De Gulden Passer. Jaargang 9
(1931)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |||||||||||
[Nummer 1]De huidige stand van de studie der geschiedenis van de boekdrukkunst in BelgiëGa naar voetnoot1)
|
1. | Bronnen. |
2. | Historische werken over de drukkunst en hare ontwikkeling hier te lande. |
* * *
Het gaat er hier niet om de bibliografie van de geschiedenis van het Belgisch boekdrukwezen. In eenige breede trekken willen we den inventaris maken van het reeds niet onaardig bezit, dat gemakkelijk de vergelijking kan doorstaan met wat andere landen hebben. In bijzonderheden kan hier natuurlijk niet getreden worden, dit
gaat buiten het kader van een congresbijdrage. De bibliografie van het drukwezen in België, die we in voorbereiding hebben, zal dit alles aandikken en nog beter de gapende leemten doen inzien, die de aandacht der geschiedvorschers van het boek hier te lande en in Nederland waardig zijn.
Bronnen.
Voor den incunabeltijd en den postincunabeltijd zijn we aangewezen op gemeengoed en voor Nederland en voor België. De Nederlanden vormen voor wat de drukkunst betreft gedurende de eerste honderd jaar na hare toepassing alhier een geografisch geheel.
Voor de tijdspanne 1472-1500 mogen we eerst verwijzen naar het bronnenwerk van CampbellGa naar voetnoot1) met zijne vier supplementen, nog volledigd door den Engelschman ProctorGa naar voetnoot2) en den Duitscher VoullièmeGa naar voetnoot3), naar dit van HoltropGa naar voetnoot4), BradshawGa naar voetnoot5) ConwayGa naar voetnoot6) KronenbergGa naar voetnoot7) e.a., dat ons toegelaten heeft voor de Commissie
van den Gesamtkatalog der Wiegendrucke te verschijnen met een bijna volledig materiaal.
Voor de periode 1501-1540, wat we heeten den postincunabeltijd, staat ons als bron ten dienste het prachtig benedictijnerwerk van W. Nijhoff en M.E. KronenbergGa naar voetnoot1), dat getuigt van noeste vlijt en groote wetenschappelijke onderlegging, en een voorbeeld uitmaakt van wetenschappelijke methode.
De Nederlanden kunnen er op bogen dat zij het eerste land zijn, waar de studie der postincunabelen zulke groote vlucht heeft genomen.
Het is de voortzetting voor de 40 eerste jaren der 16e eeuw van het werk van Campbell. Moeilijk, zeer moeilijk werk, wanneer men in acht neemt dat een zeker aantal van deze jaren gepaard gaan met het begin der godsdienstige twisten in onze landen en men ook ijverig van de opkomende pers gebruik heeft gemaakt om allerlei boekjes en pamfletten te drukken die de nieuwe theorieën verkondigden, boekjes en pamfletten des te moeilijker te vinden op onze dagen, daar ze door de overheid als subversief opgezocht werden, en dan ook in vele gevallen de bijna gansche oplaag vernield is geworden.
Verder dient ook in aanmerking genomen dat deze werkjes in 't algemeen van klein formaat en kleinen omvang waren, wat hun verdwijnen in de hand werkte.
Hier en daar zijn er gelukkiglijk exemplaren door de mazen van het net geslibberd, en juist het opzoeken dezer heeft aan den heer Nijhoff en aan Juffrouw Kronenberg zoo oneindig veel tijd en inspanning gekost, en vraagt nog immer al hunne aandacht. Het kommentaar, die de bijgevoegde lijstenGa naar voetnoot2) voorafgaat, geeft duidelijk de maat van al de wederwaardigheden en moeilijkheden, waarmede de opzoekingen naar zestiendeeuwsche boekwerken gepaard gingen, die ieder ander dan beide geleerden reeds lang had doen afschrikken, en aan het standaardwerk, door hen opgericht, nog oneindig meer waarde geeft.
In het zwaar deel, dat tot nogtoe verscheen, zijn 2221 boeken beschreven. Naar de aanwijzingen van Juffrouw Kronenberg zelf
in de door haar uitgegeven AanvullingenGa naar voetnoot1) verstrekt, zijn haar buitendien de titels van omtrent 1800 andere Nederlandsche drukken uit hetzelfde tijdvak bekend. 1379 nieuwe beschrijvingen zullen het voorwerp uitmaken van het eerste bijvoegsel.
Het gaat niet op het werk van Nijhoff-Kronenberg te vermelden, zonder ook het prachtig nevenwerk te vernoemen: L'Art typographique dans les Pays-BasGa naar voetnoot2) dat de natuurlijke vollediging is van het eerste, door zijn oneindig talrijke en kostbare reproducties, die een arbeidsmateriaal van eerste gehalte uitmaken.
Zeker kan hier of daar aan de geleerde beschrijvers van de Nederlandsche Bibliografie 1500-1540 nog wel een druk ontsnapt zijn: we gelooven echter dat ze weinig in aantal zijn. Dit vermindert de waarde van het werk in niets. Zij die aan bibliografie doen, weten dat Supplementen en Complementen voor werken van dien aard immer voorkomen en dat onvolledigheid een factor is, waarmede elke bibliograaf dient af te rekenen.
Het ligt in onze bedoeling niet de Bibliotheca BelgicaGa naar voetnoot3) onverdiende kritiek toe te werpen. Doch voor wat de geschiedenis der drukkunst betreft, kan het werk van Vander Haeghen en zijne medewerkers minder diensten bewijzen. Alleen zijne Marques typographiquesGa naar voetnoot4) zijn van groot nut. Want, met al de werkkracht die
Vander Haeghen en zijne assistenten kenmerkte, was het eene utopie al de boeken in de Nederlanden verschenen, of door schrijvers van Nederlandschen of Belgischen oorsprong zelfs buiten onze grenzen uitgegeven tot ± 1800 te willen beschrijven. Het is eene vingerwijzing voor hen die zich aan eene al te grootscheepsche onderneming willen wagen.
Bij gebrek aan algemeene bibliografies, moeten we ons behelpen met regionale en plaatselijke, voor wat betreft de perioden gaande van 1540 tot op het midden der vorige eeuw.
GentGa naar voetnoot1) en MonsGa naar voetnoot2) deelen de eer de eerste Belgische steden geweest te zijn die een lokale bibliografie bezitten. Vander Haeghen en Rousselle's werken gingen beiden onder de pers in 1858. Eene vlaamsche en eene waalsche stad vonden beiden hun bibliograaf.
Eens het voorbeeld daar, was het zeker dat de werklust van andere bibliografen en bibliofielen zou geprikkeld worden. En zoo zien we beurtelings verschijnen de werken van:
D.J. Vander Meersch over AudenaardeGa naar voetnoot3); |
X. de Theux over LuikGa naar voetnoot4); |
A. Diegerick over Yper.Ga naar voetnoot5); |
E. Desmazières over DoornikGa naar voetnoot6); |
F.D. Doyen over Namen en het oude graafschap van dien naamGa naar voetnoot7); |
J. Broeckaert over DendermondeGa naar voetnoot1); |
H. Cordemans-De Bruyne over Mechelen, dat echter onvoltooid bleefGa naar voetnoot2); |
Th. Goffin over LierGa naar voetnoot3). |
Verscheidene dezer geven ook een overzicht van de geschiedenis der typographie in de localiteit die zij behandelen en biografische nota's nopens hunne drukkers ontbreken niet. De drukkersmerken zijn in 't algemeen ook niet vergetenGa naar voetnoot4).
We stellen dus vast dat zes Vlaamsche steden hunne bibliografie alvast tot in het midden der 19e eeuw hebben, alsook vier Waalsche. Voor wat de belangrijkheid van hun drukwezen aangaat, zijn het localiteiten van tweeden en derden rang. Daar tegenover staat dat steden van eersten rang lijk Antwerpen en Leuven, van tweeden rang lijk Brussel en Brugge, nog zelfs op geen gedeeltelijke bibliografieën kunnen wijzen. Die leemte dient aangestipt.
Algemeene werken.
Toen J.B. Vincent zijn ‘Essai sur l'histoire de l'Imprimerie en Belgique’Ga naar voetnoot5) samenstelde, verontschuldigde hij zich, en met reden, geen volledige geschiedenis der drukkunst in ons land te kunnen geven. Zijn doel was alleen ‘de faire un simple exposé de la marche ascendante et descendante de cet art depuis son introduction dans notre pays jusqu'à la fin du siècle dernier’.
En misschien wel waren de bijdragen over de drukkersgeschiedenis sinds 1845 in ‘Le Bibliophile belge’ verschenen daar niet vreemd aan. Waarschijnlijk dacht J.B. Vincent, dat de voorbereidende studie genoegzaam gevorderd was om in groote trekken zijn ‘Essai’ te borstelen, of liever om eene lijst op te maken van de aan hem bekende drukkers, waarvan hij zekere drukwerken kende, en die hij de moeite waard achtte om voor te komen in zijn opstel. De weinige biografische nota's, die in zijn bezit waren, heeft hij er dan ook ingewerkt. J.B. Vincent was een proeflezer, geen historicus. Hij heeft even geschetst, zonder zich veel te bekommeren om de vergissingen en de leemten die in zijn werk voorkwamen. Dit wordt nu niet meer geraadpleegd.
Veel is er ook niet te zeggen over het werk van Ch. RuelensGa naar voetnoot1) als onderdeel van Patria belgica uitgegeven. Het houdt zich meer bezig met den gedachtenstroom die de bij ons gedrukte werken kenmerkt. Ruelens heeft het vooral op den inhoud der gedrukte werken in verband met de beschavingsgeschiedenis en den invloed door bestaande politieke en intellectueele toestanden op het boek uitgeoefend. Zijn betoog is zeker niet van vooroordeelen vrij te pleiten.
Omtrent eene halve eeuw later in 1922, vatte het Musée du Livre te Brussel, het denkbeeld op eene nieuwe ‘Histoire du Livre et de l'Imprimerie en Belgique, des origines à nos jours’Ga naar voetnoot2) uit te geven.
De vraag is of dit nieuw werk wetenschappelijk opgevat is, en of het in zijn geheel aan de beschouwingen van een wetenschappelijke kritiek weerstaat. Principiëel vormt het een stel conferenties gegeven in het Musée du Livre door gezaghebbende kenners van het drukwezen in België en zijne geschiedenis. Deze conferenties houden een logisch verband met elkander, zonder evenwel alle onderdeelen van de boekdrukgeschiedenis in België te behandelen. Herzien en uitgebreid, zijn ze gedrukt geworden, bijna zonder
wetenschappelijk apparaat, met schaarse referenties en bibliografie [deel 5 doet zich onder dit opzicht beter voor], maar opgeluisterd door een aantal in 't algemeen goed gekozen afbeeldingen.
Het getuigt natuurlijk van goede methode, elk onderdeel afzonderlijk te doen behandelen door daartoe bevoegde specialisten. Maar men heeft aan deze de noodige ruimte en bewegingsvrijheid niet gegeven die de eerste vereischten zijn om van het geheel een degelijk iets te maken.
Zeker brengen deelen als dat van de Heeren Sabbe over Antwerpen, A. Vincent over Brussel, Brassine over Luik, Bergmans over den muziekdruk aardige gegevens bij. Maar juist daarom betreuren we de afwezigheid van de documenten waarop deze gesteund worden. Alle kontrool is vrijwel onmogelijk.
De publicatie van deze documenten zou ons toegelaten hebben de drukkersgeschiedenis van België onder zijne verscheidene oogpunten te bestudeeren. En zekere zijden die de schrijvers nu in het donker moesten laten bij gebrek aan plaatsruimte, o.m. de sociaal-economische zijde, zouden misschien door dit materiaal niet onaardig toegelicht worden.
De algemeene titel die op titelblad en omslag prijkt, schijnt ons dan ook niet overeen te stemmen met het werkelijk wezen van het werk. Het opschrift: Conférences sur l'histoire du livre, enz. zou zeker beter voldoening gegeven hebben.
Monografieën.
De algemeene werken laten ons dus niet toe een volledige kijk te hebben op de evolutie van den boekdruk in onze landen gedurende de verloopen eeuwen. Eene synthese vereischt als voorafgaande arbeid een aantal analytische werken, die elke kwestie afzonderlijk, naar alle zijden toe bestudeeren. Bezitten we deze bijzondere studies? Zijn zij talrijk en ineenschakelend genoeg om een harmonisch geheel te vormen dat als basis voor de gewenschte synthese kan dienen.
De 15e en de eerste helft der 16e eeuw kennen we betrekkelijk wel. Maar voor de volgende jaren doet de toestand zich anders voor. Deze is echter niet eigen aan ons land; voor de aangrenzende landen is hij juist dezelfde.
Het is een gekend feit voor hen die de geschiedenis der boekdrukkunst beoefenen, dat van de tweede helft der 16e eeuw af men slechts verspreide gegevens vindt, maar geen volledig overzicht. Over latere drukkers en drukwerken heeft men nog minder, tot dat voor de tegenwoordige tijden den bibliograaf weder ruimere bronnen voorliggen. Net lijk elders hebben bij ons de oudste perioden en de moderne tijd de aandacht gevestigd, - zij het dan ook om redenen van verschillenden aard, - wat daartusschen ligt veel minder.
