terviewen en hem vragen, wie de grootste dichter is van dezen tijd en het antwoord zou b.v. luiden: Gustaaf van Elring, dan zou dat ook zonder commentaar van mij - ik weet niet, of de redactie het niet van een noot vol instemming zou voorzien - opgeteekend worden. Dat heb ik steeds gedaan en zal het blijven doen. En ik zou al een heel slecht journalist zijn, als ik anders handelde.
Als ik zelf iets te zeggen heb, doe ik dat niet in een interview.
G.H. 's GRAVEZANDE