Snufjes
Deledda, (Grazia). Asch, 2 dln.
De hoofdpersoon in dit werk is een jongmensch, een kind der zonde, in de eerste levensjaren door zijn moeder opgevoed, daarna door haar verlaten en aan de zorgen van zijn vader, die met een andere vrouw is getrouwd, overgelaten. Door hooge protectie wordt de jongen naderhand in de gelegenheid gesteld te Rome aan de hoogeschool de lessen te volgen. Vóór zijn vertrek daar naar toe was hij reeds in stilte verloofd met de dochter van zijn weldoener, welk engagement later door de ouders wordt goedgekeurd. Wanneer hij na eenige jaren, op het punt staande te trouwen, zijne moeder ontmoet, meent hij voor haar te moeten zorgen terwijl zijn verloofde haar niet in huis wil hebben. Nu ontstaat bij hem een hevige strijd tusschen liefde en plicht, en daar hij de plicht laat vóórgaan, verbreekt zijn meisje de verloving. Wanneer hij daarvan mededeeling ontvangt en zich, nu geheel vrij, naar zijn moeder wil begeven, blijkt dat deze zich, om haar zoon in zijn verder leven niet in den weg te staan, van het leven heeft beroofd.
‘Alles is asch; het leven, de dood, de mensch en het lot zelf dat het voortbracht. Maar in dit gedenkwaardig uur van zijn leven voelde hij dat in de asch de vonk smeult, zaad voor de lichte, zuiverende vlam, en hij hoopte nòg en had nòg het leven lief’.
Met deze woorden besluit de Italiaansche schrijfster haar werk en geeft daarmede weer de moreele evolutie van den held van den roman.
Grazia Deledda is eene Sardinische van geboorte en tracht in hare boeken voor haar vaderland te geven wat Capuana voor Sicilië, d'Annunzio voor de Abruzzen en Fogazzaro voor Venetië gedaan heeft; een juiste schildering van het land en zijne bewoners. Hare beschrijvingen van een landschap doen het voor ons leven, hare typen uit het volk met hunne deugden en gebreken zijn raszuiver, het optreden der bandieten, nu eenmaal inheemsch in haar land, is vergoêlijkend weergegeven.
Dezen roman kunnen wij zonder schroom ter lezing aanbevelen.