Maar zelfs bij de studie der eerste typografische voortbrengselen zijn er een aantal kwesties die tot nogtoe onopgelost zijn. Een enkel voorbeeld willen we wet aanhalen. Is de kwestie Jan van Westfalen - Diederik Martens dan al in 't reine getrokken? Na het betoog van den heer A. Vincent in de ‘Histoire du livre’ waarvan we sprakenGa naar voetnoot1), wiens overtuiging we ten andere deelen, is het werk van Van IseghemGa naar voetnoot2) voor eene flinke herziening vatbaar. Wie is de scherpziende technicus die ons het definitieve over onzen eersten drukker brengen zal?
Dat vele zaken nooit in 't klare zullen getrokken worden, lijdt geen twijfel. Vele details - en bijkwesties zullen ons immer ontsnappen. De oplossing er van is niet altijd noodig om tot een algemeen inzicht te komen. Zoo heeft er ook de heer L. Polain over gedacht. Hij, die een uitstekende kenner is van ons eerste drukwezen, is van meening dat de kennis van onze 15e eeuw genoegzaam gevorderd is om hem toe te laten een overzicht te geven van Antwerpen's voorrang in de drukkunst der Nederlanden vóór 1500Ga naar voetnoot3). Zijne belangwekkende, goed gedocumenteerde studie brengt eene ‘mise au point’ van het artikel van A. Vincent, waarover we het hooger hadden.
Met Polain's studie vermelden we ook de artikels van de hand van Pater KruitwagenGa naar voetnoot1), die wel kan aanzien worden als de beste incunabelvorscher van de Nederlanden, en evenals Polain zich bijzonder toegelegd heeft op de bestudeering onzer 15e eeuw.
Gelijk we hooger zegden is de rol die Dirk Martens bij de invoering der drukkunst in de Nederlanden gespeeld heeft nog niet zeer duidelijk. De verscheidene studies die over hem handelen, aanzien hem tot nogtoe als onzen eersten drukker, en als dusdanig heeft hij het onderwerp uitgemaakt van verscheidene geleerde bijdragenGa naar voetnoot2).
Enkele drukkers uit de 15e eeuw hebben aan de bibliografen en historici belangrijk genoeg geschenen om er zich speciaal mede bezig te houden.
De cosmopolitische stelling van Antwerpen, die zich reeds van in de tweede helft der 15e eeuw afteekende en weldra deze van Brugge in de schaduw zou stellen, is zeker de oorzaak van het overwicht dat Antwerpen's drukwezen in de Nederlanden zou nemen. Het is dan ook niet te verwonderen dat onder de drukkers der 15e eeuw, vooral typographici, te Antwerpen werkzaam, de aandacht vestigden van de navorschers.
Zoo hadden het over Geraard Leeu: P. Bergmans, Boekenoogen, Campbell, P.C. Vander Meersch, L. Polain, Ch. Ruelens en bijzonder B. KruitwagenGa naar voetnoot1); over Godfried Bac of Back: Edm. De Busscher, Campbell, J. Cools, J. Collyn, M.E. Kronenberg, P.C. Vander MeerschGa naar voetnoot2), terwijl Pater Kruitwagen een belangwekkende studie uitgaf over Henric Pieterssoen die LettersniderGa naar voetnoot3).
In de 16e eeuw viert ons drukwezen, vooral te Antwerpen, hoogtij. De vooraanstaande plaats die Antwerpen reeds innam in de 15e eeuw, blijft het behouden, en het neemt zulke voorsprong dat het meer drukwerken voortbrengt dan al de andere steden in de Nederlanden te samen.
Een goed overzicht voor Antwerpen hebben we van de hand
van Prof. Sabbe.Ga naar voetnoot1) Het laat ons toe een algemeen denkbeeld te vormen van de belangrijkheid van Antwerpen's drukkers in de 16e eeuw, maar het is niet uitgebreid genoeg om ons al de inlichtingen te verschaffen, die we er in wenschen te vinden. Misschien wel bezorgt ons eensdaags Prof. Sabbe dit ‘travail d'ensemble’.
Voor elke drukker afzonderlijk kunnen we gegevens vinden in het werk van Olthof, uitgegeven in Publicatiën der Maatschappij van Antwerpsche BibliofielenGa naar voetnoot2). Vooral de Liggeren van de St. Lucasgilde te Antwerpen hebben als grondslag gediend voor dit werk dat opgesteld is onder den vorm van biografisch woordenboek. Van volledigheid kan dan ook geen spraak zijn: sinds het verschijnen van dit boek, heeft men zooveel nieuwe aanduidingen, dat men gemakkelijk een nieuwe Olthof zou kunnen uitgeven.
Als speciale opstellen hebben we eerst en vooral te vermelden, de vrij talrijke en belangrijke artikels van Juffrouw KronenbergGa naar voetnoot3). Rahlenbeck,Ga naar voetnoot4). P. VerheydenGa naar voetnoot5), e.a. die vooral betrekking
hebben tot Antwerpen, en bijzondere zijden van het drukwezen - vooral van het Antwerpsch - behandeld hebben.
Een gansche reeks drukkers heeft de aandacht gevestigd van een schaar geleerden en boekenkenners. Hierbij laten we de voornaamste opstellen volgen:
Over Adriaan van Bergen werd geschreven door M.E. KronenbergGa naar voetnoot1);
Arnold Birckman door J. CoolsGa naar voetnoot2); |
de Van Bombergen door De Decker, Freimann, F. van Ortroy, alsook H. van BombergenGa naar voetnoot3); |
Simon Cock door J. Cools, J. Grietens, M. HocGa naar voetnoot4); |
Egidius Coppens door E. Gachet en A. de ReumeGa naar voetnoot5); |
Jan van Doesborch door P. Bergmans, M.E. Kronenberg, J. Proctor, H.J.A. Ruys, W. de VreeseGa naar voetnoot6); |
Henric Eckert van Homberch door J.A. Goris. J.H. Noens, R. PenninkGa naar voetnoot1); |
Jan de Gheet door C.P. Burger, P. VerheydenGa naar voetnoot2); |
Van Ghelen door C.P. Burger. J.I. Doedes, F. Kossmann, de Reiffenberg, Vorsterman van OyenGa naar voetnoot3); |
Antonius Goinus door C.P. Burger en P. VerheydenGa naar voetnoot4); |
Godfried van der Haeghen door BradshawGa naar voetnoot5); |
Jan van Hoochstraten door I. Collyn, M.E. KronenbergGa naar voetnoot6); |
Michel Hillen van Hoochstraeten door de Backer en |
vander Haeghen, Demanet, M.E. Kronenberg, M. SabbeGa naar voetnoot1); |
Jan d'Ingelsche alias Lettersnijder door M. Hoc. en M.E. KronenbergGa naar voetnoot2); |
Marten De Keyser door P. Bergmans, P. De Decker, L. StainierGa naar voetnoot3); |
Hans de Laet door Vict. de la Montagne, Fl. van Duyse, P. VerheydenGa naar voetnoot4); |
Adriaan van Liesfelt door M.E. KronenbergGa naar voetnoot5); |
Jacob van Liesfelt, door P. Bergmans, R. van Roosbroeck, P. Verheyden, A. VincentGa naar voetnoot6); |
Mark Martens door P. Verheyden, A. VincentGa naar voetnoot7); |
Etienne Mierdman door J. FrederichsGa naar voetnoot1); |
Jan Mollijns en Nicolaas Mollijns door C.P. Burger. - Jan Mollijns alleen door W. de VreeseGa naar voetnoot2); |
Nutius of Nuyts door C.J. Nuyts, Max RoosesGa naar voetnoot3); |
Nicolaas van Oldenborch door M.E. KronenbergGa naar voetnoot4); |
Phalesius door GoovaertsGa naar voetnoot5); |
Christoffel van Ruremonde door P. Bergmans, M. Kronenberg, Maurin Nahuys, F. van OrtroyGa naar voetnoot6); |
Jan Severtz door M.E. KronenbergGa naar voetnoot7); |
Willem Silvius door J.L. Hoffmann, A. de Reume, S.H. De Roos, J. VercoullieGa naar voetnoot8); |
G. Smits door L. GaleslootGa naar voetnoot9); |
P. van Solt door P. VerheydenGa naar voetnoot1); |
Steels door J.C. Nuyts, P. VerheydenGa naar voetnoot2); |
Tielman Susato door P. Bergmans, Kleerkooper, van RiemsdijkGa naar voetnoot3); |
Ameet Tavernier door C.P. Burger, C. Carton, de Reiffenberg, Sabbe, L. WillemsGa naar voetnoot4); |
Trognaesius door F. DonnetGa naar voetnoot5); |
Vorsterman door N. Beets, M.E. Kronenberg, E. PolainGa naar voetnoot6); |
Het is ons doel natuurlijk niet hier een bibliografie op te maken van de studies over het Antwerpsch drukwezen, we bepalen ons tot de voornaamste bijdragen.
Eene speciale melding dienen we wel te maken voor Plantin, de drukkerij Plantin - Moretus en al wat rond de drukkerij staat. De aankoop door de stad Antwerpen van het huis Plantin-Moretus
heeft de navorschers opgewekt tot het bestudeeren der werkzaamheid van Plantin en zijne opvolgers. En eene heele reeks werken zag het licht, waarvan we de voornaamste hier zullen aanhalen. Verscheidene dezer zijn voor de Antwerpsche beschavingsgeschiedenis van het hoogste belangGa naar voetnoot1).
De 17e en 18 eeuwen zijn een armoedje. Het dient ook gezegd dat het Antwerpsche drukwezen erg daalde, na de scheiding van Noord en Zuid. Antwerpen verliest zijn vooraanstaande plaats, maar toch nog duiken drukkers op, wier werk zich boven het gewoon peil verheft, juist dan wanneer kunstenaars lijk Rubens, b.v. zich de uiterlijke verzorging en de illustratie van het boek aantrekken.
De Plantinsche drukkerij gaat onder het beleid der Moretussen immer voort. Over haar hebben we de voornaamste geschiedkundige bijdragen, zelfs voor de 17e en 18e eeuwen, onder den naam van Plantin opgesomdGa naar voetnoot1).
Over de andere werkhuizen, zelfs de belangrijke, lijk deze van Meursius en Cnobbaert, bestaan weinig geschiedkundige gegevens. De belangstelling schijnt op de houden met het einde der 16e eeuw. Toch zijn er eenige kleine bijdragen aan te halen.
P. Genard en E. Poffé hebben het over Hendrik Aertsens gehadGa naar voetnoot1).
Prof. Sabbe maakte zich verdienstelijk door het uitgeven der belangwekkende briefwisseling der Verdussen, terwijl J.A. Goris, M. Hoc, B. Linnig ons verscheidene artikels over dit drukkersgeslacht bezorgden, zonder dat deze nochtans een geheel vormenGa naar voetnoot2).
H. van Cuyck gaf zijne aanteekeningen over Godgaf VerhulstGa naar voetnoot3).
Prof. Sabbe over Ignatius VinckGa naar voetnoot4), J.J. de MarcourGa naar voetnoot5) terwijl H. Elias J. Keerberge aanvatteGa naar voetnoot6).
Abraham Verhoeven werd door Em. De Bom, F.J. van den Branden en Goovaerts behandeldGa naar voetnoot7).
De van Waesberghe waren het voorwerp der opzoekingen van E.H. Van Heurck, Hoffman, LedeboerGa naar voetnoot1).
Door deze opsomming - die geene melding maakt van een stel kleine notas, - kan men de leemten vaststellen, die het onderwerp nog aanbiedt.
En dan is Antwerpen er zeker nog zoo slecht niet aan toe.
Over Brugge is er weinig. Heer Visart de Bocarmé verraste ons in den loop van het jaar 1928 met een werk over de geschiedenis van het drukwezen van Brugge, als feestschrift voor de drukkerij St. Augustinus aldaar. De vraag is, of dit wel voldoet aan de verwachtingen. Men kan het, o.i. stellen op dezelfde lijn als de uitgave van het Musée du Livre, waarvan de auteur alle uiterlijke vormen, drukletter en aard der gravuren als voorbeeld heeft gekozenGa naar voetnoot2). Juist omdat we zoo weinig over Brugge's drukwezen kennen, ware het ons aangenaam geweest eenige archivalia te zien daarover, of ten minste toch verwijzigingen naar reeds uitgegeven bronnen. Met Juffer Kronenberg (Het Boek, 1929, blz. 137-138) betreuren we dan ook dat de schrijver zijn werk niet bruikbaar gemaakt heeft voor wetenschappelijke doeleinden. Hij belooft achter een volledige geschiedenis van de Brugsche drukkers, die - we hopen het - opgevat zal worden volgens de strenge wetenschappelijke eischen die de basis uitmaken van een degelijk werk, en waaraan eene ‘bibliographie brugeoise’ als bekroning zal toegevoegd worden.
Als verdere werken en opstellen zullen we vernoemen:
over Colard Mansion door Jean Bethune, W. Blades, C. Carton, O. Delepierre, Laing, H. Michel, J. van Praet.Ga naar voetnoot3) |
over J. Brito door P. Bergmans, J.W. Enschedé, Gilliodts van Severen, James Weale.Ga naar voetnoot1) |
over Goltzius door M. Hoc, Felix van Hulst.Ga naar voetnoot2) |
over J. Ign. van Praet door P. Bergmans, Ch. Piot.Ga naar voetnoot3) |
over Hubert De Croock door Aug. Van der Meersch.Ga naar voetnoot4) |
Brussel maakt min of meer den indruk van asschepoetster te zijn. Niettegenstaande het aantal bibliofielen, dat deze stad immer in hare muren had, is men enkel aangewezen op eenige zeer goede artikels van den heer A. Vincent, die zich ernstig met het Brusselsch drukwezen in het verleden bezig gehouden heeft, en die, naar we hopen, ons wel eens eene volledige Brusselsche drukkersgeschiedenis zal bezorgen. Zijne bijdragen over de Velpii, Frix, alsook over andere Brusselsche drukkers doen ons met verlangen uitzien naar verdere studies. H. Vincent heeft door zijne artikels bewezen, en vooral door zijne samenvatting in de geschiedenis van het Musée du Livre, dat hij de Brusselsche typographie uitstekend kent.
Geven we terloops aan het werk van Pater Perquy dat zich vooral bezig houdt met de 19e eeuwGa naar voetnoot5), de artikels
over Thomas van der Noot door F. Alvin en M.E. KronenbergGa naar voetnoot1); |
over J.J. Boucherie door J.B. VincentGa naar voetnoot2); |
over Fricx door A. Wauters, A. VincentGa naar voetnoot3); |
over J. de Grieck door Aug. Van der MeerschGa naar voetnoot4); |
over Jan Mommaert door A. WautersGa naar voetnoot5); |
over Pieter Van de Velde door J.B. VincentGa naar voetnoot6); |
over de Velpii door A. VincentGa naar voetnoot7); |
Gent heeft voor zijne drukkers, zooals we hooger gezien hebben, een eminente bio-bibliograaf gevonden in den persoon van Ferdinand vander Haeghen.
Buiten deze kostbare inlichtingsbron, heeft men ook artikels over drukkers van eenige beteekenis, o.m. over:
Arnold De Keyser door G. Huet, D.J. en P.C. vander Meersch, N. De Pauw, VoisinGa naar voetnoot8);
Pieter de Keyser door D.J. vander Meersch, N. de Pauw, W. de VreeseGa naar voetnoot1); |
Robert de Keyser door V. vander HaeghenGa naar voetnoot2); |
Joos van den Kerchove door P. VerheydenGa naar voetnoot3). |
Joos Lambrecht door M. Boas, P. De Keyser, F. vander Haeghen, V. vander Haeghen, A. VoisinGa naar voetnoot4); |
Victor Le Dayn door P. BergmansGa naar voetnoot5); |
de Maniliussen door V. vander HaeghenGa naar voetnoot6); |
Corneel vander Meeren door P. BergmansGa naar voetnoot7); |
Corneel Meyer door Em. VarenberghGa naar voetnoot8); |
Gillis vanden Rade door V. vander HaeghenGa naar voetnoot9); |
Gerard van Salenson door V. vander Haeghen, F. Prims, A. de ReumeGa naar voetnoot10); |
Jan van Salenson door V. vander HaeghenGa naar voetnoot1); |
Vanden Steene door V. vander HaeghenGa naar voetnoot2); |
de drukkers Steven door V. vander HaeghenGa naar voetnoot3). |
Indien Gent betrekkelijk goed bedeeld is, dan is Luik het niet minder.
Reeds in 1852 gaf Ulysse Capitaine zijne Bibliographie liégeoise uit, maar deze gaat ongelukkiglijk niet verder dan de 16e eeuw; op een ander plan en gaande tot in de 19e eeuw, ondernam zooals we hooger gezien hebben de Theux zijn bibliografisch werk, dat zelfs twee uitgaven beleefdeGa naar voetnoot4).
Ulysse Capitaine volledigde zijn eerste werk door zijne Recherches en Nouvelles Recherches, terwijl M.L. Polain. Th. Gobert, E. Fairon de juridische kant van het drukwezen in 't prins - bisdom bestudeerd hebbenGa naar voetnoot5).
Dit alles, dat op zich zelven al heel wat uitmaakt, alsmede o.m. de werken en nota's van Helbig, Fairon, LepaigeGa naar voetnoot6) over het Luiker drukwezen in 't algemeen, van F. Henaux over de BassompierreGa naar voetnoot7) van F. Néve over Luc BelléreGa naar voetnoot8) van Helbig over Baudouin Bron-
ckaert,Ga naar voetnoot1) van de Reiffenberg en Siret over Jean de GlenGa naar voetnoot2) van P. Bergmans over P. KerstenGa naar voetnoot3) van Chestret de Haneffe, Helbig, Henaux, de Reiffenberg over MorberiusGa naar voetnoot4) van A. de Reume over Ouwerx en Streel, Bormans over Morberius, de Heer, Ouwerx, HoviusGa naar voetnoot5) kon Prof. Brassinne toelaten zijn verdienstelijk algemeen overzicht te geven van de geschiedenis van de Luiksche typographieGa naar voetnoot6).
Leuven is evenals Brussel aangewezen op een zeker aantal fragmentarische werken. De stad die van in de 15e eeuw eene universiteit bezit, een sterk intellectueel leven, en ook vele uitstekende drukkers heeft gekend, bezit noch zijne bibliografie noch zijne drukkersgeschiedenis.
Van de bijzondere bijdragen over zekere drukkers zullen we de voornaamste opsommen.
Nevens eenige artikels van meer algemeenen aard van de hand van E. van Even en A. De Reume,Ga naar voetnoot7) heeft men over:
Jan Bogard en Jacob Boscard de nota's van E. ReusensGa naar voetnoot8); |
A. Bouvet deze van de ReiffenbergGa naar voetnoot1); |
Koenraad Braem en de Elzeviers deze van E. van EvenGa naar voetnoot2); |
Barthelomaeus de Grave werd behandeld door E. van Even en A. RoerschGa naar voetnoot3); |
Herman van Nassau door P. Bergmans,Ga naar voetnoot4); |
Petrus Phalesius door E. van Even, A. Goovaerts, WotquenneGa naar voetnoot5); |
Louis Ravescot door H. Vander LindenGa naar voetnoot6); |
Rutger Rescius door A. RoerschGa naar voetnoot7); |
de Velpii door R. Chalon en A. VincentGa naar voetnoot8); |
Conrad van Westphalen door H. HelbigGa naar voetnoot9); |
Jan van Westphalen door C.P. Burger, E. van Even, L.F. Hoffman, M.E. Kronenberg, B. Kruitwagen.Ga naar voetnoot10). |
De bibliograaf die de Leuvensche bibliografie wou ter hand nemen zou voorzeker nuttig werk verrichten en de erkentelijkheid van het nageslacht verdienen.
Voor Mechelen vormen de werken van Cordemans-De Bruyne, Delafaille, van Doorslaer, Foncke, Le Clercq, Verheyden, Zech-DubiezGa naar voetnoot1) eene goede basis voor den navorscher die de typographie te Mechelen wil bestudeeren. De coordinatie van al het gekende zou al heel wat resultaten opleveren, waarvan de leemten met niet te veel moeite kunnen aangevuld.
Mons heeft, zooals we hooger gezien hebben zijn bibliograaf in Rousselle gevonden, en in E. Poncelet en E. Mathieu de geleerden die voor de samenstelling zijner drukkersgeschiedenis gezorgd hebbenGa naar voetnoot2).
Doornik, Kortrijk, Namen en Yper hebben voor hun weinig ontwikkeld drukwezen te wijzen op eenige tijdschriftenbijdragen, die enkel eenige fragmentarische gegevens bijbrengen voor de algemeene geschiedenis van onzen boekdruk. De nog min beduidende localiteiten zullen we ook eenvoudig voorbijgaan, vermits ze van geen belang zijn voor de ontwikkeling van de drukkunst te lande.
Na dit overzicht kunnen we eenige beschouwingen maken over zekere punten die naar o.i. wel eenigszins uit het oog verloren zijn bij al de opgesomde studien, die bijna immer door historici, archeo-
logen of zuivere bibliografen opgemaakt, zich dan ook grootendeels op historisch terrein houden. Men bepaalt zich meestal - loffelijke uitzonderingen zijn nochtans aan te stippen - tot het curiculum vitae en het vaststellen der werkzaamheid van elke drukker.
De techniek, het materiaal, de onderlinge verhouding op technisch gebied van onze drukkers, de technische invloeden die zij ondergaan hebben, 't zij van het binnenland, 't zij van het buitenland uit, kortom hunne technische evolutie, is nog een braak veld, waar nog menige verrassing ligt.
Dit vraagt natuurlijk van hem die er zich wil mede bezig houden eene volledige technische onderlegging, die veelal ontbreekt aan de historici van het boek, en hun dus moeilijk toelaat deze belangwekkende zijde aan te vatten.
Aan de boekillustratie, dit zoo belangrijk punt van onze boekgeschiedenis, is nog maar amper aandacht geschonken.
Het werk van Funck heeft veel gebreken, is zuiver compilatie. Maar juist door deze gebreken, door zijne soms te verregaande onnauwkeurigheden, door zijne leemten doet Funck inzien hoeveel er nog dient bestudeerd, hoeveel voorbereidend werk er nog noodig isGa naar voetnoot1).
Noch Conway, voor de 15e eeuw, noch Delen in de kapittels van zijne Histoire de la gravure, waar hij het heeft over boekillustratie, voorzien in deze ontstentenis. Ook niet de werken van Rooses, Hymans e.a. over Rubens' graveerschool, de broeders Wiericx e.z.m.Ga naar voetnoot2).
Een ander belangrijk punt dat ook de aandacht vraagt is de toestand, de verhouding van de drukkers tegenover de overheden.
Het is niet genoeg, eene compilatie te maken van de wetgeving op het drukwezen en deze theoretisch te bestudeeren. Men moet ook nagaan, hoe het er in de praktijk is toegegaan en wat eigenlijk al de ordonnanties, de eene al drakonischer dan de andere, in de toepassing opgeleverd hebben. Ruelens, Piot, Verheyden, Fairon en Gobert hebben er reeds de belangrijkheid van ingezien, maar sinds-
dien zijn er geene nieuwe studies, nopens den rechtskundigen kant van de boekdrukgeschiedenis gekomen.
De onderlinge betrekkingen van onze oude drukkers, hun sociale toestand, d.i. de sociaal-economische zijde, is bitter weinig bestudeerd. Onze archieven moeten nog tal van staten van goed, erfenisakten, verdeelingsakten, processtukken, enz. van drukkers bevatten, documenten die een aardig licht zouden werpen op het maatschappelijk leven en den maatschappelijken toestand van hen die ons hier bezighouden. En als dusdanig zou een werk als dat van Kleerkooper en van Stockum voor Amsterdam uitstekende diensten bewijzen.
Het springt dus in het oog dat er nog veel voorbereidend werk dient gedaan, bijzonder voor de groote centra, die een overwegende rol in de geschiedenis van ons drukwezen gespeeld hebben: Antwerpen, Leuven, Brussel:
Antwerpen, middenpunt van handel en vervoer in de 16e eeuw, cosmopolitisch middenpunt van gedachtenwisseling, dat nog jaren lang na de sluiting der Schelde zal trachten, al is het dan ook met moeite, zijn roem staande te houden.
Leuven, universiteitsstad, middenpunt van studie en geleerdheid.
Brussel, staatshoofdstad, middenpunt van beheer en hofhouding.
Logischer wijze dienen eerst en vooral de bibliografies van de in deze steden verschenen drukwerken opgemaakt. De te volgen methode springt in het oog: Eerst dient opgemaakt de historische monografie van elk drukker met de daarbij behoorende documenten en bibliografie van gedrukte werken. Dit materiaal kan dan het uitgangspunt zijn van vergelijkende technische en andere studies, die op een zeker oogenblik dan toch een geheel zullen vormen.
Illusies maken we ons niet: gemakkelijk zal dit niet gaan. Eén man kan dit ook niet doen: hier is plaats voor een werk in collaboratie, dat verscheidene medewerkers groepeert, die dan den arbeid onderverdeelen.
En voor wat Antwerpen betreft, is het Plantin-Moretusmuseum, met zijne hoogstaande leiding, het aangewezen midden om al de gegevens van eene Antwerpsche bibliografie bijeen te brengen en te ordenen.Ga naar voetnoot1)
De prachtige verzameling van het Plantijnmuseum, aangevuld door deze van de stadsboekerijen van Antwerpen vormt een uitstekende grondslag voor het te ondernemen werk. Zeker zullen de groote boekerijen van het land niet ten achter blijven om de onderneming te helpen in haren voortgang. Het ware reeds een schoon resultaat, indien al de Antwerpsche drukken, die zich in België bevinden gerepertorieerd konden worden.
Antwerpen, dat een prachtig bibliografisch tijdschrift bezit in den Gulden Passer, dat eene heele schaar bibliofielen en bibliothecarissen in zijne muren vereenigt, kan en mag zulk een grootscheepsche onderneming op touw zetten.
Brussel met zijne Koninklijke Bibliotheek, met zijn leger van bibliothecarissen, tevens de zetel van de Société des Bibliophiles et Iconophiles de Belgique is in de mogelijkheid onder de methodische en verlichte leiding van den heer Vincent een identiek werk aan te vatten.
Met Leuven is het erger gesteld. De afgebrande boekerij is niet meer daar om als basis te dienen voor eene Leuvensche bibliografie. Hier zijn de moeilijkheden groot, te meer dat de catalogi van de Leuvensche boekerij ook in den brand zijn te loor gegaan. Moeilijk zal men er kans toe zien om bijeen te krijgen wat de Leuvensche drukkerijen opgeleverd hebben gedurende de verloopen eeuwen. Maar de poging kan toch gedaan worden.
