger d'office, aux jours et heure à indiquer’. In datum van 3 Juni 1815 vinden wij nu een Requête van Ogez ‘pour procéder à l'interrogatoire’. ‘Le Juge ordonne que l'interrogatoire aura lieu le 10 Ct.’ In datum van 17 Juni 1815 stelt een stuk vast dat op 10 Juni de ondervragingen niet konden plaats hebben en bij akkoord van partijen op 17 Juni bepaald werden. ‘Comparaissent Me Ogez et Me Nanteuil’ die doet opmerken dat ‘Ure père n'est pas partie en cause’ daar hij niet in de stad was op datum van de citatie en dat Lawson en Ure (zoon) bereid zijn te antwoorden, maar ‘n'entendent pas la Langue Française’ en dat zij vragen dat de antwoorden in 't Engelsch met de vertaling van den tolk in 't proces-verbaal zullen geschreven worden. Ogez heeft zich teruggetrokken na lezing van zijn requête. Nanteuil en Ure fils trekken zich ook terug en de ondervraging van Lawson door het Tribunaal begint na eedaflegging van ‘Charles Brequigny Courtier de Navires’ die als tolk optreedt, en na eedlaflegging, op den bijbel, door Lawson.
Ziehier de vragen en de antwoorden: Première question: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deuxième question:
Troisième question:
Quatrième question:
Cinquième question:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sixième question:
Septième question:
Huitième question:
Neuvième question:
Dixième question:
Onzième question:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Douzième question:
Treisième question:
Quatorizième question:
Quinzième question:
Seizième question:
Dix-septième question:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dix-huitième question:
Lawson trekt zich terug en Ure fils wordt binnengebracht, legt den eed op den bijbel af en wordt ondervraagd:
De zelfde vragen worden gesteld en Ure fils antwoordt:
Op 4 Met 1816 verschijnen de partijen opnieuw voor het ‘Tribunal de commerce de mer et de terre séant à Anvers capitale de la Province du même nom’ bestaande uit: ‘Albert Cogels Juge faisant fonction de Président, Joseph Serruys et | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pierre Gabriel Coste aussi Juges et Firmin Emmanuel Capet commis greffier’. Wij lezen in het Extrait des feuilles des audiences publiques etc. nopens deze zitting: ‘Considérant que d'après l'aveu des défendeurs, consigné dans leur réponse ‘à la dix-huitième et dernière question du procès-Verbal d'interrogatoire ‘sur faits et articles, en date du dix huit Juin dix huit cent quinze, ‘qu'ils sont intéressés aux Marchandises qui sont à bord du Navire dont ‘il s'agit, avec le Sieur Osy, et que, par conséquent, ils ne pouvaient pas ‘consentir à rendre ces Marchandises, par ces motifs et vu le proces Verbal ‘surappelé, enregistré... etc. In datum van 22 Augustus 1817 vinden wij een huissiers exploot waarbij beslag gelegd wordt, ten voordeele van A.J. Wouters op gelden bij huissier Persoons berustend, voortkomend van den gerechtelijken verkoop ‘contre les sieurs Lawson Ure & Co pour sureté de la créance de Fr. 2385,83 ou F1 PB 1110,13 plus Fr. 400 of fl PB 189 of meer voor proceskosten. In datum van 3 Oktober 1817 komt een kopij van quittancie voor van Van Geetruyen: ‘reçu de Mr Persoons Fr. 1538.- qui sont restés entre ses mains provenant de la vente des marchandises et étant pour compte de M.A.J. Wouters. Vermoedelijk was dus Van Geetruyen geprivilegieerde schuldeischer en vischt A.J. Wouters achter 't net. Er komt nog wel een Vonnis door de Handelsrechtbank geveld op 3 Oktober 1817 waarin na lange ‘préambules’ en het citeeren van alles wat voorafgaat, na pleidooien enz.: ‘Le Tribunal condamme les susdits sieurs Lawson Ure et Compagnie et par corps à payer au demandeur etc’ maar op 29 April 1818 krijgt A.J. Wouters een rekening thuis van Ogez tot een beloop van Fr. 672,89 waarvan Fr. 150.- voor honorarium. Een begeleidend schrijven zegt: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Comme il n'i à plus rien à retirer dans le moment de votre créance à ‘la charge de M.M. Lawson Ure & Co puisque le produit du navire n'a ‘pas suffit pour paijer les privilégiés, je vous envoijs vos pièces avec mon ‘compte. Toch gaf A.J. Wouters de zaak nog niet op, want in Juni 1823 zal hij nog beslag laten leggen op gelden in bezit van Josephus Tobias Verheyen in zijne kwaliteit van liquidateur van de insolvente boedel van den Heer Josephus Osy, maar of hier een tastbaar resultaat bereikt werd konden wij niet vernemen. A.J. Wouters overleed te Antwerpen op 24 Okober 1823 en werd begraven extra-muros op het kerkhof van St. Willibrordus. |
|