Boekenfilm
Onder den titel Nieuwe Tierelantijnen verzamelde J.W.F. WERUMEUS BUNING een nieuwe groep ‘zeer licht gewapende essays’ over ‘het goede der aarde’. Buning heeft het daarbij gemunt op het overgroote deel der menschheid, ‘dat van louter moderne menschelijkheid de menschelijke kennis des levens vergeten is’. Deze keurig verzorgde uitgave is verschenen bij Joh. Enschedé en zonen te Haarlem.
De reeds in De Stem gepubliceerde beschouwingen van dr. J.F. OTTEN over Bed en Wereld zijn thans in boekvorm verschenen bij van Loghum Slaterus' Uitg. Mij. te Arnhem.
Eveneens van JO OTTEN werd door A.A.M. Stols te Maastricht uitgegeven een novelle De zwarte vogel, een in Spanje onder matadors met aanhang spelend verhaal.
Het Euvel Gods noemde ALBERT HELMAN een bundel met een vijftiental korte verhalen, die door Nijgh en van Ditmar te Rotterdam werd uitgegeven.
In de Wereldbibliotheek is de vierde druk verschenen in ‘definitieve tekst’ van Verzen van WILLEM KLOOS met een reproductie van het portret van Kloos geëtst door Willem Witsen. Wel wat pretentieus staat vermeld, dat Henk Both de band ontwierp voor deze uitgave. Wat streepjes en het woord ‘verzen’ verticaal gedrukt kan ook een klein kind verzinnen. Waarom vermeldt men ook niet welke zetter het zetsel leverde?
SIEGFRIED E. VAN PRAAG wijdde een studie aan het dier in de litteratuur en verzamelde zijn beschouwingen daarover met een kleine bloemlezing in een bundel Wij en de dieren, uitgegeven door de Wereldbibliotheek. Van Praag geeft beschouwingen over het dier in de godsdienst en in de letterkunde, over het vermenschelijkte dier, het romantische dier en de ziel der dieren. In de bloemlezing nam hij dierenverhalen op van Kipling, Poe, Löns, Alscher, Roberts, Kuylman, Alas, Demaibon, Colette Willy, waarna hij de serie besluit met een eigen verhaal. Een overzicht van het werk der gekozen schrijvers gaat vooraf. Dit aardige doordringen in dierenpsychologie en de lessen daaruit voor den mensch te trekken zal ongetwijfeld veel belangstelling wekken, vooral waar blijkt met welk een liefde van Praag zijn werk verrichtte. Te betreuren is alleen, dat deze uitgave niet van betere illustraties werd voorzien dan het onbeduidend teekenwerk van Jacques Kaas. Met een zorgvuldige keus uit het werk van ervaren dierenschilders ware het streven van v. Praag beter gediend geweest.
In de bekende serie monografieën over filmkunst, uitgegeven door W.L. & J. Brusse te Rotterdam is thans het deeltje verschenen van TH.B.F. HOYER over Russische filmkunst. Na een kort overzicht van de ‘voor-revolutionaire Russische film’ wordt de revolutionaire Russische film behandeld, haar ontstaan, karakter, vorm, inhoud en montage. Vervolgens vindt men een overzicht van de regisseurs met tal van biografische bijzonderheden alsmede opsomming van hun werk. Tenslotte wordt de geschiedenis behandeld der filmmaatschappijen over de verschillende sowjetstaten, hun zetel en hun medewerkers. Tal van belangrijke gegevens treft men hier bijeen, afgewisseld door goed gekozen karakteristiek fotomateriaal.
Van Dietsche Warande en Belfort werd een dubbel nummer aan de Filmkunst gewijd. Men vindt hierin bijdragen van Morlion over Filmhorizonten, van De Keuckeleire over vrijmaking van de film, van Lou Lichtveld over geluidsaesthetiek van de film, van Close Up over de Nederlandsche en de Russische film, van Lode Geysen over tooneel en film. Een mooi nummer vol afwisseling samengesteld.
LODE ZIELENS, de Vlaming, die destijds zoozeer verraste met zijn roman ‘Het duistere bloed’ liet dit jaar bij de Uitg. Mij. ‘Elsevier’ te Amsterdam een nieuw boek verschijnen getiteld Moeder, waarom leven wij?