Een aardig reclame-boekje
ER is in den laatsten tijd eene verbetering te bespeuren in de wijze waarop fabrikanten en handelaren hunne waren bekend maken. Niet alleen op het gebied der affichekunst valt met vreugde vooruitgang vast te stellen, doch ook in tal van dagblad- en tijdschriftannoncen; in winkelbiljetten en soms ook tram-transparanten; in kalenders en reclameboekjes is meer en meer een streven tot verfraaiïng en verbetering merkbaar, dat met ingenomenheid mag worden begroet.
Er is natuurlijk veel kaf onder het koren, hoe kan het anders? Doch het streven naar beter, dat is er, al dient het in de toekomst in vastere, vooral strenger decoratieve banen te worden geleid.
Onder de vele dingen op dit gebied trof mij een prentenboek, dat wel is waar niet aan deze laatst gestelde eischen voldoet, doch dat mij juist door het argelooze en kinderlijke sentiment sympathiek is. Het is een reclame-boekje van de bekende fabriek van sloten en brandkasten der firma Lips te Dordrecht. De teekeningen zijn van den Belg E. Delrue, van wien ik mij een wel aardig aanplakbiljet herinner van eene uitvoering van Belgen te Dordt (de letters waren weer de zwakke zijde van dit biljet, evenals van die in het boekje. Wanneer zullen de reclame-teekenaars zich eens gaan verdiepen in het wezen, de wordings-geschiedenis, de afstamming en het karakter dier wonderlijke teekens, die men ‘letters’ noemt?). De tekst van 't boekje is op rijm geschreven door Willem Steiner en het werd verzorgd en gedrukt door de Dordrechtsche Drukkerij en Uitgeversmaatschappij. - ‘Het Kasteel van 's Gravendeel’ is de historie van een diefstal met inbraak in een grafelijk slot, en de schrijver vertelt bij tal van aardige prenten hoe de nachtwacht en het adellijk paar zich houdt; hoe men zich in staat van verdediging stelt en hoe de oude trouwe keukenmeid den graaf raadt door weer en wind te rijden naar den grooten Toovenaar Dévolo Secretari, en hoe ten slotte op diens aanwijzing alle deuren van Lips-sloten worden voorzien en alle waarden in Lips-brandkasten veilig zijn. Dan sterven de roovers den hongerdood en het eindigt met een groot festijn en ‘slot’-zang. De prenten zijn uitgevoerd in zwart en rood; zij zijn vlot geteekend en vooral de randen zijn geestig bedacht, waarin men als het ware de evolutie van het slot, van de oudste tijden af tot heden, terug vindt. De versjes zijn door Steiner kinderlijk geschreven, en goed werd hierin de
stemming volgehouden. Teekenaar en dichter hebben eer van hun arbeid, doch ook de Dordrechtsche Drukkerij en Uitgeversmij., die hiermede opnieuw bewezen heeft goeden smaak te bezitten. Aardig bedacht is ook de uitvoering van het boekje. Het omslag is van gewoon donkergrijs pakpapier, waarin de deur van het kasteel werd uitgesneden en die van de eerste bladzijde te zien komt. Op oorspronkelijke wijze wordt dus al dadelijk de aandacht gevestigd op datgene waar het om gaat. Een geheel hollandsch boekje, voor een hollandsch fabrikaat, op hollandsch papier van v. Gelder, redenen te meer om het te prijzen, tusschen veel leelijks op dit gebied. Jammer alleen, en ook een fout, dat wèl de naam van den teekenaar op het omslag vermeld is, doch dat de schrijver Willem Steiner niet werd genoemd! Hij heeft voorzeker niet het geringste deel in het succes van deze aardige uitgave.
OTTO VAN TUSSENBROEK.