Thomas Hardy †
THOMAS HARDY is in den ouderdom van 87 jaar overleden. Hij was de laatste van de groote Victorian Novelists; na een tijd van miskenning, of liever van verzet vanwege het Engelsche publiek tegen zijn pessimisme, genoot hij sedert lang een onvermengden roem.
Aanvankelijk opgeleid tot architect, bleven deze studies zeker niet zonder invloed op het litteraire werk waaraan hij zich later geheel wijdde. Meer dan van welken levenden romancier, geheel in tegenstelling daarin met George Meredith, getuigen zijn romans van een vlekkeloozen bouw. Er zou wel een studie apart te schrijven zijn over de architecturale kwaliteiten in den Engelschen roman. Het ware licht aan te toonen hoe deze geheel verschillen van die welke de goede Fransche romans kenmerken. De kloeke bouw van Hardy's werk sluit geenszins de minutieuse schildering, noch de lange uitweidingen uit.
Hardy's zin voor constructie blijft zelfs merkbaar in de romans die hij schreef met het oog op de publicatie per aflevering in tijdschriften. Van de vijftien verschenen er twaalf in periodieken. De spanning die al zijn verhalen kenmerkt, vindt daarin misschien een verklaring, en wat er van zij, de planmatige studie van ‘Far From the Madding Crowd’ wijst zeker op een invloed van deze wijze van werken. Noch Oppenheim, noch Conan Doyle, weten het beter aan te leggen om den lezer vast te houden.
Maar het genie van Hardy is daaraan te herkennen, dat zulke kwaliteit grondiger kwaliteiten niet uitsluit; dat bij herlezen steeds nieuwe schoonheden aan den dag treden. Aan de basis van zijn talent ligt een onverstoorbaar pessimisme. In 1905 schreef Meredith aan een vriend: ‘Hardy was bij me eenige dagen geleden. Ik ben steeds verheugd hem te zien, en laat hem niet gaarne vertrekken; om de dubbele reden, dat ik van hem houd, en dat mij zijn benevelde blik op het leven bedroeft.’ Wel kan er van nevelachtigheid worden gewaagd wanneer men Hardy vergelijkt bij een Meredith, die, ofschoon uitgaande van een zelfde paganisme, tot een klaar optimisme reikt. Terwijl zijn helden copieus eten, den wijn minnen en de wereld een joviale gelegenheid vinden, zien die van Hardy zelden van den grond op. Zelfs wanneer zij feesten, voelt men hoe Hardy niet met hen meefeesten kan. Terecht kon een criticus van Hardy getuigen, dat wij in zijn oogen niet meer vrijen wil hebben dan de spaken van een vliegwiel, en dat wij niet op den dood hebben te wachten om door de hemelen te worden meegeslingerd met de rotsen, steenen en boomen.
Maar dit onverzettelijk pessimisme geeft tevens een statigen gang aan zijn stijl, en wat meer is, onder den druk van deze zijn levensopvatting krijgen zijn helden een universeel karakter, een prangende menschelijkheid. En is het tenslotte niet beter het leven zonder hoop in te zien dan met zijn optimisme op ontgoocheling uit te loopen? Die weet wat hij van het leven verwachten kan, durft het ook zonder angst aanvaarden.
Hardy schrijft alsof hij het leven op onze planeet van uit onbereikbare hoogten zag. De ontroering die zijn dramatis personae bij ons opwekken schijnt, gelouterd door een koele luchtlaag, tot ons te komen. Hardy leeraart niet; noch is hij God of duivel, die met de menschen zijn eigen spel speelt. Veeleer blijft hij steeds de kunstenaar, die een brok leven ordent.
Het pessimisme van dezen grooten geest ontaardt nooit in ziekelijke wanhoop. Men zou de liefde tot zijn personen eerder een koel mysticisme kunnen heeten. In deze liefde heeft de natuur haar deel. Reeds in den roman ‘Under the Greenwood Tree’ waait uit iedere bladzijde de geur op van het Engelsche buitenleven. In al zijn werken leeft Dorsetshire waar hij zich na zijn huwelijk vestigen ging, en waar hij in de eenzaamheid zijn meesterwerken schiep.
Hij was vijf en twintig toen hij zich aan de litteratuur ging wijden. Zijn eerste roman ‘Desperate Remedies’ draagt, ofschoon leesbaar, alle sporen van onrijpheid. In het latere ‘Jude the Obscure’ wordt de fataliteit van het bestaan tot een obsessie, die vele bladzijden van het werk ongenietbaar maakt. Terecht zijn anderzijds ‘The Return of the Native’, ‘Tess of the D'Urbervilles’ en ‘Far From the Madding Crowd’, tot klassieke boeken geworden nog tijdens het leven van den schrijver. Zijn romans volgden elkaar op, van 1871 af, gedurende vijf en twintig jaren. Tijdens het laatste kwart eeuw had Hardy bij het groote publiek de faam verworven van professionneel poëet en van historisch dramaturg. ‘The Dynasts’, dat niet minder dan 19 bedrijven telt, werd met een nauwelijks te vergoelijken stoutmoedigheid door Granville Barker ten tooneele gebracht. Het mag bedroevend heeten dat Hardy niet, zooals Goethe destijds, geweigerd heeft als patriotisch kampioen op te treden.
Niettemin is met hem een der grootsten heengegaan.