Den Gulden Winckel. Jaargang 27
(1928)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAutobiografische Notities van den Prins de Ligne
| |
[pagina 171]
| |
voor zijn mentaliteit en situeert voortreffelijk het personage. De heer Chapuisat toont ons den prince de Ligne als ‘de legger van den geestelijken band, spotziek en schitterend, tusschen de achttiende en negentiende eeuw.’ Het is vrij juist. Grand seigneur als zijn vader, haatte hij de Revolutie, maar alles, in zijn gedenkschriften, die ware bekentenissen zijn, bewijst dat hij den invloed heeft ondergaan van Jean-Jacques, en hij bekent zelfs ondeugden, gelijkend op die van den eenzame. De Prince de Ligne maakt er geen aanspraak op geschiedschrijver te zijn. ‘Condé, Turenne, Eugène pouvaient écrire l'histoire de leur vie,’ zegt hij, ‘mais tous ceux qui n'ont pas une grande part à ce qui se passe dans le monde peuvent tout au plus en écrire quelques fragments pour s'amuser et quelquefois amuser les autres en leur rappelant ce qui n'existe plus.’ Dit komt op rekening van zijn bescheidenheid, een bescheidenheid berustend op een volkomen kennis van eigen persoon en eigen beteekenis. Dus bekommert hij zich ook niet om de tijdsorde. ‘On peut ouvrir ce livre ci, le fermer quand on veut et n'en prendre qu' à son aise.’ Maar hij voegt er trots aan toe: ‘Je n'écrirais pas tout cela si l'on devait me lire à présent, mais dans cent ans ces petites choses qui ont l'air d'être des riens feront plaisir.’ Men denkt aan Stendhal die zijn werken hetzelfde lot en zichzelf een nauwelijks vroegere beroemdheid voorspelde, met minder fijnheid misschien. Ligne en Stendhal trouwens, ofschoon zij niet op elkaar lijken, hebben eenige dingen met elkaar gemeen. De bourgeois Stendhal droomt van adel, de edelman Ligne van vrijheid, van vriendelijkheid, tot in de praal die hij ten toon spreidde. Beiden streefden naar militaire eer. Maar het zou vergeefs zijn de vergelijking verder door te drijven ... De stijl der ‘fragmenten’, eenvoudiger en slordiger dan die der andere werken van den Prince de Ligne, is ook oneindig levender, ik zou gaarne zeggen meer doorleefd. Zijn taal is vol vrijheden, onregelmatigheden, barbarismen. Hij wist het zeer goed, maar zocht niet er zich over te verontschuldigen. ‘Si une inversion ou une construction, ou une expression étrangère, soit allemande, soit latine, soit italienne, contribue à la clarté, qu'on la prenne, surtout pour l'histoire.’ |
|