Een herinnering aan Van Looy
M.J. Brusse, Jacobus van Looy over zijn werk. - Rotterdam, W.L. & J. Brusse's Uitg. Mij.
Een kleine kostelijke herinnering bood de schrijver van Onder de Menschen, toen hij onder zijn oude paperassen het gesprek vond, een ‘soortement interview’, dat Brusse een drie-en-twintig jaar geleden met van Looy had over zijn werk en zijn wijze van werken.
‘Ik ben genoegelijk van aard - een eenvoudige, doodgewone man; een echte werkman. En ik houd van een pretje. Waarachtig, ik lach wàt graag ... leef heelemaal niet zoo in die heiligheid van de kunst, hoor.’
Zoo ving de notitie van het te Londen gevoerde onderhoud aan en men beseft terstond, hoe ‘echt’ hier de figuur van van Looy wordt uitgeteekend in de eenvoudige genoegelijkheid van zijn spreekwijze. Slechts een fijn, gevoelig waarnemer als Brusse is, kan zoo beeldend, zoo portretteerend den geïnterviewde op papier brengen.
Met de afbeelding van v. Looy's portret destijds door Jan Veth voor De Kroniek geteekend en de facsimile van een fragment uit het handschrift van Feesten werd dit welverzorgde uitgaafje een gevoelige hulde aan de nagedachtenis van dezen prachtigen kunstenaar.
W.S.