Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Gulden Winckel. Jaargang 5 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 5
Afbeelding van Den Gulden Winckel. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.24 MB)

Scans (25.31 MB)

ebook (11.82 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Gulden Winckel. Jaargang 5

(1906)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Snufjes

Andrejef, (L.) De roode lach.

De schrijver van dit werk is in 1871 te Orel geboren. Eerst studeerde hij in deze plaats, later in St. Petersburg, waar hij, als zoovele zijner collega's in Rusland, een armoedig bestaan leidde en door les geven zich het hoofd boven water trachtte te houden. Uit dezen tijd dateert zijn eerste letterkundige arbeid. Zijn eerste verhaal, waarin hij hoofdzakelijk zijn eigen leven gaf - het treurig bestaan der arme studenten - werd met een schouderophalen ontvangen. Later kreeg hij een ander verhaal - ‘Stilte’ genaamd - in een der beste St. Petersburgsche tijdschriften geplaatst en trok daarmede de aandacht van de Russische letterkundige wereld. Tegenwoordig is zijn werk in Rusland even populair als dat van Gorki. Om ‘de Roode Lach’ te kunnen lezen, moet men sterke zenuwen hebben. Het boek is geschreven naar aanleiding van den zooeven geeïndigden oorlog in Mantsjoerije en onder den indruk van de vele berichten van het ontzettend lijden der soldaten en van de vele gevallen van krankzinnigheid welke zich daar hebben voorgedaan. Het verhaal wordt ons gegeven als brokstukken uit het dagboek van een officier, die door uitputting en gebrek krankzinnig is geworden.

's Schrijvers doel is aan te toonen dat de oorlog in onzen tijd een onding is; of zijn vreeselijk verhaal zooveel invloed zal hebben als de roman van Bertha von Suttner ‘Die Waffen nieder’ mag betwijfeld worden.

D.S.

Smit, (Anton) Alice van Westerhove.

Hier hebben we nu weer eens een echt romantischen roman. Dr. IJf, leeraar aan het gymnasium te Oudendam, wordt, terwijl hij op den top van de Brocken in wind en nevelen staat te genieten van het schouwspel dat zich aan hem voordoet, in zijn eenzaamheid gestoord door een jonge dame, die, zooals later blijkt, een logée is van den burgemeester van Oudendam. Freule Alice van Westerhove - zoo heet het meisje - heeft op Dr. IJf zulk een indruk gemaakt, dat hij razend verliefd op haar is, terwijl wederkeerig hij, al behoort hij niet tot de knapsten der mannen - zijn bijnaam is ‘blonde neger’ - ook nog al bij de freule in den smaak is gevallen. Alice heeft echter nog een aanbidder, een jonkheer met vele millioenen. Alvorens te besluiten aan deze haar hand te schenken, wil zij nader kennismaken met Dr. IJf en gaat daartoe bij hem les in het latijn nemen. Door den dagelijkschen omgang groeit beider liefde, totdat zij ten slotte verloofd raken.

Behalve de hoofdpersonen Alice en IJf, zijn IJf's ouders, zijn collega Jelma en een nichtje van Alice, Francis van Ververe, goed geteekend.

Voor hen die beu zijn van onze nieuwmodische literatuur met zijn ziekelijke uitingen, is dit een werk om zich niet te laten ontgaan.

Het is bovendien vlot geschreven.

D.S.

Ovink Soer, (M.C.S.) Sijtske's huwelijk.

Sijtske Wijkama heeft haar vader - kolonel van het leger - op 17 jarigen leeftijd verloren. Om niet van de familie

[pagina 15]
[p. 15]

afhankelijk te zijn is zij verpleegster geworden, echter niet met hart en ziel. Het akelige en onaestetische aan 't ziekenverplegen verbonden slaat haar tegen. Zij schenkt dan ook gaarne haar hand aan den Indischen ambtenaar met verlof Hans Wentinck. Daar diens verlof ten einde loopt, heeft het huwelijk spoedig plaats, en vertrekt het paar naar Kedjamben. Hier komt Sijtske in een wereldje van ijverzuchtige, kleinzielige menschen, terwijl haar overigens flinke man in haar achting daalt omdat hij zijn chef en diens vrouw naar de oogen ziet om toch maar vooral geen onaangenaamheden te krijgen. Het leven in zulk een omgeving maakt dat Sijtske heemwee naar Holland begint te krijgen. Zij tracht haar man over te halen zijn betrekking er aan te geven en in Holland eene andere te zien te krijgen. Deze, die geheel in zijn werkkring opgaat, weigert, ook al omdat hij geen lust heeft weer van meet af aan te beginnen. Daarop tracht zij haar moeder die in patria woont, er voor te spannen. Deze echter wijst haar op haar plicht om haar man tot steun en hulp te zijn wil zij dat haar huwelijksgeluk zal blijven, en weigert aan haar verzoek te voldoen.

Deze ‘Indische roman’ is vlot geschreven en bevat niets van hetgeen dikwijls dergelijke romans ongenietbaar maakt.

D.S.

Schmidt (Joh.) Van 't leed der waarheid.

Koen Sanders is van alles geweest, letterzetter, kruideniers-bediende enz. maar heeft het door het voortdurend uiten van zijn vooruitstrevende en anarchistische ideeën, nergens kunnen uithouden. Grooten spijt gevoelt hij daar niet over, hij heeft meer aantrekking tot het tooneel. Van tijd tot tijd vindt hij gelegenheid bij een of ander tooneelgezelschap in een ondergeschikt rolletje op te treden, maar krijgt nergens een vast engagement. Eindelijk komt hij terecht bij een rondreizend tooneelgezelschap, en wordt na zijn optreden in Kerkendam, in het plaatselijk nieuwsblad met lof genoemd. Hierdoor aangemoedigd waagt hij het de redactrice van het blad een zijner schetsen ter plaatsing aan te bieden. De kennismaking met deze dame - eene vroegere onderwijzeres - verandert in zoodanige vriendschap dat Koen te Kerkendam gaat wonen en het grootste gedeelte van den tijd bij zijn vriendin blijft, die hem les geeft in taal en stijl en geschiedenis. Door dezen omgang verwaarloost Koen het meisje waarmee hij vroeger te Amsterdam verkeerde, zoodat zij hem ten slotte afschrijft.

Het boek geeft vele juist geschetste tooneeltjes uit het klein-burgerlijk leven, en bizonderheden over voormannen der anarchistengroep, die, hoewel ze onder andere namen zijn voorgesteld, voor ieder duidelijk zijn te herkennen.

Het boek is knap geschreven, voor rondzending in leesgezelschap-portefeuilles is het minder geschikt.

D.S.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken