Boeken - livres
Mgr. Dt. Gisb. Brom (†) en Mgr. Prof. Dr. A.H.L. Hensen: Romeinsche Bronnen voor den Kerkelijk-Staatkundigen toestand der Nederlanden inde 16e eeuw ('s Gravenhage, Martinus Nijhoff. 1911).
Deze rijke verzameling archiefbeschieden, nr 52 van de reeks der Nederlandsche Rijks Geschiedkundige Publicatiën, is voor Antwerpen van onbetwistbaar belang. Onder de 951 hier bijeengebrachte stukken uit de verschillende collecties van het Vaticaansche Archief (van 1521 tot 1592) zijn er heel wat die de geschiedenis van Antwerpen of van Antwerpsche instellingen als de oude abdij van S. Bernard, het klooster der Dominicanen, de Engelsche nonnen, de Minorieten, e.a. betreffen.
Wij vestigen hier vooral de aandacht op deze uitgaaf omdat ze ook ettelijke documenten bevat, die welkom zullen zijn bij hen, die zich voor de geschiedenis der Antwerpsche boekdrukkunst interesseeren.
In de eerste plaats zijn er daar enkele bescheiden over de Trognaesiussen, dit ondernemende, vaak te voortvarende geslacht van drukkers en kannuniken, waaraan de heer F. Donnet in 1919 zijn studie Les imprimeurs Trognaesius et tear familie beeft gewijd (Annales de l'Académie royale d'Archéologie de Belgique).
In een brief van den Dominicaan fra Felice, die fr. Vincenzo Ercolani in 1568 op zijn visitatiereis door de Nederlanden vergezelde, aan den Staatssecretaris Kardinaal Bonelli (p. 213) vinden wij een echo van den twist ontstaan tusschen Emmanuel Philips Trognaesius en Chr. Plantin over het privilegie om het Nieuwe Breviarium, dat in 1564 voor het eerst bij Paul Manuce, te Venetië verscheen, in de Nederlanden te mogen uitgeven (Zie Donnet: p. 9). Fra Felice gewaagt over ‘de moeilijkheden die Plantin Trognaesius in den weg legde’ met behulp van Granvelle. ‘Alhoewel velen Plantin voor een rechtschapen man houden’, toch meent fra Felice, dat hij niet altijd zeer kiesch is.
Diezelfde Emmanuel Philips Trognaesius verliet het drukkerswerkhuis en werd geestelijke. Reeds in 1578 verkreeg hij een kannunikaat in de O.L.V. Kerk te Antwerpen. Toen Laevinus Torrentius in 1587 bisschop van Antwerpen werd, had hij heel wat moeite om den deken en het kapittel aan zijn bisschoppelijke juridictie te onderwerpen. Emmanuel Philips Trognaesius was de spil van het verzet tegen het bisschoppelijk gezag. Hij was het die naar Rome werd gestuurd om de opvatting van het Antwerpsche Kapittel te verdedigen, (zie Donnet p. 15-23). Ook van dit geschil vinden wij sporen in de Romeinsche Bronnen (p. 378), in een brief van den Nuntius Frangipani te Keulen aan H. Cuyck, bisschop te Roermond. Frangipani klaagt er over, dat Trognaesius hem bij den paus belasterd heeft.
Een derde Document betreft Joachim Trognaesius, broeder van Emmanuel Philips, die de drukkerszaak, door den kannunik verlaten, voortzette. Nr 421 van de Romeinsche Bronnen is een privilegie in optima forma, gedagteekend 22 Augustus 1590, waarbij Paus Sixtus V aan Joachim Trognaesius verlof geeft om voor het gebied der Nederlanden na te drukken de weldra verschijnende Vaticaansche uitgaven van den nieuwen Brevier en andere liturgische boeken, alsook van den ‘Index’ der verboden boeken. Op de overtreding van dit privilegie stond een straf van 1000 gouden daalders, een derde voor de Apostolische kas, een derde voor den aanbrenger en een derde voor Trognaesius of zijn gevolmachtigde.