Boekenschouw
Vertaalde werken
Valentine Williams. De roode Hoogmis. Geautoriseerde vertaling van E.D. van M. - Hollandia-drukkerij, Baarn, 1926. (De Baarnsche boeken No. XIX.) (286 blz.) f 2.90; geb. f 3.75
Als motto vinden wij vóór in dezen roman:
‘En het was op den dag der terechtstelling, dat Voulland... de tuimelkarren zag naderen. “Komt” sprak hij tot hen, die naast hem stonden: “laat ons opgaan naar het hoog-altaar en hen de Roode Hoogmis zien opdragen”. - Het is dus ten tijde van de fransche revolutie dat dit verhaal speelt en de schrijver brengt ons in het hart van Parijs tusschen samenzweerders en slachtoffers. De hoofdpersoon, Hector Fotheringay, Engelschman, is luitenant en kapitein Zijner Majesteits Derde Garde te voet. In het jaar '94 “zette de oorlogsvlam Europa's horizon in brand en te midden van jagende wolken kruit en rook, zwart tegen den hel rooden hemel, bloedde de achttiende eeuw dood. Van den eenen kant van Europa's vasteland tot den anderen dreunden de bronzen roffel luid in 's menschdoms ooren, wanneer de tamboers van Santerre, van Dumouriez en Pichegru, droeve processiën van gepruikte spookgedaanten, ten grave vooruitgingen. De gezichtseinder was een massa van opdringende gestalten waarboven de aan flarden geschoten standaarden wapperden, terwijl de opwindende, verbijsterende, onweerstaanbare stem van den trom de volksbuurten op de been bracht - de veronachtzaamde, niet in tel zijnde andere stem van majesteit overdonderde en de barrevoetsche republikeinen opzweepte ter overwinning. - En terwijl dit drama zich in Parijs afspeelt kan Hector Fotheringay niet anders doen dan lanterfanten, zich prachtig kleeden, schulden maken en zijn kamerdienaar uitschelden als zijn chocola 's morgens niet heet genoeg is. Wanneer hij, in dronkenschap, den prins van Wales beleedigt, is er een uitweg voor hem: hij moet een belangrijke politieke zending voor Engeland vervullen te Parijs. Hoewel er veel gevaar aan verbonden is, accepteert hij het aanbod. Als
geheim gezant zal Hector naar Parijs vertrekken om daar eenige voorstellen van afgevaardigden der conventie in ontvangst te nemen. Hector reist natuurlijk onder een valschen naam en valschen pas, waardoor hij bij aankomst te Parijs direct in allerlei verwikkelingen valt. Degene tot wien hij zich moest wenden is juist denzelfden morgen van Hectors aankomst geguillotineerd, en Fotheringay ontsnapt nog juist door een achterdeur, bij een huiszoeking van dezen verdachte. Er volgt een reeks van spannende avonturen, goed geschreven, zonder de schromelijke overdrijving die de revolutieverhalen dikwijls kenmerkt. Parijs dat ten onder gaat en de makabere, lugubere sfeer is door den schrijver goed getroffen. Natuurlijk ontbreekt de liefdesgeschiedenis niet. Hector ontmoet, wanneer hij secretaris is van den mismaakten volksvertegenwoordiger Couthon, een jong meisje, Loison Mallet, die Couthon om inlichtingen over haar broer komt vragen. Toevallig heeft Couthon een oude veete met Loison's ouders, en wanneer zij hem haar naam noemt, krijgt hij een aanval van razernij. Loison weet nog te ontsnappen en Hector, op wien zij diepen indruk heeft gemaakt, maakt een afspraak met haar. Hij geeft haar wat geld en zoekt haar ook later op, om haar te waarschuwen, zich niet op straat te wagen. Fijn gevoeld is de kleine episode waar Loison - nog een kind bijna - zichzelf aanbiedt aan Fotheringay.
“Ik wou dat ik u kon toonen hoezeer dankbaar ik u ben. Zou u mijn minnaar willen zijn?” -
Zij had zich omgewend en keek hem nu in het gelaat ... Doch hij ontdekte geen verdorvenheid, geen wulpsch