Ingezonden
‘Zoo zijn onze manieren’
Geachte Redactie, Alkmaar, / Amsterdam, 10-3-32.
Ofschoon de heer Greshoff in zijn stuk ‘Zoo zijn onze manieren’ vele psychologische factoren, die o.i. voor de ontwikkeling van het bewuste conflict van groot belang waren, geheel buiten beschouwing heeft gelaten, willen wij in dit korte antwoord alleen de quaestie onder oogen zien, die den heer G. tot verontwaardiging heeft gebracht, n.l. die der gecondenseerde advertentie in ‘De Groene’ van 30 Jan. 1.1.
Tweede ondergeteekende schreef reeds, zooals uit het stuk in ‘Den Gulden Winckel’ van 20/2 blijkt, persoonlijk aan den heer G., dat het volgens zijn meening hier geen geval van tekstvervalsching gold, en dat hij er zelfs zeer over verbaasd was geweest, dat de heer G. deze revanche niet had opgenomen met de sportiefheid van den ‘beau joueur’, die de beide ondergeteekenden hadden meenen te mogen verwachten.
Het spijt ons, dat wij ons vergist hebben en dat de heer G. gereageerd heeft op een wijze, die wij niet hadden voorzien.
Waar de heer G. echter meent, het slachtoffer geworden te zijn van een unfaire handeling, verklaren wij, ons niet aan tekstvervalsching te hebben willen schuldig maken en bieden onze excuses hiervoor aan.
Met verschuldigde gevoelens,
J. SCHUYT Jr., Uitgever.
MARTIN J. PREMSELA,
Leider der serie ‘De Moderne Fransche Roman.’
Nu ik begin te begrijpen wat de term ‘sportief’ beteekent, spijt het mij heelemaal niet meer dat ik niet aan sport doe.
Overigens: basta. Lang zullen ze leven in de gloria!
J. GRESHOFF
Bellevue (S. et O.) 14/3 '32.