TON KELDER'S KARIKATUUR V.
Eduard Veterman bij de kaartlegster.
nevelachtige verten (willen) uitvieren een ijdel bedrijf is en practisch niet toe te passen’.
En dan komt hij tot dit resumé: De jonge studenten (moeten) leven in groot enthousiasme, zij (dienen te) dragen die blijde mate van zelfbewustheid, die hen de wereld waarin zij een rol spelen, de studentenwereld, doet zien als groot en belangrijk. Deze hun levensopvatting is voor hen noodzakelijk, want vroeg of laat grijpt het werkelijke leven in, het vrije studentenleven vloeit uit binnen de banen van een gebonden maatschappelijk bestaan. En dan zal de student, die zijn vrijheid benutte om in de wereld rond te kijken, zelfstandig weten te staan tegenover het leven.
Hij sjokt niet mee, maar gaat vóór.
Dit is de gedachte welke ook voor hen, die bij gelegenheid van het Lustrum nog eens voor enkele dagen terugkeeren in de studentenwereld, de reunisten, beteekenis heeft. Zij wordt in het stuk belichaamd in den hoofdpersoon: Somaer, en in de figuur van den schoenpoetser-toovenaar: Gocheloth. Somaer is het bruisende jeugdleven, vol van idealen en overmoed, Gocheloth het maatschappelijk leven, dat Somaer louteren zal. De aan de hoofdgedachte verbonden nevengedachte is gepersonifieerd in Klein Duimpje met zijn zes broertjes. De symboliek dezer figuren is dubbel:
1o. is Klein Duimpje een persoonlijkheid tegenover zijn zes naamlooze broertjes (de conventie, de sleur);
2o. symboliseeren zij de sprookjeswereld, d.i. de subjectieve wereld als tegenbeeld van de objectieve. Uit de subjectieve wereld komen ook de zevenmijls-laarzen, door Gocheloth aan Somaer gegeven om hem in staat te stellen met zijn idealen het leven in te stappen, dat hem louteren en vormen zal.
Het komen van Somaer tot een persoonlijke levensbeschouwing wordt uitgedrukt in een tweetal ontmoetingen met Klein Duimpje; in het tweede bedrijf herkent Somaer hem nog niet, later, in het vierde bedrijf, wèl. Dan is in hem de vereeniging van beide wereldbeschouwingen: de idealistisch-ijdele en de maatschappelijk werkelijke, practische, voltrokken.
Snelle wisseling van velerlei tafereelen van kleur en licht zal dit alles maken tot een interessant kijkspel. Aan den toeschouwer is het, om de erachter schuilen de diepere bedoelingen er uit te distilleeren. Muzikale illustratie, dansen, exotische en moderne costuums zullen bijdragen om de effecten te verhoogen.
Alles te samen is voldoende om de nieuwsgierigheid te prikkelen in sterker mate dan wellicht ooit bij een Lustrumspel het geval is geweest.
Gemakkelijk was de taak, door den schrijver aan zichzelven gesteld, zeker niet. Moge de Stadsschouwburg op den 28en Juni gevuld zijn met een publiek, dat door daverend applaus hem en de spelers beloont voor wat zij ten tooneele zullen brengen.
WYBO MEYER