Alzoo opgevat zou er ten minste aan het tot stand brengen van een Antwerpsche en Brusselsche bibliografie kunnen gedacht worden, en dit met hoop op succes.
De Belgische kultuurgeschiedenis kan er ten slotte niets dan bij winnen.
- voetnoot1)
- Mededeeling gedaan op het Eerste Wetenschappelijk Vlaamsch Congres voor Boek- en Bibliotheekwezen, gehouden te Antwerpen 25-28 April 1930.
- voetnoot1)
- Campbell (M.F.A.G.). Annales de la typographie néerlandaise au XVe siècle. La Haye, 1874. 8o. - 1er Supplément. Ibid., 1878. - 2d Supplément. Ibid., 1884. - 3e Supplément. Ibid., 1889. - 4e Supplément. Ibid., 1890.
- voetnoot2)
- [Proctor (R.)]. Tracts on early printing. III. Additions to Campbell's Annales de la typographie néerlandaise au 15e siècle. London, 1897, 8o. - Polain (L.). Notes sur le supplément de Proctor aux Annales de Campbell. In: Rev. des Bibl. 7, 1897, blz. 38-45.
- voetnoot3)
- Voullième (E.). Unbeschriebene niederländische Inkunabeln der Berliner Königlichen Bibliothek. Ein VI. Supplement zu Campbells Annales de la typographie néerlandaise. In: Zentralbl. für Bibliothekswesen, XXI, 1904, blz. 439-450.
- voetnoot4)
- Holtrop (J.W.). Monumens typographiques des Pays-Bas du XVe siècle. Collection de fac-similé d'après les originaux conservés à la Bibliothèque royale à La Haye et ailleurs. La Haye, 1857. fol.
- voetnoot5)
- Bradshaw (H.). A classified Index of the XV. Century Books in the Meyer Collection sold at Ghent. November 1869. In: Bradshaw (H.). Collected Papers. Cambridge, 1889. 8o. - id. List of the founds of type and woodcut devices used by printers in Holland in the XV. Century. Ibid.
- voetnoot6)
- Conway (W.M.). The woodcutters of the Netherlands in the XV, Century. Cambridge, 1884. 8o.
- voetnoot7)
- Kronenberg (M.E.). Catalogus van de incunabelen in de Athenaeumbibliotheek te Deventer. Deventer, 1917. 8o en ook R. Pennink. Museum Meermanno-Westreenianum. Catalogus van de incunabelen. II. Nederland, België, Duitschland, enz. Den Haag, 1920. (Bijlage bij de Verslagen omtrent 's Rijks Verzamelingen van Geschiedenis en Kunst).
- voetnoot1)
- Nijhoff (W.) en Kronenberg (M.E.) Nederlandsche Bibliographie van 1500 tot 1540. 's Gravenhage, 1923, 8o.
- voetnoot2)
- Zie Het Boek. Den Haag, 1925, blz. 17-19., 1927, blz. 49-52 alsook 1930 blz. 183-186.
- voetnoot1)
- Kronenberg (M.E.). Eerste aanvulling op de Nederlandsche Bibliographie van 1500-1540. In: Het Boek, 1925, blz. 17-48. - Tweede aanvulling. Ibid. 1927, blz. 49-74. - Derde aanvulling. Ibid. 1930, blz. 183-208.
- voetnoot2)
- Nijhoff (W.). L'Art typographique dans les Pays-Bas pendant les années 1500 à 1540. Reproduction en fac-similé des caractères typographiques, marques d'imprimeurs, gravures sur bois et autres ornements employés pendant cette période. t. I. Les Pays-Bas Septentrionaux. t. II. Les Pays-Bas Méridionaux. La Haye, 1926. fol.
- voetnoot3)
- Bibliotheca belgica. Bibliographie générale des Pays-Bas, par le bibliothécaire en chef et les conservateurs de la bibliothèque de l'Université de Gand. Gand, 1878 en volg. 2 volledige reeksen van 26 deelen ieder + de index verschenen tot nogtoe. De derde reeks is begonnen sinds 1927.
- voetnoot4)
-
Bibliotheca belgica. Marques typographiques des imprimeurs et libraires qui ont exercé dans les Pays-Bas, et marques typographiques des imprimeurs et libraires belges établis à l'étranger. Gand, 1893, 8o.
Voor de drukkersmerken zie ook: Havre (G. van). Marques typographiques des imprimeurs et libraires anversois. Anvers, 1883-84. (Uitg. der Antwerpsche Bibliophielen no 13-14). - de la Montagne (V.). Merken van Antwerpsche drukkers en boekverkoopers. In: Tijdschr. v. Boek- en Bibliotheekw. 1905, blz. 250-260; 1907, blz. 64-72, 270-274. - Delen (A.J.J.). Antwerpsche drukkersmerken. In: De Gulden Passer, 1923, blz. 64-73.
- voetnoot1)
- Vander Haeghen (F.) Bibliographie gantoise. Recherches sur la vie et les travaux des imprimeurs de Gand (1483-1850). Gand, 1858-1869. 8o, 7 deelen.
- voetnoot2)
- Rousselle (H.). Bibliographie montoise. Annales de l'imprimerie à Mons depuis 1580 jusqu'à nos jours. Mons-Bruxelles, 1858. 8o. - Bijvoegsels werden gegeven door M.A. Marsigny en L. Devillers in: Mémoires et Publications de la Société des Sciences, des Arts et des Lettres du Hainaut. 2e Série, d. 10, blz. 149-150. 3e Série, d. 3, blz. 385-434; d. 4, blz. 499-580; d. 5, blz. 345-391; d. 7, blz. 333-338.
- voetnoot3)
- Van der Meersch (D.J.). Audenaerdsche Drukpers 1479-1830. Audenaerde, 1864. 8o.
- voetnoot4)
- de Theux (X.). Bibliographie liégeoise contenant 1) les livres imprimés à Liége depuis le 16e siècle jusqu'à nos jours. 2) les ouvrages publiés en Belgique et à l'étranger concernant l'histoire de l'ancienne principauté de Liége et de la province actuelle du même nom. Bruxelles, 1867. 8o, 2 deelen. - 2e uitgave: Bruges, 1885. 4o.
- voetnoot5)
- Diegerick (A.). Essai de bibliographie yproise. Etude sur les imprimeurs yprois. Ypres, 1873-1881. 8o.
- voetnoot6)
- Desmazières (E.). Bibliographie tournaisienne. Tournai, 1882. 8o.
- voetnoot7)
- Doyen (F.D.). Bibliographie namuroise. Namur, 1887-1902. 8o, 3 deelen.
- voetnoot1)
- Broeckaert (J.), Dendermondsche Drukpers. Dendermonde, 1890. 8o. 1e Bijvoegsel (1894) en 2e bijvoegsel (1898) door den zelfden, 3e bijvoegsel door G. van Wesemael. (1910).
- voetnoot2)
- Cordemans-De Bruyne (H.). Bibliographie malinoise. Histoire de l'art typographique à Malines et bibliographie raisonnée de ses productions. Malines, 1895. In: Bulletin du Cercle archéologique de Malines, 1895, blz. 1-111.
- voetnoot3)
- Goffin (Th.). Recherches sur les origines de l'imprimerie à Lierre. In: Revue des bibliothèques et archives de Belgique 1907, blz. 11-21, 117-137, 238-244, 342-358; 1908, blz. 41-56, 162-178, 263-269, 338-346, 464-481.
- voetnoot4)
- Weber. Essai de bibliographie verviétoise, Verviers, 1893-1912. 8o, 5 deelen kan moeilijk doorgaan als een bron voor de geschiedenis der Verviersche typographie. 't Is eerder eene bio-bibliographie voor deze stad, met geschiedkundigen grondslag.
- voetnoot5)
- Vincent (J.B.). Essai sur l'histoire de l'imprimerie en Belgique depuis le XVe jusqu'à la fin du 18e siècle. In: Bulletin du Bibliophile belge. 2e série d. 6, blz. 153-175; d. 7, blz. 97-139; d. 8, blz. 225-236; d. 9, blz. 229-255. - Onder boekvorm en vermeerderd uitgegeven: Bruxelles, 1867. 8o.
- voetnoot1)
- Ruelens (Ch.). Histoire de l'imprimerie et des livres [en Belgique] in: Patria Belgica, publié sous la direction de Eugène van Bemmel. IIIe Partie: Belgique morale et intellectuelle, blz. 313-356. Bruxelles, 1875. 8o.
- voetnoot2)
- Histoire du Livre et de l'Imprimerie en Belgique des origines à nos jours. Bruxelles, 1922-23, en volg. Tot nogtoe zagen het daglicht deelen: 1, 3, 4, 5. Volgens inlichtingen verstrekt in het Bulletin door het Musée uitgegeven zal het 2e deel nog dit jaar verschijnen. Misschien zullen er nog wel een paar deelen bijkomen voor de 18e en 19e eeuwen.
- voetnoot1)
- Vincent (A.). Les origines de l'imprimerie en Belgique. In: Histoire du livre et de l'imprimerie en Belgique. Bruxelles, 1924, 4o. 1e partie.
- voetnoot2)
- Iseghem (A.F. van). Biographie de Thierry Martens d'Alost, premier imprimeur de la Belgique. Nouvelle édition, précédée d'une cantate pour l'inauguration de la statue de Martens par E(dm.). Speelman. Alost, 1856. 12o. - Id. Biographie de Thierry Martens d'Alost, premier imprimeur de la Belgique, suivi de la bibliographie de ses éditions. Malines, 1852. 8o. - Id. Supplément contenant les nouveaux renseignements recueillis par l'auteur (1854-1866). Bruxelles, 1866. 8o.
- voetnoot3)
- L. Polain. La situation d'Anvers dans l'imprimerie des Pays-Bas au XVe siècle. In: De Gulden Passer, 1927. blz. 235-249.
- voetnoot1)
- Voor de bijdragen van Pater Kruitwagen zie verder blz. 11.
- voetnoot2)
- Buiten de werken van A.F. van Iseghem, hooger aangeduid, zullen we opsommen:
B***. Description de trois impressions de Thierry Martens. In: Bull. du bibl. belge, 1861, blz. 57-58, 245-246. - Bergmans (P.). Thierry Martens. In: Biographie nationale. D. XIII, kol. 879-893. - Id. Thierry Martens In: Revue des Bibliothèques, 1895, blz. 201-213. - Boghaert-Vaché (A.). [Le séjour de Thierry Martens en Espagne.] In: Revue des bibl. et arch. de Belgique, 1908, blz. 380-383. - de B (rou). Rectification bibliographique. In: Bull. du bibl. belge, 1858, blz. 345-347. - de Gand (J.). Recherches historiques et critiques sur la vie et les éditions de Thierry Martens. Alost, 1845. 8o. - F.V.H. Une édition de Th. Martens non décrite. In: Annales du bibliophile belge et hollandais, 1865, blz. 103-104. - Hoc (M.). Un recueil de tarifs monétaires imprimé par Thierry Martens en 1502. In: De Gulden Passer, 1925, blz. 220-224. - Hoffmann (F.L.). et F. vander Haeghen. Description de deux impressions de Thierry Martens. In: Bull. du bibl. belge, 1861, blz. 126-128. - Holtrop (J.W.). Thierry Martens d'Alost. Etude bibliographique. La Haye, 1867. 8o. - Kronenberg (M.E.). Een niet - beschreven incunabel van Theodoricus Martens te Aalst (1491). In: Het Boek, 1924, blz. 135-137. - P(etit) (J.). Le plus ancien decret royal sur l'imprimerie ou Thierry Martens en Espagne. In: Annales du bibl. belge, 1881, blz. 59-61.
- voetnoot1)
- Bergmans (P.). [Notice biographique]. In: Biographie nationale, D. XI, Kol. 642-645. - Boekenoogen (G.J.). Een boekverkoopersprospectus van Geeraart Leeu te Antwerpen (anno 1491) In: Tijdschr. v. Boek en Biblw. 1905, blz. 190-192. - Campbell (M.F.A.G.). Additions à la liste des ouvrages imprimés par Geraert Leeu, à Gouda et à Anvers au quinzième siècle. In: Le Bibliophile belge, VI, 1849, blz. 29-45. - Hoffmann (Fl.). Trois éditions de Gérard Leeu, d'Anvers. In: Bulletin du bibl. belge, 1859, blz. 183-184. - Kruitwagen (B.) Nederlandsche incunabelen met Duitschen tekst. In: Het Boek, 1916, blz. 292-294. - Id. Het Horarium van Gerard Leeu. Antwerpen, 1489, 27 Juli. In: Het Boek, 1913, blz. 1-20, 209-218, 246-254. - Id. Het Breviarium Windeshemense. Antwerpen, Gerard Leeu, 1488, 15 october. In: Het Boek, 1914, blz. 192-202. - Van der Meersch (P.C.). Gérard Leeu, imprimeur à Gouda et à Anvers de 1477 à 1493. In: Le Bibliophile Belge, 1846, blz. 407, 455-462; 1847 blz. 249-286, 306. - Polain (M.L.). Le Débat de félicité par Charles Soillot. (Edition sans indications typographiques). In: De Gulden Passer, 1926, blz. 49-74. - Ruelens (Ch.). La mort de Gérard Leeu. In: Annales du bibliophile belge et hollandais, 1864, blz. 5-7.
