richten der dagbladen meldden allerhande namen, mij door 't volkslied bekend.
Daar werd geschreven van den wakkeren arts in Broek-in-Waterland, met hooge waterlaarzen plassende door 't benarde dorp. Eigen huis onbruikbaar, zijn apotheek onder water, zoodat hij in een emmer allerlei van de noodzakelijkste medicamenten had moeten redden.... Ik dacht hierbij aan zijn misschien waardevoller verzameling: stapels losse bladen, gedurende een veertigjarige praktijk beschreven met wat hij, de vriend van allen in den omtrek, uit den mond van oud en jong had opgevangen aan Nederlandsche liederen, aan Nederlandsche zangen en sproken. Wij vertrouwen, dat deze rijkdom, een oogst gelijk weinig folkloreverzamelaars zullen kunnen aanwijzen, mét de medicamenten is gered in hooger huis van 't ongelukkige dorp. Maar waar zijn de mannen en vrouwen, oudjes meest, die hem hebben voorgezongen wat zij van hun vaders en moeders hadden geleerd? Als de hulp van den arts werd gevraagd in Durgerdam of Katwoude of welk ander oord ook op mijien afstand, en een oude knecht in stille avonduren hem naar den zieke roeide, dan wist hij, aller vertrouweling, hem aan 't zingen te krijgen, een kunst, die bij ons zwijgzaam, achterdochtig, gesloten boerenras niet gemakkelijk is! En als dan na moeitevolle uren de tocht was volbracht, dan rustte dokter Bakker niet, vóór hij genoteerd had wat hij hoorde. Teksten en wijzen van Waterlandsche liederen! Wie den tocht maakt met de Waterlandsche boot over de zee, die, hopen we, spoedig geen zee meer zal zijn, zal weinig er van vermoeden, hoe hier een streek overgolfd is, waarin rijkdom van oude liedjes klonk, liedjes van eeuwen her....
Ik noemde al Durgerdam. En voeg er Overtoom bij. Beide namen van (vóór de overstrooming) buurten geheel of bijna onder den rook van Amsterdam. Men kan zich voorstellen, dat hier in de 17e eeuw bv. de gasten zich vestigden, die met een weet wat op hun kerfstok, de banne van Amsterdam mijdende, tóch de zangerigheid en de pret en het volksjolijt der zeemansstad bewaarden. De gasten, gelijk er nu nog aan den buitenrand der steden huizen in kermiswagens en woonscheepjes, en die ook toen het land afreisden met kleine negotie. Tot deze negotie behoorde 't liedboek en zoo denk ik me de verklaring van een titel als: ‘De Overtoomsche Marktschipper of Durkerdammer Kramer’.
Dit boekje is door 't geheele land verspreid. Wat geen wonder is, als men weet, dat het niet alleen in de Amsterdamsche volksdrukkerij maar bv. ook in Deventer werd gedrukt. En hoevele malen wel gedurende 18e en 19e eeuw, leere Scheurleer's Repertorium. Ik vond mijn eerste exemplaar in een streek schijnbaar ontbloot van alle poëzie, bewoond van oudsher door zeer rechtzinnige, door zeer brave, door zeer ernstige menschen uit het oude Friezenras, in 't Noorden van Groningen. Instructief is dit simpel boeksken wel. Het zal, gedrukt bij J.H. de Lange, Boekdrukker en verkooper aan den Brink te Deventer, een goede eeuw oud zijn. En.... dat is 't aan te zien!
't Grijs papier (koffiezakkenpapier zegt Jan te Winkel) is aan de hoeken vooral tamelijk wurw geworden. Toch bleef 't boeksken bewaard; er is zorg besteed aan 't bewaren. Als de velletjes uiteengevallen waren, is er met weinig deskundige maar zorgzame hand een nieuwe draad doorgehaald. 't Vroeger waarschijnlijk kleurige omslagje moest in den loop van 't lang gebruik vervangen worden. Welnu - en ook daarom is 't boekje mij waard, omdat het zoo de sporen draagt van inderdaad echt volksboekje te zijn - op de afgelegen boerderij, waar ik 't vond, had men geen geschikter omslag dan... een tabakszak. 'n Oude tabakszak en een houtsnee-vignet op het titelblad en bijna de geheele tekst in Gotische letter en haast alle teksten van een eerbiedwaardigen ouderdom... ziehier allerhande eigenschappen, die ik als echt waardeer in het overigens besmoezelde en bekoffievlekte en beëzelsoorde exemplaar.
Latere vondsten brachten me nog eenige Marktschippers. Zoo drukte P. de Lange in ‘sneldruk’