Afbeelding no. 4
reele nooddruft tot het zoeken van een keerpunt, doch bezigde bij wijze van afwisseling een andere techniek. Ze zijn dan ook xylografiesch te weinig streng gebeeld; alleen het ex-libris voor Mej. Serrurier biedt in onderdeelen typische staaltjes van houtsnee-kunst.
Met dat al zouden we deze ex-libris niet gaarne missen. Ze zijn tot in bijzonderheden buitengewoon bekoorlijk en verraden fijnen zin voor het decoratieve. Er moge dan iets aan haperen - en we zijn nog niet au bout de notre latin - we erkennen gaarne, dat we ons hier bevinden tegenover kunst van goeden huize.
En nu, de letters. Het is jammer, dat een ex-libris als dat voor Dr. Voorhoeve weinig fraaie lettervormen draagt. Zij doen, vooral door de dwarsstreepjes, kinderlijk aan. In het boekmerk voor Just Havelaar is een iets beter resultaat bereikt. Alleen gestadige en ijverige oefening kan leiden tot schoonheid, eenheid met het geheel. Het is in dit geval misschien niet geheel billijk, om mej. Bake te verwijten, dat zij hier van den meest uitnemenden welstand verre bleef.
Laten we nu deze ex-libris eens stuk voor stuk bezien. Dat voor mej. C. Serrurier is een alleraardigst bedreigings-exlibris (afb. 1). De spreuk ademt de bezadigdheid, welke we in ons land uit dergelijke stukken kennen. Maar het is dan ook een heele collectie duvels, die paraat is om een oneerlijke ziel levenslang te martelen. Het is weder een aardige afwisseling in deze soort en brengt ons de hatelijke variaties op buitenlandsche boekmerken in herinnering. Ginds beriep men zich zelfs op den bijbel: ‘Der Gottlose borgt und giebt nicht wieder (Psalm 37, 21)’. Ook humor kennen zij, getuige het ex-libris, dat de caricaturiste van de Meggendorfer Blätter, Mathilde Ade, ontwierp:
Bücher pumpen is nicht schwer,
De mentaliteit van uitlatingen als ‘Wer dies Buch wegträgt, den sollen tausend Peitschenhiebe treffen und Lähmung und Aussatz dazu’ komt eerst goed uit tegenover juichende opschriften als ‘Here's the book I sought for so!’
Het ex-libris van mej. Bake is origineel, vol leven, pit en geest, bewegelijk van vulling en tevens het stuk, dat nog het meest het karakter van goede houtsnijkunst nabijkomt, althans de door deze techniek geboden tucht in beginsel erkent. Door de ook hier geuite neiging naar het fijn-verdeelde, het zacht-geweven ornament is het strak en klaar beeldende niet geheel verdrongen.
Het ex-libris voor den bekenden beoordeelaar van kunst, Just Havelaar, stelt voor: de steeds bezig zijnde gedachten, als nijvere bijen af- en aanvliegend (afb. 2). In den opzet treft de wijze van verdeeling van licht tegen donker en het heeft in zijn optische verschijning iets fragmentarisch, doet denken aan een deel van ornament met telkens terugkeerend motief. Maar het rept in zijn rust ook van den fijn-georganiseerden mensch Havelaar, ons bekend uit werken als De religie der ziel. Ik voel in dit stuk sterk een bepaalde sfeer, als die van den overgang naar een andere wereld. Het heeft iets verstilds, als een oord van mystiek.
Mevrouw Barkey Wolf zit gaarne gezellig thuis, bij haar studieboeken; vandaar de afbeelding van een poesje (afb. 3). Het boek staat op de eereplaats. Aan motieven biedt het boekmerk veel antieks, maar de opvatting en stijl van de ontwerpster maakten het tot een fleurig teeken.
Het ex-libris voor den heer en mevrouw Voorhoeve is alleraardigst (afb. 4). De heer Voorhoeve is doctor in de Indische letteren en heeft, evenals zijn echtgenoote, veel belangstelling voor Indische volksverhalen. In die verhalen speelt, gelijk velen bekend is, de kantjil, een Indiesch dwerghert, een hoofdrol, zooals Reintje de Vos in die bij ons. Het oolijke hertje staat nu op het ex-libris met allerleukst-neutraal kopje te midden van de vele dieren, die het bij den neus heeft gehad (olifant, krokodil, aap, tijger, wild zwijn, enz.).
Laten we nu de primaire eischen van de houtsnede even rusten, dan mag van de door mej. B. Bake gesneden ex-libris worden verklaard, dat zij als zoodanig waardeerbare eigenschappen bezitten. De techniek gaat haar goed af al kan begrijpelijkerwijs van beheerschen nog geen sprake zijn. Bij de uitwerking van het motief heeft soms de idee van batik-kunst invloed, hetgeen niet altijd gewenscht is. In de uitbeelding van het dier treft ze door spitse geestigheid. Voor het ontwerpen van letters moet ze bij de grootmeesters ter schole gaan en vooral arbeiden met gevoel en verstand beide. Het formaat is goed; het past bij het boek, gelijk zoozeer bij de meeste Deensche ex-libris het geval is.
Wij hopen, dat het bij die vier boekmerken van mej. Bake niet blijft en deze slechts een waardigen inzet vormen van een reeks. En moge het den schijn hebben, dat op hare ex-libris méér viel af te dingen dan op menig vroeger gepubliceerd stuk, dat artistiek op lager peil staat, dan zij opgemerkt, dat dit inderdaad slechts schijn is. Het bewijst immers, dat zij voor den criticus vele aangrijpingspunten bezitten en de ontwerpster kan het als lof beschouwen, dat wij over hare kunst niet spoedig zijn uitgepraat. En ... ‘it proves that the work is vital’ (Oscar Wilde).
1. De afbeeldingen zijn gedrukt van de houtblokjes.
2. Als exlibris-verzamelaar, die gaarne wil ruilen, gaf zich nog op: Dr. N.A. Scheers, Groot Weezenland 15, Zwolle.
JOHAN SCHWENCKE