De Gulden Passer. Jaargang 16-17
(1938-1939)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
[Voorbericht]L.S.,
Op 15 Juli 1939 werd de vijf en twintigste verjaring van het overlijden van Dr Max Rooses, den eersten Conservator van het Museum Plantin-Moretus, plechtig herdacht. De Redactie van ‘De Gulden Passer’ maakt van deze gelegenheid dankbaar gebruik om zich aan te sluiten bij de hulde die gebracht werd aan de nagedachtenis van dezen grooten geleerde, die in 1877, samen met P. Génard, de Maatschappij der Antwerpsche Bibliophilen stichtte, en van 1908 tot 1912 het secretariaat, en van 1912 tot 1914 het voorzitterschap van deze vereeniging waarnam. Zijn uitgebreide kennis en zijn onverdroten werkkracht heeft hij steeds met de meeste bereidwilligheid ten dienste gesteld der vereeniging, die onder zijn leiding een periode van even intense als vruchtbare activiteit heeft gekend. En niet alleen wijdde hij zich met voorbeeldige toewijding aan deze taak, maar hij liet ook, naast enkele bijdragen in het Bulletijn der Antwerpsche BibliophilenGa naar voetnoot1), verscheidene boekdeelen verschijnen in de reeks der Uitgaven van de VereenigingGa naar voetnoot2). Daarom stelt de Redactie van ‘De Gulden Passer’ er prijs op het tweede boekdeel van den jaargang 1938/1939 geheel aan Dr Max Rooses te wijden. Dit volume bevat vooreerst den volledigen tekst der toespraken, | |
[pagina 6]
| |
tijdens de Plechtige Academische Zitting in het Museum Plantin-Moretus, op Zaterdag 15 Juli 1939, gehouden door de Heeren Dr. J. Denucé, Prof. Dr A.H. Cornette en Emm. de Bom, alsmede de korte inleiding uitgesproken door Dr H.F. Bouchery. Vervolgens komt de tekst van de rede, ter gelegenheid van de opening der tentoonstelling ‘Max Rooses-Herdenking’ in het Stedelijk Prentenkabinet, eveneens op 15 Juli 1939, uitgesproken door den Heer A.J.J. Delen, Conservator van voornoemde instelling. Dan volgen drie redevoeringen, bij de ter aarde bestelling van Max Rooses, op 17 Juli 1914, uitgesproken door Prof. Dr Paul Fredericq, Pol de Mont en Dr Lodewijk de RaetGa naar voetnoot3). Wegens het uitbreken van den oorlog konden deze teksten toen niet worden gepubliceerd. De Redactie is er van overtuigd dat deze getuigenissen van drie vrienden van Max Rooses op gelukkige wijze dezen bundel aanvullen en dankt den Heer Dr J. Denucé voor de bereidwilligheid waarmee hij haar de handschriften, die in zijn bezit waren, in bruikleen heeft afgestaan. Ten slotte, in het opstel over Max Rooses' correspondentie, wordt, als het ware, het woord aan den herdachte zelf gelaten: de aangehaalde brieven leggen getuigenis af van Rooses' opvatting over zijn taak als Conservator van het Museum Plantin-Moretus. |
|