Den Gulden Winckel. Jaargang 27

Oprichting van het Genootschap Louis Couperus

DE volgende circulaire werd verzonden:

Vijf jaren ruim zijn er thans, na Louis Couperus' overlijden, den i6en Juli 1923, voorbijgegaan. Wij verloren in hem een groot man, een geniaal romanschrijver, die den roem van onze Nederlandsche letteren ver over onze grenzen droeg.

Maar zelfs bewonderaars van Louis Couperus' kunst overzien de groote beteekenis van zijn oeuvre voor onze cultuur niet volledig. Velen kennen van zijn Haagsche romans, en zijn romans op de oudheid betrekking hebbende, slechts enkele boeken. Toch verrijkte Couperus' arbeidzame, steeds verrassende, zich steeds hernieuwende geest, onze literatuur met drie dichtbundels, vijf en twintig romans in zeven en dertig deelen en negen en dertig deelen vertellingen, mythen, legenden en korte verhalen, waaronder werken, behoorend tot het allerbeste in de wereldliteratuur.

De ons omringende landen hebben, onmiddellijk na Couperus' verschijnen in onze letteren, groote belangstelling voor hem getoond. Vijftien zijner boeken werden, voortreffelijk vertaald, in de Engelsche taal uitgegeven en in de Engelsche pers met vreugde en groote waardeering begroet. In de Duitsche taal zagen vijftien romans en zeven novellenbundels van Couperus het licht.

De onderteekenaars nu dezer circulaire, dankbaar voor het prachtig stuk Nederlandsche Cultuur, dat Louis Couperus ons heeft nagelaten, willen zijn nagedachtenis waardig en blijvend eeren door de stichting van ‘Het Genootschap Louis Couperus’. Na er ons in de eerste plaats van te hebben overtuigd, dat Mevrouw Couperus-Baud met deze plannen instemde, betuigden velen hun ingenomenheid met deze gedachte en vonden daarin levensvatbaarheid.

Het doel van het Genootschap is:

Bijeenkomsten der leden te houden met lezingen of voordrachten over en uit Louis Couperus' leven en werken.

Een verzameling te vormen van manuscripten, brieven, portretten en andere zaken, betrekking hebbende op Louis Couperus en tevens een boekerij, bevattende de verschillende uitgaven zijner werken, en datgene wat in het binnen- en buitenland over den schrijver en zijn arbeid is verschenen.

Deze verzameling onder te brengen in een onzer groote bibliotheken of een belangrijk gemeente-archief; deze collectie nu en dan ten toon te stellen. Vervolgens: Te bevorderen het houden van voordrachten over Louis Couperus in het buitenland door buitenlanders of landgenooten en tevens, voor zoover mogelijk, de zorgvuldige vertaling van zijne werken.

[p. 384]

Wij wenden ons thans ook tot U met de uitnoodiging deel te willen uitmaken van ons Genootschap.

Wij zouden h.et zeer op prijs stellen, indien gij ons wilt verschaffen: de namen en adressen Uwer vrienden en kennissen in de plaats Uwer inwoning, door het geheele land en in onze koloniën, of elders in het buitenland vertoevend, waarvan gij veronderstelt dat zij eveneens leden van het genootschap behooren te zijn. Tenslotte verzoeken wij U nog, ons te willen melden, of gij er, op nader door U aan te geven wijze, toe wilt bijdragen, een afdeeling en een afdeelingsbestuur in de plaats Uwer inwoning te stichten.

Het lidmaatschap zal tenminste f 2.50, twee gulden vijftig centen, jaarlijks bedragen.

Donateurs zijn zij, die tenminste jaarlijks f 25.- (vijf en twintig gulden) storten, begunstigers zijn zij, die een gift in eens storten van ten minste f 100.- Honderd gulden; gelden, waarover onmiddellijk na de oprichting door de secretaresse-penningmeesteresse Mevrouw J. van Anrooy-de Kempenaer, Jacob Obrechtstraat 67, Amsterdam zal worden beschikt.

(Volgen de namen van vele in de maatschappelijke- en kunstwereld bekende personen).

Nader meldt men, dat het Genootschap is opgericht met aanvankelijk 80 leden. Tot voorzitter is gekozen de heer Henri van Booven, tot secretaresse-penningmeesteresse mevrouw van Anrooy-de Kempenaer. Als bestuursleden zijn gekozen Frans Bastiaanse, Cyriel Buysse, mr. Frans Coenen, mevrouw Albertine Draayer - de Haas, mej. Fenna de Meyier, mej. dr. C. Serrurier, mevrouw W.E. Tholen - de Ranitz en prof. dr. P. Valkhoff.

Aan het slot van de vergadering is op voorstel van den voorzitter bij acclamatie mevrouw Elisabeth Couperus - Baud tot eere-voorzitster van het genootschap benoemd.