Den Gulden Winckel. Jaargang 2
(1903)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVijfde bedrijf.Tooneel 1.Belmont: Een Laan naar Portia's Buiten.
Lorenzo en Jessica komen op.
LOR.:
De maan schijnt klaar: - in zulk een zomernacht,
Toen zoele wind de boomen zachtjes kuste,
Zoodat geen ruischen klonk, - in zulk een nacht
Klom Troïlus, naar 'k meen, op Troje's muur,
Zijn ziel uitzuchtend naar het Grieksche kamp,
Waar Cressida toen sliep.
JESS.:
In zulk een nacht
Ging Thisbe angstig tripp'lend op den dauw,
En zag vooruit de schaduw van den leeuw,
En liep verschrikt van daar.
LOR.:
In zulk een nacht
Stond Dido met een wilgentak omhoog
Op 't wilde strand, en wenkte tot haar lief
Om weer aan wal te gaan.
JESS.:
In zulk een nacht
Verzamelde Medea 't tooverkruid,
Dat Aeson gansch verjongde.
LOR.:
In zulk een nacht
Stal Jessica zich van den rijken Jood,
Ontliep Venetië met haar roek'loos lief,
En kwam op Belmont aan.
JESS.:
In zulk een nacht
Was 't dat Lorenzo haar zijn liefde zwoer,
Stelend haar ziel met meen'gen eed van trouw,
En geen van alle waar.
| |
[pagina 121]
| |
LOR.:
In zulk een nacht
Belasterde de kleine Jessica,
Die snib, haar liefste, en hij vergaf het haar.
JESS.:
Ik overtroefde u, als daar niemand kwam;
Maar luister, 'k hoor de stappen van een man.
Stephano komt op.
LOR.:
Wie komt zoo snel in 't stille van den nacht?
STEPH.:
Een vriend.
LOR.:
Een vriend? wat vriend? uw naam, ik bid u, vriend?
STEPH.:
Mijn naam is Stephano, en 'k meld u dat
Mijn meesteres voor 't krieken van den dag
Te Belmont zijn zal: nu nog doolt ze rond
Langs heil'ge kruisen, waar zij knielt en bidt
Voor een gelukkig huw'lijk.
LOR.:
Wie is bij haar?
STEPH.:
Haar dienstmaagd en een heil'ge kluizenaar.
Ik bid u, is mijn meester reeds terug?
LOR.:
Neen, en wij hebben niet van hem gehoord. -
Maar gaan wij binnen, 'k bid u, Jessica,
En laat ons hoffelijk een welkomsgroet
Bereiden voor de meesteres van 't huis.
Lancelot komt op.
LAN.:
Hola, hola, hei, ha, ho, hola, hola!
LOR.:
Wie roept daar zoo?
LAN.:
Hola! Hebt ge meester Lorenzo en meesteres Lorenzo ook gezien? Hola! hola!
LOR.:
Houd op met je gehola, man; - hier.
LAN.:
Hola! Waar? waar?
LOR.:
Hier.
LAN.:
Zeg hem dat er een koerier van mijn meester is
gekomen, met zijn hoorn vol goede tijding! Mijn
meester zal hier vóór den morgen aankomen. (Af.)
LOR.:
Ga binnen, liefste, wachten wij hun komst.
Neen, 't is niet noodig; - waarom zouden wij?
Vriend Stephano, ik bid u, meld in 't huis
Dat uwe meesteres in aantocht is;
En breng dan ook de muzikanten hier.
(Stephano af.)
Wat slaapt het maanlicht op deez' helling zoet!
Hier zittend laten wij muziekgeklank
Ons oor insluipen; zachte stilte en nacht
Past bij 't geluid van zoete harmonie.
Kom, Jessica. Zie hoe des hemels vloer
Is ingelegd met plaatjes schitt'rend goud, -
En zelfs de kleinste bol, dien gij aanschouwt,
Zingt bij zijn went'ling met een eng'lenstem
In koor met cherubijnen, jong-geoogd:
Ook de eeuw'ge ziel heeft zulk een harmonie;
Maar daar 't vergankelijke kleed van stof
Haar dicht omsluit, vernemen wij die niet. -
De Muzikanten komen op.
Ha, komt, en wekt DianaGa naar voetnoot1.) met een zang;
Dringt met uw zoetste tonen in het oor
Van uw meest'res, en lokt haar door muziek.
JESS.:
Nooit beurt een lieflijke muziek mij op.
(Muziek.)
LOR.:
Dat komt omdat uw geest gespannen is:
Want let eens op een wilde en dart'le kudde
Of op een troep jonge, ongetemde veulens,
Dol springend met gehinnik en geloei,
't Geen wijst op 't vurig stroomen van hun bloed; -
Als slechts bij toeval een trompetgeluid
Of een'ge melodie hunne ooren treft,
Dan zult ge merken hoe ze blijven staan,
Hun woeste blik in zedig zien verkeerd
Door zoete tonenmacht: zoo zong de dichterGa naar voetnoot2.)
Dat Orpheus boomen, steenen, stroomen trok,
Daar niets zoo houten, hard en woedend is,
Dat niet muziek een poos 't verand'ren doet.
De mensch die geen muziek heeft in zijn ziel,
Noch wordt geroerd door zoete harmonie,
Hij is in staat tot list, verraad, en roof;
De gangen van zijn geest zijn zwart als nacht,
En donker is zijn hart als de Erebus:Ga naar voetnoot3.)
Vertrouw zoo'n mensch niet. - Let op de muziek.
|