- voetnoot2)
- Busscher (Edm. D.). Godefroid Bac. [Notice.] In Biographie nationale, D.I. Kol. 599-602. - Campbell (M.F.A.G.). Godefredus Back, imprimeur à Anvers, de 1494 à 1511. In: Le Bibliophile belge, 1846, blz. 55-62. - Cools (J.). Godevaert Bac. In: De Gulden Passer, 1923, blz. 173-181. - Kronenberg. (M.E.). Op het grensgebied van incunabelen en postincunabelen. In: Het Boek, 1929, blz. 1-7. - Vander Meersch (P.C.). Godefredus Bac, imprimeur à Anvers de 1494-1511. In: Le Bibliophile belge, 1845, blz. 236-249. - Collijn (I.). Om nägra sällsynta tryckta skrifter av Albert Krantz i Universitetsbiblioteket i Prag. In: I. Collyn. Spridda studier i 1500 - talets boktryckerihistoria. Uppsala, 1925. 8o. 4e artikel.
- voetnoot3)
- Kruitwagen (B.). De incunabeldrukker en lettersteker Henric Pieterssoen die Lettersnider van Rotterdamme (c. 1470-1500.) In: Rotterdamsch Jaarboekje, 1919, blz. 3-38. - Eene tweede vermeerderde uitgave verscheen in het tijdschrift De Gulden Passer, 1923, blz. 5-43.
- voetnoot1)
-
Sabbe (M.). La typographie anversoise au XVIe siècle. In: Histoire du livre et de l'imprimerie en Belgique. IIIe partie: le XVIe siècle.
Ook te vermelden zijn de 2 volgende artikels, die om zoo te zeggen de basis geweest zijn van Prof. Sabbe's werk hier genoemd: De drukkunst te Antwerpen voor en naast Christoffel Plantyn. In: Uit het Plantynsche huis, Antwerpen, 1924, 4o blz. 24-31. - Antwerpen's boekenmarkt ten tyde van Keizer Karel. Ibid. blz. 148-175.
- voetnoot2)
- Olthoff (F.). De boekdrukkers, boekverkoopers en uitgevers in Antwerpen, sedert de uitvinding der boekdrukkunst tot op onze dagen, alfabetisch gerangschikt en van geschiedkundige aanteekeningen voorzien, opgeluisterd door een aantal portretten en drukkersmerken. Antwerpen, 1891. 4o (Uitgave der Antw. bibliophielen).
- voetnoot3)
- Kronenberg (M.E.). Uit het bedrijf der Antwerpsche drukkers in het begin van de 16e eeuw. In: De Gulden Passer, 1926, blz. 99-115. - Id. Notes on english Printing in the Low Countries (early sixteenth Century). In: Transactions of the Bibliographical Society, 1929. - Id. Bibliographisch onkruid. In: Het Boek, 1922, blz. 251-256, 367-372; 1923, blz. 101-106; 1924, blz. 137-141. - Id. Vervolging van kettersche boeken in de Nederlanden. Ibid. 1927, blz. 162-190.
- voetnoot4)
- Rahlenbeck (Ch.). Notes sur les auteurs, les imprimeurs et les distributeurs de pamphlets politiques et religieux du 16e siècle. In: Bull. du bibl. belge, 1859, blz. 361-372; 1860, blz. 25-39, 1862, blz. 99-109.
- voetnoot5)
- Verheyden (P.). Drukkersoctrooien in de 16e eeuw. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1910, blz. 203-226, 269-278. - Wouters (A.). Documents pour servir à l'histoire de l'imprimerie dans l'ancien Brabant. In: Bull. du bibl. belge, 1856, blz. 73-84. - Génard (P.). Bijdragen tot de geschiedenis der boekdrukkunst in Antwerpen. In: Bull. Antw. bibl., I, blz. 107-124. - Soutendam (J.). Duitsche boeken in Antwerpen gedrukt in 1520-26. In: Bibliographia adversaria, 1878, blz. 1-15. -
- voetnoot1)
- Kronenberg (M.E.). De drukker-martelaar Adriaen van Berghen († 1542). In: Het Boek, 1927, blz. 1-8.
- voetnoot2)
- Cools (J.). Arnold Birckman, 1529-1542. In: De Gulden Passer, 1924, blz. 71-82.
- voetnoot3)
- Decker (A. De). Eenige Antwerpsche drukkers in den vreemde. Bio-bibliographische schetsen. Bull. Antw. bibl. 1881. 8o, blz. 142-144. - Freimann (A.). Daniel Bomberg und seine hebraïsche Druckerei in Venedig. In: Zeitschr. für hebraeische Bibliogr. Frankfurt, 1906, D. 10, blz. 32-36, 79-88. - Ortroy (F. van). Les van Bomberghen d'Anvers, imprimeurs, libraires, éditeurs. In: De Gulden Passer, 1924 blz. 131-144. - Bomberghen (Henri van). Généalogie de la famille van Bomberghen. Bruxelles, 1914. 8o.
- voetnoot4)
- Cools (Jan). Simon Cock (1481-1562). In: De Gulden Passer, 1925, blz. 22-31. - Grietens (J.). Een ‘Antigone’ van Cornelis van Ghistele. In: Tijdschr. voor Boek- en Biblw. 1908, blz. 69-71. - Hoc (M.). Simon Cock et l'ordonnance monétaire du 11 juillet 1548. In: De Gulden Passer, 1927, blz. 75-78.
- voetnoot5)
- Gachet (Em.). Quelques imprimeurs anversois en 1567. Lettre de Marguerite de Parme touchant leur arrestation. In: Le Bibliophile belge, 1845, blz. 249-254. - Reume (A. De). Egidius Copenius, imprimeur à Anvers, 1544. In: Le Bibliophile belge, 1848, blz. 441-443.
- voetnoot6)
- Bergmans (P.). Jean van Doesborgh. In: Biographie nationale. D. XI, kol. 642-645. - Id. Jean van Doesborgh, imprimeur anversois du commencement du XVIe siècle. In: P. Bergmans. Analectes Belgiques. Gand, 1896. blz. 206-223. - Kronenberg (M.E.). Van den ghedinghe tusschen eenen coopman ende eenen 10de. (Antwerpen, Jan van Doesborch, c. 1515?). In: Het Boek, 1923, blz. 1-14. - Id. De houtsneden in Mariken van Nieumeghen en het Engelsche volksboek. In: Het Boek, 1929, blz. 177-186. - Id. Het mirakelspel van Mariken van Nieumeghen en het Engelsche volksnoek. In: Nieuwe Taalgids, 1929, 1e afl. - Proctor (R.). Jan van Doesborgh, printer at Antwerp. London, 1894. 8o. (Illustrated Monographs by the Bibliographical Society. II.) - Ruys (H.J.A.). De eerste druk der Divisiekroniek en de oudste Hollandsche wereldkaart. In: Het Boek, 1915, blz. 161-168. - Vreese (W. de). De dateering van Jan van Doesborgh's ‘Refereynen’. Ibid. 1926, blz. 310-312.
- voetnoot1)
- Goris (J.A.). Wellevendheid aan tafel in de XVe eeuw. In: De Gulden Passer, 1927, blz. 32-43. - Noens (Jos. H.). Contribution à l'étude de la gravure sur bois dans les Pays-Bas. Les planches du Passionael d'Henri Eckert van Homberch. (Anvers, 1505). In: De Gulden Passer, 1928, blz. 1-53. - Pennink (R.). Korte notities bij enkele oude boekjes van de Koninklijke Bibliotheek. In: Het Boek, 1930, blz. 177-182.
- voetnoot2)
- Burger (C.P.). Lofzangen en prenten ter verheerlijking van Keizer Maxmiiaan. In: Het Boek, 1928, blz. 23-48. - Id. Nog eene correctie in de Ode op Maximiliaan. Ibid. 1928, blz. 145-146. - Verheyden (Pr.). De drukker en de componist van het Maximiliaansboek 1515. In: Antwerpsch Archievenblad, 1928, blz. 268-282.
- voetnoot3)
- Burger (C.P.). Nieuwe zestiende-eeuwsche vondsten. In: Het Boek, 1922, blz. 321-328. - Doedes (J.I.). Nieuwe testamenten door de Van Ghelen's te Antwerpen uitgegeven. In: Bibliographia adversaria, 1882, blz. 271-273. [de Reiffenberg]. Jan van Ghelen, imprimeur ordinaire de Sa Majesté Impériale à Anvers. In: Le Bibliophile belge, 1845. blz. 60-61. - Kossmann (F.). Refereynen en liedekens op losse bladen. In: Het Boek, 1926, blz. 49-72. - Vorsterman van Oyen (A.A.). Les van Ghelen, imprimeurs. In: Messager Sc. hist. 1883, blz. 16-38.
- voetnoot4)
- Burger (C.P.). De l'introduction pour les enfants. In: Het Boek, 1929, blz. 161-168. - Id. Een geleerde schoolmeester en een geleerde boekdrukker. Ibid. 1922, blz. 257-272. - Id. Verzen van Antonius Goinus - Ibid. 1923, blz. 217. - Verheyden (P.). Te pand gegeven drukkersgrief. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1910, blz. 130-131.
- voetnoot5)
- Bradshaw (H.). Godfried van der Haeghen. (G. H), the publisher of Tindale's own last edition of the New Testament in 1534-35. In: Bradshaw. Collected Papers. Cambridge, 1889, blz. 354-370.
- voetnoot6)
- Kronenberg (M.E.). De geheimzinnige drukkers Adam Anonymus te Bazel en Hans Luft te Marburg ontmaskerd, (1526-28, 1528-30, 1535.). In: Het Boek, 1919, blz. 241-279. - Collyn (I.). Det anonyme Hamburg tryckeriet 1523. In: I. Collyn. Spridda studier i 1500 - talets boktryckerihistoria. Uppsala, 1925, 8o art. no 3.
- voetnoot1)
- (De Backer (A.) et F. vander Haeghen). Michel et Jean Hillenius ou van Hoochstraeten, imprimeurs à Anvers (1511-1546). Enumération de leurs productions typographiques. In: Bull. du bibl. belge, 1863, blz. 155-165, 294-307, 404-417; 1864 blz. 37-48. - Additions et corrections. Ibid. 1864, blz, 274-285, 352-363. - Demanet (A.G.). Michel Hillen ou Hillenius. In: Biogr. nation. D. 9. Kol. 377-380. - Kronenberg. (M.E.). artikel hierboven voornoemd. - Sabbe (M.). Vijf vroeg 16e eeuwsche Zuid-Nederlandsche drukken. In: Het Boek, 1923, blz. 49-56.
- voetnoot2)
- Analectes bibliographiques. In: Le Bibliophile belge, 1875, blz. 262-64. Aanvulling van J. Campbell, ibid. 1876, blz. 87-88, van P. Génard, ibid. blz. 214-15. - Hoc (M.). Quatre impressions de Jean d'Ingelsche alias Lettersnijder. In: De Gulden Passer, 1923, blz. 161-168. - Id. Un ‘Taeffelken’ du Cours des monnaies imprimé par Jean d'Ingelsche, Ibid. 1924, blz. 148-149. - Kronenberg (M.E.). Nog twee drukken van Jan d'Ingelsche alias Lettersnijder. Ibid. 1924, blz. 145-147.
- voetnoot3)
- Bergmans (P.). Martin de Keysere. In: Biogr. nation. D.X. Kol. 741-742. - De Decker (P.). Imprimeurs anversois au XVIe siècle. In: Le Bibliophile belge, 1845, blz. 387-390. - Stainier (L.). Un ancêtre anversois des livres diplomatiques. In: De Gulden Passer, 1924, blz. 59-66.
- voetnoot4)
- d(e)l(a) (Montagne) (Vict.). [Nota nopens Hans De Laet.] In: Tijdschr. v. Boek en Bibliotheekwezen, 1904, blz. 306. - Duyse (Fl. Van). Een Antwerpsche muziekdruk van 1563. Ibid. 1908, blz. 197-215. - Verheyden (P.). Aanteekeningen omtrent Antwerpsche drukkers. Ibid. 1906, blz. 82-83.
- voetnoot5)
- Kronenberg (M.E.). Twee onbekende incunabelen in 't archief Bergh. In: Het Boek, 1923, blz. 289-297.
- voetnoot6)
- Bergmans (P.). Jacques van Liesfelt. In: Biogr. nation. D. XII, Kol. 121-124. - Roosbroeck (R. Van). Een nieuw document over de beginperiode van het lutheranisme te Antwerpen. In: De Gulden Passer. 1927, blz. 267-284. - Verheyden (P.). Verhooren van Mark Martens en van Jacob van Liesfelt (1536). In: Tijdschr. voor Boek en Biblw. 1906, blz. 245-261; 1909, blz. 254-255. - Vincent (A.). L'interrogatoire de Mark Martens et de Jacques van Liesfelt en 1536. In: Revue des bibl. et des arch. de Belg. 1909, blz. 40-44.
- voetnoot7)
- Zie opgesomde artikels voor Jacob van Liesfelt.
- voetnoot1)
- Frederichs (J.). Etienne Mierdman. In: Biogr. nat. D. XIV. kol. 822-823.
