Ja, dat effect en dat succesje! Dit is een zwak punt van de krant.
‘Een heel klein jokkentje, zou dat ook zonde wezen?’ Wij jokken allen wel eens, als particulier en als journalist. Soms is het een leugentje om bestwil, soms enkel om 't effect. Maar iemand, die 't veel doet, krijgt toch de reputatie van onbetrouwbaarheid. En 't publiek, dat in 't algemeen gesproken, geen haar beter is dan de krant; dat in zijn advertenties of andere mededeelingen er lustig op los jokt, is al te geneigd, den splinter in andermans oog te zien.
Er komen - laten wij 't liever ronduit bekennen dan er om heen te draaien - in de bladen veel te veel jokkentjes voor, die soms groeien tot leugentjes of regelrechte leugens.
't Meest jokt de journalist, of liever de krant (elke vakgenoot voelt de nuance) buiten zijn schuld, per procuratie. Namelijk in de van elders gezonden berichten, die niet altijd gecontroleerd worden, dikwijls ook niet gecontroleerd kunnen worden. Zoo blijft de krant in 't oog harer lezers aansprakelijk voor de onjuistheden van nieuws-agentschappen in binnen- en buitenland. Sommige bladen maken die aansprakelijkheid nog grooter door het air aan te nemen of dat bewuste nieuws, door honderden gelijktijdig ontvangen, haar alleen toebehoort, als had een speciale postduif 't op haar bureau gedeponeerd.
Zoo meldt zij van allerlei, soms uit ‘een vertrouwbare bron’, die haar geheel onbekend is, van ‘een bevoegde zijde’, die ze niet weet te noemen, ‘met de meeste zekerheid’ van een berichtenjager, dien ze nooit heeft gezien. Alles om 't te doen voorkomen, dat zij door directe verbinding alles weet en nog een beetje er bij.
Hierbij komt nog een element in 't spel: de fictie dat elke lezer nooit een ander nieuwsblad in handen krijgt dan dat éene. (Hierover later nog iets).
De meeste dagbladen, die in aanmerking komen, als zoodanig te worden genoemd, hebben sinds lang de goede gewoonte aangenomen om althans bij buitenlandsche berichten van agentschappen steeds de bron te vermelden. Sommigen ook voor bekende bronnen van binnenlandsch nieuws.
Dit is eene der vele verbeteringen, die ik mag noteeren uit mijn veeljarige ervaringen als journalist. Ik heb den tijd nog gekend dat er op de meest... vrijmoedige wijze ‘werd vernomen’ uit binnen- en buitenland, uit alle hemelstreken, door geen ander intermediair dan... een schaar. Er zijn wel ‘journalisten’ geweest, die zich op hun bureau noodgedwongen moesten bekwamen tot behangers, die enkel papier knipten en plakten, en van die werkzaamheid in letterlijken zin blaren aan de vingers kregen. Ware hun daarbij maar gelegenheid gegeven, zich tevens als couponknippers te bekwamen!
Die ‘goede oude tijd’ is nu voorbij, dank zij de auteurswet en onderlinge contrôle. 't Was après tout zoo intens belachelijk, dat ik er mij niet meer ernstig boos over kan maken. Had ik niet reeds toen de even gezegende als gevaarlijke sens of humour bezeten, dan - zou ik allang niet meer in staat zijn geweest, letterzetters te kwellen met mijn handschrift.
Behalve de groote agentschappen zijn er de particuliere correspondenten, in alle genres; een categorie die groote diensten aan de pers bewijst, maar die haar ook aan de meeste jokkentjes helpt. Direct en indirect. Om een of ander gering nieuws of kleine bizonderheid tot een ‘bericht’ op te blazen, versiert en vergroot men naar willekeur, zoodat er heel iets anders voor den dag komt dan de waarheid en niets dan de waarheid. Velen hebben in dat fabriceeren van wereldnieuws een virtuositeit verkregen, die op zich-zelve bewonderenswaardig is. Als ze heel gewiekst zijn, halen ze uit de gedwongen tegenspraak dikwijls nog een ‘berichie’.
Welke onnoozelheden die virtuozen in de kranten brengen, - daarvan kan ook de meest volkomen leek op dagbladpers-gebied zich dagelijks overtuigen, en welke jokkentjes zij in de wereld brengen, kan ieder zien uit de stellige tegenspraken, die ook dag aan dag in de bladen ontmoet worden - veel te veel voor de reputatie van betrouwbaarheid der pers in 't algemeen.
Deze jokkentjes bepalen zich niet tot de faits divers, ze strekken zich uit tot berichten over aanstaande benoemingen, over plannen van hooggeplaatste personen en regeeringsorganen. Al zijn 't maar ‘jokkentjes’, hier is het spreekwoord van kracht, dat vele kleintjes een groote maken. Al die onjuistheden ontsieren, in meerdere of mindere mate, onze dagbladpers van alle formaten en alle richtingen. De quantiteit moge verschillen, de moreele beteekenis blijft dezelfde.
Hieraan is wel degelijk iets te doen; dit hangt ook samen met de veel te luchtig behandelde quaestie der anonymiteit en persoonlijke verantwoordelijkheid.
Hierover een volgenden keer.
H.J. STRATEMEIJER.