- voetnoot2)
- Burger (C.P.). De drukkers Jan Mollijns en Niclaes Mollijns. In: Het Boek, 1927, blz. 337-341. - Vreese (W. De). De drukker Jan Mollijns. - Eene aanvulling. Ibid. 1928, blz. 53-54.
- voetnoot3)
- Nuyts (C.J.). Essai sur l'imprimerie des Nutius. 2e édit. Bruxelles, 1858, 8o. - Rooses (M.). Les Nutius. In: Biogr. nation. D. 16. Kol. 11-15.
- voetnoot4)
- Kronenberg (M.E.). Executie te Antwerpen van Niclaes van Oldenborch, drukker. In: Het Boek. 1921, blz. 71-72.
- voetnoot5)
- Goovaerts (A.). Notice biographique et bibliographique sur Pierre Phalèse, imprimeur de musique à Anvers au XVIe siècle, suivie du catalogue chronologique de ses impressions. In: Le Biblioph. belge, 1868, blz. 139-151, 215-237, 292-337. - Id. Histoire et bibliographie de la typographie musicale dans les Pays-Bas. In: Mêm. Acad. roy. Belg. 8o t. 29, 1880, blz. 33 36.
- voetnoot6)
- Bergmans (P.). La typographie musicale en Belgique au XVIe siècle. In: Histoire du livre et de l'imprimerie en Belgique. D.V. Bruxelles, 1929, 4o. - Kronenberg (M.E.). Fragmenten van twee zestiende-eeuwsche leerboeken. I. Een onbekend Engelsch-Fransch-Nederlandsch boek met tafelmanieren. II. Een onbekende uitgave van Noël van Berlaimont's Vocabulare. In: Het Boek, 1930, blz. 9-13. - Nahuys (M.). Bibliographie musicale. In: Annales du bibl. belge. 1881, blz. 90-96. - Ortroy (F. Van). Christophe van Remunde. In: Biogr. nation. D. XIX, Kol. 35-40.
- voetnoot7)
- Kronenberg (M.E.). Lotgevallen van Jan Seversz, boekdrukker te Leiden (c. 1502-1524) en te Antwerpen (c. 1527 - c. 1530). In: Het Boek, 1924, blz. 1-38, 142.
- voetnoot8)
- Hoffmann (F.L.). Descriptions exactes d'une publication remarquable et rare de Guillaume Silvius et de deux autres éditions du même imprimeur, conservées dans la Bibliothèque publique de Hambourg. In: Bull. du bibl. belge, 1864, blz. 88-90. - X. Quelques notes sur Guillaume Silvius, imprimeur d'Anvers. (1560-1579). Ibid. 1862, blz. 122-159. - Reume (A. De). Guillaume Silvius, imprimeur à Anvers, 1562. In: Le Bibliophile belge, 1848, blz. 188. - De Roos (S.H.). Een civilité-druk door Willem Silvius. In: De Gulden Passer, 1924, blz. 67-70. - Vercoullie (J.). Guillaume Silvius. In: Biogr. nat. D. XXII, kol. 512-13.
- voetnoot9)
- G[alesloot] (L.). Admission d'un imprimeur anversois 1572. In: Le Biblioph. belge, 1870, blz. 16-19.
- voetnoot1)
- Verheyden (P.). Pauwel van Solt, boekdrukker te Antwerpen in 1540-42. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1908, blz. 274-75.
- voetnoot2)
- N(uyts) (C.J.). Jean Steelsius, libraire anversois (1533-1575). In: Bull. du bibl. belge, 1858, blz. 1-10, 87-102, 199-210, 339-345, 396-401; 1859, blz. 1-8, 65-72, 175-182. - Verheyden (P.). Uit het huis van Steelsius. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1910, blz. 126-129.
- voetnoot3)
- Bergmans (P.). Tielman Susato. In: Biogr. nat. D. XXIV, kol. 279-287. Id. Un imprimeur-musicien Tielman Susato. In: De Gulden Passer, 1923, blz. 45-53. - Kleerkooper. Eene zeldzame uitgave der ‘Souterliedekens’ in het British Museum te London. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1906, blz. 139-140. - Riemsdijk (J.C.M. Van). De twee eerste Musyck-Boekskens van Tielman Susato. In: Tijdschr. voor Noord-Nederl. Muziekgesch. 1891, blz. 61-110.
- voetnoot4)
- Burger (C.P.). Een merkwaardige civilité-druk van Ameet Tavernier. Met naschrift door P. Verheyden. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1908, blz. 88-90. - Carton. Aimé Tavernier. In: Le Biblioph. belge, 1846, blz. 477-78. - Reiffenberg (de). Caractères typographiques imitant l'écriture. In: Annuaire de la Bibl. roy. de Belg. 1849, blz. 173-178. - Sabbe (M.). Ameet Tavernier. In: Het Boek, 1923, blz. 163-176. - Id. Bijdrage tot de bibliographie van Ameet Tavernier. In: De Gulden Passer, 1929, blz. 168-201. met aanvulling, ibid. 1930, blz. 181-182. - Willems (L.). Ameet Tavernier en de invoering der Civilité-Letter in Zuid-Nederland. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1907, blz. 241-263.
- voetnoot5)
- Donnet (F.). Les imprimeurs Trognaesius. [Anvers, XVIe siècle]. In: Annales Acad. Archéol. Belg, 6e r.d. VII, blz. 41-119.
- voetnoot6)
- Beets (N.). De houtsneden in Vorsterman's bijbel van 1528. Afbeeldingen van Jan Swart, Lucas van Leiden e.a. Met eene inleiding. Amsterdam, 1915. (Uitgeg. van wege het Kon. Oudh. Genootsch. te Amsterdam.) - Kronenberg (M.E.). De drukker van de deensche boeken te Antwerpen (1529-1531) is Willem Vorsterman. In: Het Boek, 1919, blz. 1-8. - Polain (Eug.). Guillaume Vorsterman, imprimeur à Anvers. (XVIe siècle). In: Bull. Soc. liég. de bibliogr. 1892-93, blz. 1-38.
- voetnoot1)
-
Backer (A. de) et Ch. Ruelens. Annales de l'imprimerie plantinienne. Verscheen als bijvoegsel van het Bulletin du Bibliographie belge 1856-1857, en omvat de jaren 1555-1589.
Max Rooses, de eerste conservator van het Museum Plantin-Moretus, heeft een groot aantal werken en bijdragen geschreven nopens het huis Plantin en de geslachten die er zich opgevolgd hebben. Onder deze stippen we aan:
Christophe Plantin, imprimeur anversois, Anvers, 1882, fol. - Nouv. édit. Anvers, Zazzarini, 1913, fol. - Eene bladzijde uit het verloren handschrift van ‘Admiranda hujus saeculi’. In: Bull. Antw. Biblioph. I, blz. 92-97. - Een bladzijde uit de geschiedenis van den boekhandel over driehonderd jaar. Ibid. I, blz. 72-81. - De veeltalige bijbel van Plantin. In: Vlaamsche School, 1877, blz. 169-171. - Twee drukkersmerken van Christoffel Plantin. Ibid. 1890, blz. 27-28. - Le plus ancien fac-similé d'un manuscrit. In: Bull. Acad. roy. d'Archéol. 3e s. 1881, blz. 295-300. - De houtsneden uitgevoerd voor den brevier en voor den missael in folio. Herdruk van de oorspronkelijke platen met toelichting. Antwerpen, 1910-11. 2 deelen 4o. - Les frères Wiericx à l'imprimerie plantinienne. In: Bull. Antw. Biblioph. I, blz. 225-248. - Index characterum architypographiae Plantinianae. Proeven der lettersoorten gebruikt in de Plantinsche drukkerij. Antwerpen, 1905. 4o. - De letters der Plantinsche drukkerij. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1904, blz. 7-21. - Een libertijn uit de XVIe eeuw. [Christoffel Plantin]. In: De Gids 1896, III, blz. 224-254. - Le Musée Plantin-Moretus à Anvers. Eaux-fortes et dessins par B. Krieger. Bruxelles, [1894], fol. - Le Musée Plantin-Moretus. Anvers, 1914. fol. - Het Museum Plantin-Moretus te Antwerpen. In: Elsevier, 1908, blz. 85-91, 157-167. - Het Museum Plantin-Moretus. In: Vlaamsche School, 1888, blz. 127-135. - Notes sur l'édition plantinienne des oeuvres de Hubert Goltzius. In: Bull. Acad. roy. d'archéol. 3e s. 1879, blz. 301-315. - Petrus Paulus Rubens en Balthasar Moretus. Eene bijdrage tot de geschiedenis der Kunst. Gent, 1884. 8o. - Pierre Paul Rubens et Balthasar Moretus. In: L'Art, 1885, II, blz. 225-233, 1886, I, blz. 37-44, 57-60. - Plantin et l'imprimerie plantinienne. Gand, 1878. 8o. - Plantin en de Plantinsche drukkerij. Brussel, 1892. 8o. - Plantins Koninklijke Bybel. Geschiedenis van een boek in de XVIe eeuw. In: De Gids, 1880, III, blz. 238-273. - Plantins geboortejaar en plaats. In: Bull. Antw. Biblioph. II, blz. 191-202. - Les rimes de Christophe Plantin, publiées par M. Rooses. Lisbonne, 1890. 8o, 2e édit. publiée par M. Sabbe. Anvers, 1922. 8o. - Plantin, prototypographe. In: Bull. Antw. Biblioph. II, blz. 101-110. - Titels en portretten gesneden naar P.P. Rubens voor de Plantinsche drukkerij met tekst. Antwerpen, 1901. fol. - De Plantinsche uitgaven van ‘Emblemata Joannis Sambuci’. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1903, blz. 3-15. - Hoe de woordenboeken van Plantin en Kilianus tot stand kwamen. In: Nederl. Museum, 1880, blz. 190-208. - Door Max Rooses werd ook begonnen met de uitgave der Correspondance de Christophe Plantin, Anvers, 1883 en volg. Deelen 1-3 werden door hem bezorgd; deelen 4-9 door J. Denucé. (Uitg. van de Antw. Biblioph).
Prof. Dr. M. Sabbe heeft op zijne beurt de Plantinsche bibliografie vermeerderd met o.a.:
Christophe Plantin. Turnhout, 1920. 8o [Les Grands Belges.]. - Chr. Plantin. In: Elsevier's geillustreerd Maandschrift, 1920, II, blz. 99-108, 166-179. - L'Amadis de Plantin. In: De Gulden Passer: 1925, blz. 228-230. - Een Plantinsch bandje. In: Het Boek, 1922, blz. 209-212. - Uit de briefwisseling van Clusius met Chr. Plantin en J. Moretus. Ibid. 1921, blz. 97-114. - De Chifflet's met den Prins-Cardinael en Prins Thomas in de Plantinsche drukkerij 1635. In: De Gulden Passer, 1924, blz. 34-44. - Démêlés des Moretus avec les R.P. Jéromites de l'Escurial au XVIIIe siècle. Ibid. 1929, blz. 119-145. - Gedichten van en voor Ch. Plantin. In: Het Boek, 1920, blz. 129-136. - Guy Le Fèvre de la Boderie et la polyglotte anversoise. In: De Gulden Passer, 1928, blz. 250-253. - Un imprimeur au seuil de la noblesse, Balthasar Moretus. Ibid. 1928, blz. 173-203. - Plantin et les Amours de Ronsard. Ibid. 1924, blz. 111-115. - Plantin, les Moretus et leur oeuvre. Anvers, 1926. 8o. - Valsche Plantin- en Moretusdrukken. In: De Gulden Passer, 1923, blz. 182-193. - Nog over valsche Plantin- en Moretusdrukken. Filippo Finella. Ibid. 1924. blz. 154. - Les rapports entre B. Arias Montanus et H. Jansen Barrefelt. (Hiël). Ibid. 1926, blz. 19-43. - Willem Ogier, schoolmeester van Balthasar Moretus IV. Ibid. 1929, blz. 100. - Een reeks van opstellen over Plantin heeft Prof. Sabbe verzameld onder den titel: Uit het Plantinsche huis. Verspreide opstellen. Antwerpen, 1924. 4o, en De Moretussen en hun Kring. Antwerpen, 1928. 4o.
Verder vermelden we nog:
Becker (B.). Thierry Coornhert et Christophe Plantin. In: De Gulden Passer, 1923, blz. 97-123. - Beduvez (A.). Christophe Plantin. Bruxelles, 1884. 18o (collection nationale). - Bosmans (H.) Théodore Moretus, de la Compagnie de Jésus, mathématicien (1602-1667), d'après sa correspondance et ses manuscrits. In: De Gulden Passer, 1928, blz. 57-162. - Certificats délivrés aux imprimeurs des Pays-Bas par Christophe Plantin, et autres documents se rapportant à la charge du prototypographe publiés par Th. Rombouts. Gand, 1883. 8o (Uitg. der Antw. Biblioph. no 10). - Denucé (J.). Histoire du Musée Plantin-Moretus. Conférence faite à la Maison du Livre. In: Le Musée du Livre, Bruxelles, 1916. fasc. 35-38. - Dodt van Flensburg (J.J.). Willem Silvius en Christoffel Plantin, drukkers in betrekking tot de Utrechtsche Zaken. In: Tijdschr. voor Gesch. Oudh. en Statistiek v. Utrecht, 1841, blz. 383 en volg. - Dozy (Ch.). Het jaar en de plaats van geboorte van Christoffel Plantin. In: Oud-Holland, II, blz. 221-224. - Sept Etudes publiées à l'occasion du quatrième Centenaire du célèbre imprimeur anversois Christophe Plantin. Anvers, 1920. 4o. - Fayen (A.). Lettres plantiniennes (1574-1581). In: Revue des bibl. et arch. de Belg, 1905, blz. 433-461. - Gachard (L.P.). Particularités inédites sur Christophe Plantin et sur l'imprimerie de la Bible polyglotte. In: Bull. Acad. roy. de Belg. t. 19, 1852, III, blz. 380-398 - Granges de Surgères (de). Lettres d'anoblissement accordées à Balthasar Moretus III et à ses descendants. In: Annales du bibliophile belge, 1886, blz. 89-107. - George (L. de). La maison Plantin à Anvers. 2e édit. Bruxelles, 1878, 8o. - Gruel (L.). Christophe Plantin. relieur. In: Journal gen. de l'Imprim. et de la Libr. Paris, 1891. Chronique: blz. 213-216. - Henrard (P.). La correspondance de Philippe Chifflet et de Balthazar Moretus I. In: Annales de l'Acad. roy. d'archéol. de Belg. 1885, blz. 319-366. - Kruitwagen (B.). Plantin's Letterkorps ‘Glose de Missel’. In: Tijdschr. v. boek- en biblw., 1908, blz. 22-28. - Plantin's Index characterum of 1567. Fac-similé reprint with an introduction by Douglas C. Mc. Murtrie. New-York, 1924, 4o. - Reiffenberg (de) L'imprimerie plantinienne et les presses anversoises. In: Annuaire Bibl. royale, 1847, blz. 177-196. - Raemdonck (J. Van) Relations commerciales entre Gerard Mercator et Christophe Plantin à Anvers. In: Ann. Cercle archéol. du Pays de Waes, d. 10, blz. 73-106, en ook in: Bulletin de la Sté de Géographie d'Anvers, d. IV. blz. 327-366. - Roggen (D.) Bezoek van Albert en Isabella aan de Plantinsche drukkerij ter gelegenheid van hun blijde intrede in Antwerpen (December 1599). In: De Gulden Passer, 1927, blz. 22-25. - Scheler (A.). Geschichte der Entstehung der berühmten Plantinischen Polyglottenbibel und Biographie des mit dieser beauftragten Benedito Arias Montano (nach span. Quellen). In: Serapeum, 1845, blz. 241-251, 265-272. - Sorbelli (A.). Christoforo Plantin. Milano, 1923. 8o. - Stein (H.). Une lettre de Plantin à Pierre Pithou (10 février 1576). In: De Gulden Passer, 1926, blz. 44-45. - Id. La succursale plantinienne à Paris. In: Le Bibliographe moderne, 1920-21, blz. 34-37. - Straelen (J.B. van der). Geslagt-lyste der nakomelingen van den vermaarden Chr. Plantin. Antwerpen, 1858, 4o. - Tiele (C.A.). Christophe Plantin et le sectaire mystique Henric Niclaes. In: Le Biblioph. belge, 1868, blz. 121-138. - Truchis de Varennes (A. de). Les Chifflet à l'imprimerie plantinienne, trente cinq lettres de leur correspondance avec les Moretus et le catalogue de leurs ouvrages édités à cette célèbre imprimerie. Besançon. 1909, 8o. - Verheyden (P.). Plantinsche bandmerken. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1910, blz. 263-265.
- voetnoot1)
- Zie hierboven blz. 18, 19, 20.
- voetnoot1)
- Genard (P.). De drukker Hendrik Aertsens de jongere en de veiling zijner boeken in 1662. In: Bull. Antw. biblioph. II, blz. 87-100. - Poffé (Ed.). Een onbekend Antwerpsch nieuwsblad uit de 18e eeuw. In: Het Boek, 1912, blz. 238-242.
- voetnoot2)
- Goris (J.A.). Het monopool der almanakken van H. Verdussen. (1619-1630) In: De Gulden Passer, 1925, blz. 114-120. - Id. Het proces gevoerd door den stamvader der Verdussen's. Ibid. 1924, blz. 83-89. - Hoc (M.). Un recueil de placards monétaires imprimés par Jérôme Verdussen en 1628. Ibid. 1923, blz. 169-172. - Id. Un tableau de monnaies imprimé en 1612 par Jérôme Verdussen. Ibid. 1924, blz. 196-198. - Linnig (B.). De bibliotheek van Jan-Baptist Verdussen te Antwerpen. (18e eeuw). In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1903, blz. 198-200. - Sabbe (M.). Briefwisseling van de Gebroeders Verdussen, Hieronymus III en Jan Baptist, 1669 tot 1672. Antwerpen, 1923, 8o (Uitgave van de Antw. Bibliophielen no 37.) Alsook: Het Boek, 1923, blz. 328-354.
- voetnoot3)
- Cuyck (H. van). Aanteekeningen over Godgaf Verhulst, den oudere, drukker en boekverkooper te Antwerpen. In: Bull. der Antw. biblioph. II, blz. 115-180.
- voetnoot4)
- Sabbe (M.). Antwerpsche drukkers. Franciscus Ignatius Vinck. In: De Gulden Passer, 1927, blz. 250-255.
- voetnoot5)
- Sabbe (M.). Antwerpsche drukkers. Johannes Iudocus Gerardus de Marcour. Ibid. 1928, blz. 216-218.
- voetnoot6)
- Elias (H.). De Antwerpsche uitgave van Pr. Farinacci's Tractatus de Haeresi 1616. Ibid. 1928, blz. 254-272.
- voetnoot7)
- Bom (Em. De). Van den Branden's Abraham Verhoeven. In: Tijdschr. voor boek- en biblw. 1903, blz. 178-184. - Id. Abraham Verhoeven, de eerste couranteer van Europa. Ibid. 1903, blz. 27-51. - Id. Verhoeveniana. Ibid. 1905, blz. 77-83. - Branden (F.J. van den). Ontstaan van het Nieuwsblad te Antwerpen. Abraham Verhoeven. Zijn leven, 1575-1652. Antwerpen, 1902. 8o. - Goovaerts (A.). Origine des gazettes et nouvelles periodiques. Abraham Verhoeven d'Anvers, le premier gazetier de l'Europe. Anvers, 1880. 8o. - Id. Abraham Verhoeven van Antwerpen, de eerste gazettier van Europa. Bio-bibliographische Studie. Uit het fransch vertaald door Edw. van Bergen. Antwerpen, 1881. 8o.
- voetnoot1)
- Heurck (E.H. Van). Une ancienne édition anversoise de Pierre de Provence. In: De Gulden Passer, 1923, blz. 74-77. - Ledeboer (A.M.). Het geslacht van Waesberghe. 2e uitg. 's-Gravenhage-Utrecht, 1869, 8o. - Hoffmann (F.L.). Description d'un ouvrage édité à Anvers par Jean de Waesberghe. In: Bull. du bibl. belge, 1864, blz. 269-273.
- voetnoot2)
- Visart de Bocarmé (A.). Recherches sur les imprimeurs brugeois. Bruges, 1928. 4o.
- voetnoot3)
- Bethune (Jean). Colard Mansion. In: Biogr. nation. D. XIII, kol. 395-400. - Blades (W.). The life and typography of William Caxton, England's first printer, with evidence of his typographical connection with Colard Mansion, the printer at Bruges. Compiled from original sources. London, 1861-63. 4o, 2 deelen. - Carton (C.). Colard Mansion et les imprimeurs brugeois du XVe siècle. In: Annales Sté. Emul. Bruges, 2e série, d. V, 1847, blz. 333-372. - Delepierre (O.). Colard Mansion. In: Biographie des hommes remarquables de la Flandre occidentale, d. I, blz. 75-78. - Discours qui ont été prononcés..... lors de la remise.... des éditions de Colard Mansion, léguées à la Bibliothèque de cette ville par M. Van Praet. Bruges, 1837, 8o. - Laing (D.). Illustrations to the volume of Bocace printed at Bruges in 1476. Edinburg, 1867, 8o. - Michel (H.). L'imprimeur Colard Mansion et le Boccace de la Bibliothèque d'Amiens. Paris, 1925. 4o. - Praet (J.B. Van). Notice sur Colard Mansion, libraire et imprimeur ...de Bruges... Paris, 1829. 8o.
- voetnoot1)
- Gilliodts-van Severen (L.). L'oeuvre de Jean Brito, prototypographe brugeois. Bruges, 1897. 8o. - Bergmans (P.). L'imprimeur Jean Brito et les origines de l'imprimerie en Belgique, d'après le livre récent de M. Gilliodts-van Severen. Gand, 1898. 8o. - Enschedé (J.W.). La Deffense, na 1477 gedrukt door Brito te Brugge. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1909, blz. 153. - Weale (W.H. James). Jean Le Breton, prototypographe français. In: Rev. des bibl. 1898, blz. 58-64. - Gilliodts van Severen (L.). La question de Jean Brito. Lettre. [Réponse à W.H. James Weale]. Ibid. 1898, blz. 128-133.
- voetnoot2)
- Hoc (M.). Henri Goltzius, imprimeur. In: Congrès international des bibliothécaires et des bibliophiles, 1923. Procès-verbaux et mémoires. Paris, 1925. 8o blz. 383-384. - Hulst (Félix van). Hubert Goltzius. In: Revue de Liège, 1846, blz. 5-29.
- voetnoot3)
- Bergmans (P.). L'imprimeur-libraire brugeois Joseph Ignace van Praet. Gand, 1904, 8o. - Id. Jos. Ign. van Praet. In: Biogr. nation. D. XVIII. kol. 163-165. - Piot (Ch.). Particularités concernant le père de Jos.-Bas.-Bernard van Praet. In: Le Bibliophile belge, I, 1845, blz. 344-347.
- voetnoot4)
- Meersch (Aug. van der). Hubert de Croock. In: Biogr. nation. D.V. kol. 46-47.
- voetnoot5)
- Perquy (A.). La typographie à Bruxelles au début du XXe siècle. Bruxelles. 1904. 8o.
- voetnoot1)
- Alvin (F.). Thomas van der Noot. In: Biogr. nation. D. XV, kol. 880-881. - Estabel. Thomas van der Noot, imprimeur de Bruxelles. In: Bull. du bibl. belge, 1864, blz. 20-21. - Het eerste Nederlandsch gedrukte kookboek (Brussel, Thomas van der Noot, c. 1510). Fac-similé uitgegeven naar het eenig bekende exemplaar in de Bayerische Staatsbibliothek. München, 's Gravenhage, 1925. 8o. - Kronenberg (M.E.). Eene uitgave van Jan van den Dale, de Ure van der doot van c. 1516. In: Het Boek, 1925, blz. 129-134. - Id. De looze vossen der Werelt. Ibid. 1925, blz. 321-333.
- voetnoot2)
- Vincent (J.B.). Le chef d'oeuvre de Jean Jos. Boucherie, imprimeur à Bruxelles. In: Bull. du bibl. belge, 1858, blz. 102-106.
- voetnoot3)
- Wauters (A.). Eug. Henri Fricx. In: Biogr. nation. D. VII. kol. 302-304. - Vincent (A.). Les Fricx, imprimeurs et libraires à Bruxelles au XVIIe et XVIIIe siècles. In: Annuaire des biblioph. et iconoph. de Belg. Bruxelles. 1916, blz. 101-108.
- voetnoot4)
- Meersch (Aug. van der). Jean de Grieck. In: Biogr. nation. D. V, kol. 135.
- voetnoot5)
- Wauters (A.). Jean Mommaert. In: Biogr. nation. D. XV, kol. 88-94.
- voetnoot6)
- Vincent (J.B.). Renseignement historique trouvé ds une préface de livre écrite par un ancien imprimeur de Bruxelles. In: Bull. du bibl. belge, 1858, blz. 210-13.
- voetnoot7)
- Vincent (A.). Les Velpius, imprimeurs et libraires. Mons, Louvain, Bruxelles. In: Rev. des bibl. et arch. de Belg. 1909, blz. 250-258, 415-427.
- voetnoot8)
- Huet (G.). La première édition de la Consolation de Boèce en néerlandais. In: Mélanges Julien Havet. Paris, 1895, blz. 561-569. - Meersch (D.J. van der). Inductions historiques sur Arnaud de Keysere, imprimeur à Audenarde de 1479 à 1482. In: Le Bibliologue belge, 1839, blz. 193-208. - Meersch (P.C. van der). Une édition gantoise inconnue, imprimée en 1490 par la veuve d'Arnaud de Keysere. In: Le Biblioph. belge, 1845, blz. 217-223. - Pauw (N. de). Arend de Keysere. In: Biogr. nation. D.V. kol. 228-238. - Voisin (A.). Recherches... sur la bibliothèque de l'Université... de Gand. Gand. 1839, 8o, blz. 57-74 en Appendice, blz. 81-82.
- voetnoot1)
- Documents concernant Pierre De Keyser, imprimeur à Gand. In: Mess. sc. hist. 1885, blz. 102-104. - Meersch (D.J. vander). Pierre De Keysere, imprimeur à Gand au XVIe siècle. In: Le Biblioph. belge, 1846, blz. 51-52. - Pauw (N. de). Pierre de Keysere. In: Biogr. nation. D.V. kol. 240-244. - Vreese (W. de). De legende op den band van Pieter De Keysere. In: Het Boek, 1928, blz. 49-51 en blz. 146.
- voetnoot2)
- Haeghen (V. vander), L'humaniste-imprimeur Robert De Keyser et sa soeur Clara, la miniaturiste. In: Annales de la Soc. hist. et archéol. de Gand, 1908, D. VIII.
- voetnoot3)
- Verheyden (P.). Twee onbekende drukkers uit de 16e eeuw. Joos van den Kerchove, Gent, Cornelis van den Kerchove, Antwerpen. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1907, blz. 75-82.
- voetnoot4)
- Boas (M.). Een onbekende Cato-vertaling van den Gentschen drukker Joos Lambrecht. In: Het Boek, 1919. blz. 84-92. - Haeghen (F. vander). Voorrede van het werk: Joos Lambrecht, Nederlandsche Spellynghe. Gent, 1892. (Uitg. der Vlaamsche Bibliophielen). - Haeghen (Van der). Josse Lambrecht. In: Biogr. nation. D. XI, kol. 203-209. - Keyser (P. De). De bronnen van Joos Lambrechts ‘Nederlandsche Spellynghe’. In: Revue de phil. et d'hist. 1928, blz. 1345-1362. - Voisin (A.). Josse Lambrecht, imprimeur, graveur, poète et grammairien gantois du XVIe siècle. In: Messager des sc. hist. 1842, blz. 36-65.
- voetnoot5)
- Bergmans (P.). Victor Le Dayn. In: Biogr. nation. D. XI, kol. 601-602.
- voetnoot6)
- Haeghen (V. vander). Les Manilius, imprimeurs. In: Biogr. nation. D. XIII, kol. 332-341.
- voetnoot7)
- Bergmans (P.). Corneille Van der Meeren. In: Biogr. nation. D. XIV, kol. 255-256.
- voetnoot8)
- Varenbergh (Em.). Corneille Meyer. In: Biogr. nation. D. XIV. kol. 773-775.
- voetnoot9)
- Haeghen (V. vander). Gillis vanden Rade. In: Biogr. nation. D. XVIII, kol. 539-541.
- voetnoot10)
- Haeghen (V. vander). Gerard van Salenson. In: Biogr. nation. D. XXI, kol. 216-218. - Prims (F.). Antwerpen in 1554 en de cronycke van Vlaanderen van Gheeraert van Salenson. In: De Gulden Passer, 1929, blz. 146-151. - Reume (A. De). Gérard Salenson, imprimeur à Gand, 1554. In: Le Biblioph, belge, 1848, blz. 185-187.
- voetnoot1)
- Haeghen (V. vander). Jean van Salenson. In: Biogr. nation. D. XXI, kol. 218.
- voetnoot2)
- Id. Les Van den Steene, imprimeurs à Gand. In: Biogr. nation. D. XXIII. kol. 742-749.
- voetnoot3)
- Id. André-Benoìt I Steven. In: Biogr. nation. D. XXIII, kol. 832-35: - André Benoît II Steven. Ibid. D. XXIII. kol. 835-845.
- voetnoot4)
- Capitaine (U.). Bibliographie liégeoise. In: Bull, du Biblioph. belge IX, 1852, blz. 114-134, 214-232. - Id. Nouvelles recherches sur les impressions liégeoises du XVIe siècle. Ibid. 1855, blz. 261-265. - Id. Recherches sur l'introduction de l'imprimerie dans les localités dépendant de l'ancienne principauté de Liège et de la province actuelle de ce nom. Ibid. 1867, blz. 103-128, 375-412, 1868, blz. 321-391. -
- voetnoot5)
- Polain (M.L.). Police de l'imprimerie et de la librairie au pays de Liège. Liège, 1854.8o - Gobert (Th.). L'imprimerie à Liège sans l'ancien régime. In: Bull. Institut archéol. liégeois, 1922, blz. 15-128. - Id. Imprimerie et journaux à Liège sous le régime français. Police, réglementation. Ibid. 1924, blz. 1-64. - Fairon (E.). Le premier index de livres prohibés à Liège 1545. In: De Gulden Passer, 1925, blz. 1-15.
- voetnoot6)
- Helbig (H.). La typographie au Pays de Liège. In: Catalogue officiel (de l')Exposition de l'art ancien au Pays de Liège. Liège, 1881.8o - Fairon (E.). Notes de bibliographie liégeoise. In: Revue des bibl. et Arch. de Belg. 1905, blz. 361-367. Le Paige. L'introduction de l'imprimerie au Pays de Liège et les premiers imprimeurs liégeois. In: Catalogue général (de l')Exposition de l'art ancien au Pays de Liège. Liège, 1905.8o.
- voetnoot7)
- Henaux (F.). Marmontel et les contrefacteurs liégeois. In: Le Bibliophile belge. 1845, blz. 393-295.
- voetnoot8)
- Nève (F.). Luc Bellére. In: Biogr. nation. D. II, Kol. 138-139. - X.Y.Z, Une énigme de la Biographie nationale. In: Le Biblioph. belge, 1869, blz. 82-83.
- voetnoot1)
- Helbig (H.). Notice sur l'édition originale et très rare du livre intitulé: Le fidèle et vaillant gouverneur. In: Bull. du bibl. belge 1861, blz. 109-112.
- voetnoot2)
- Reiffenberg (de). Impression liégeoise inconnue en partie ou du moins mal connue. In: Le Bibl. belge, 1845, blz. 308-309. - Siret (A.). Jean de Glen. In: Biogr. nation. D. VII, kol. 808-809.
- voetnoot3)
- Bergmans (P.). Pierre Kersten. In: Biogr. nation. D. X, kol. 662-665.
- voetnoot4)
- Chestret de Haneffe. Gautier Morberius. In: Biogr. nation. D. XV, kol. 235-237. - Helbig (H.). Notice sur le premier livre imprimé à Liège par Morberius. In: Mess. Sc. hist. 1847, blz. 243-248. - Hénaux (F.). Recherches historiques sur l'introduction de l'imprimerie dans le Pays de Liège. In: Mess. Sc. hist. 1843, blz. 9-39. - Reiffenberg (de). Impressions de Gautier Morberius. In: Le Biblioph. belge, 1845, blz. 226-228. - Id. Impressions de Mobrerius, reputé longtemps le premier imprimeur liégeois. Ibid. 1846, blz. 45-46. - Id. Le premier livre imprimé à Liège. In: Ann. de la Bibl. roy. 1842, blz. 304-305.
- voetnoot5)
- Bormans (S.). Généalogie des premiers imprimeurs liégeois. In: Le Bibl. belge 1867, blz. 36-42.
- voetnoot6)
- Brassinne (J.). L'imprimerie à Liège jusqu'à la fin de l'ancien régime. In: Histoire du livre et de l'imprimerie en Belgique (publiée par) le Musée du livre. D.V. Bruxelles, 1929. 4o.
- voetnoot7)
- Even (E. van). Renseignements inédits sur les imprimeurs de Louvain au XVe siècle. In: Le Biblioph. belge, 1867, blz. 47-65, 152-158. - Reume (A. de). [Notes sur les imprimeurs de Louvain]. Ibid. 1848; blz. 374-383, 1849, blz. 191-197.
- voetnoot8)
- Reusens (E.H.J.). Jean Bogard. In: Biogr. nation. D. II, kol. 615-616. - Id. Jacques Boscard. Ibid. D. II, blz. 733-34.
- voetnoot1)
- Reiffenberg (de). A. Bouvet, imprimeur à Louvain. In: Le Bibliophile belge, 1845, blz. 122-123.
- voetnoot2)
- Even (E. van). Over het eerste vlaemsch boek over de geneeskunde in België gedrukt. - Te Leuven, bij Coenraed Braem, 1481. In: De Eendragt, 1851, blz. 94-96, - Id. De Elzeviers te Leuven in de 16e eeuw. Ibid. 1851, blz. 73-74, 77-78, 90.
- voetnoot3)
- Even (E. van). Barthelemy de Grave. In: Biogr. nation. D. V, kol. 112-113. - Roersch (A.). Lettres à l'imprimeur Barthélémy de Grave de Louvain (XVIe siècle). In: Revue des bibl. Paris, 1912, blz. 238-246.
- voetnoot4)
- Bergmans (P.). Herman van Nassau. In: Biogr. nation. D. XV. kol. 480.
- voetnoot5)
- Even (E. van). Pierre Phalèse. In: Biogr. nation. D. XIV, kol. 154-157. - Id. Renseignements inconnus sur Pierre Phalèse, imprimeur de musique à Louvain, 1546-1573. In: Bulletin Acad. roy. de Belg, 1890, blz. 200-215. - Goovaerts (A.). De muziekdrukkers Phalesius en Bellerus te Leuven en te Antwerpen, 1546-1674. Antwerpen, 1882. 8o. - Id. Notice biographique et bibliographique sur Pierre Phalèse. Bruxelles, 1869. 8o. - Wotquenne (A.). Etude sur l'Hortus Musarum de Pierre Phalèse. In: Revue des bibl. et arch. de Belg. 1903, blz. 65-72.
- voetnoot6)
- Linden (H. Vander). Louis Ravescot. In: Biogr. nation. XVIII. kol. 801-802.
- voetnoot7)
- Roersch (A.). Un bon ouvrier de la Renaisance: Rutger Rescius. In: A. Roersch. L'humanisme belge à l'epoque de la Renaissance. Bruxelles, 1910. 8o. Chapitre I. - Id. Rutger Rescius. In: Biogr. nation. XIX, kol. 155-160.
- voetnoot8)
- Chalon (R.). Reynier de Diest. In: Le Bibliophile belge, 1850, blz. 48-102, - Vincent (A.). Les Velpius, imprimeurs et libraires. Louvain, Mons, Bruxelles. In: Revue des bibl. et arch. de Belg. 1909, blz. 250-258, 415-427.
- voetnoot9)
- Helbig (H.). Conrad de Wesphalie. In: Biogr. nat. D. IV, kol. 366-67.
- voetnoot10)
- Burger (C.P.). Een onjuist gedateerd berichtje. In: Het Boek, 1912, blz. 32. - Even (E. van). Jean de Westphalie. In: Biogr. nation. D. X, kol. 444-447. - Hoffmann (L.F.). Description d'une production de la presse de Jean de Westphalie selon l'exemplaire de la bibliothèque de l'église de Ste Cathérine à Hambourg. In: Le Bibliophile belge, 1849, blz. 291-293. - Id. Une impression de Jean de Westphalie. Ibid. 1849, blz. 17-19. - Kronenberg (M.E.). Een onbeschreven incunabel van Johannes de Westfalia (de Paderborn) te Leuven. In: Het Boek, 1921, blz. 209-212. - Id. Het Missale Leodiense, gedrukt door Johannes de Westfalia te Leuven. (c. 1476-1479). Ibid. 1930, blz. 55-64. - Kruitwagen (B.). Een Missale Leodiense gedrukt door Johannes de Westfalia te Leuven. In: Tijdschr. v. boek- en biblw. 1910, blz. 50-71.
- voetnoot1)
-
Delafaille (F.E.). Bijdragen tot opheldering der geschiedenis van Mechelen. Mechelen, 1892, 8o, I, blz. 23-233. - Doeselaer (E. van). Opzoekingen betrekkelijk de Mechelsche drukpers van 1773 tot 1900. Mechelen, 1902. 8o - Foncke (R.). Een Mechelsch drukker - boekhandelaar contra het Cramersambacht. (1764). In: Het Boek, 1917, blz. 81-88. - Leclercq (L.). Documents inédits sur l'histoire de l'imprimerie à Malines. In: Mechlinia, 1924, blz. 49-50; 1925, blz. 77-78, 82-84, 133-134, 166-169; 1926, blz. 9-12, 49-54, 113-117, 151-156, 177-178. enz. Gaat nog voort. - Verheyden (P.). Aanteekeningen betreffende Mechelsche Drukkers en Boekhandelaars in de 16e en 17e eeuw. In: Bull. du cercle archéol. de Malines, 1906, blz. 281-321, 1910, blz. 190-236. - Zech-Dubiez. (G.). Les almanachs malinois et leurs auteurs. Etude bibliographique. Ibid. 1902, blz. 101-184.
Voor het werk van Cordemans-De Bruyne, zie hooger.
- voetnoot2)
- Poncelet (E.). et E. Matthieu. Les imprimeurs montois. Mons, 1923. 4o (Société des Biblioph. belges séant à Mons, Public. No 35.)
- voetnoot1)
- Funck (M.). Le livre belge à gravures. Guide de l'amateur de livres illustrés imprimés en Belgique avant le XVIIIe siècle. Paris-Bruxelles, 1925. 8o.
- voetnoot2)
- Conway (W. Martin). The woodcutters of the Netherlands in the XV. Century. Cambridge, 1884, 8o. - Delen (A.). Histoire de la gravure dans les anciens Pays-Bas et dans les Provinces belges des origines jusqu'à la fin du XVIIIe siècle. I. Paris-Bruxelles, 1924, 4o.
- voetnoot1)
- Antwerpen heeft enkel als losse bibliografische gegevens over zekere drukkers aan te stippen: de werken van Campbell en Nijhoff-Kronenberg (148-1540), van De Backer en Ruelens (Annales Plantiniennes), van De Backer (over Hillen van Hoochstraeten), van Nuyts (over de Nutius). Zie hooger blz. 15 en volg.