dan wordt gemompeld met correct, afgemeten gebaar: ‘Natúúrlijk van hém waren we niet anders wachtend!’
Zoo is en blijft de mensch. Luidkeels jammerend, wanneer hij meent, dat hem te kort wordt gedaan. Zacht, amper-verstaanbaar gewag makend van het schoone, dat hem ten deel valt.
Gerard van Eckeren heeft het vertrouwen zijner lezers gewonnen. Wat méér zegt, hij heeft hun verwachting hóóg gespannen. Een grootsche overwinning, een zware verantwoordelijkheid tevens. Het lezend publiek kent geen andere dankbaarheid dan die van 't oogenblik. Gij hebt de menigte weten te streelen, te boeien, te behagen, te ontroeren, mee-te-sleepen, met ‘de stem die verklonk...,’ zij genoot vol-op schoone gewaarwordingen gewekt door uw kunstenaars-vermogen. Maar wee u! zoo gij nú beneden uw kracht blijft! Gij zoudt uw bewonderaars niet herkennen. Zij willen niet worden teleur-gesteld. Wek hun nijdigheid niet op! Zij krabben, schoppen en bijten, havenen en verwonden u aan alle kanten. Houd sierlijk omvat in uwe hand den tooverstaf, waarvoor zij ootmoedig buigen, laat dien niet verkeeren in hunne vuist tot tuchtroede, waarmee zij honend striemen uwen rug. Un homme averti en vaut deux.... Dát komt er van, wanneer men zichzelf zware verplichtingen oplegt.
De pastorie van den jongen predikant Willem Walberg, de idyllische eenvoud zijner omgeving, de gemoedelijke, ongekunstelde hartelijkheid zijner gemeenteleden; de badplaats met haar wufte klanken en wereldsche tinten, de Haagsche côterie, waarin Corry Verspeyck opgroeide, zijn van het leven afgezien en zonder aarzeling geboekt.
Het mijmerend toeven van Walberg in zijn kerkje, vóór dat hij om gezondheidsredenen zijne gemeente voor eenigen tijd verlaat, zijn verzuchting tot God, het invallen der avondschemering, zijn onvergetelijke bladzijden. Welk een stemming van weemoed, van innige ziele-wijding. Een aangrijpend, heerlijk in-toon-gehouden voorspel - inleidend de dramatische handeling.
Den Zondag waarop Walberg preekte in de badkapel, was freule Verspeyck, het Haagsche mondainetje, met wie hij kennis had gemaakt, onder zijn gehoor. Zij was onder de betoovering van zijn ernstige woorden, van zijn welluidende stem, die dringend en vermanend klonk. Plechtig neemt zij zich voor, te gaan leven als een volgelinge van Christus. Zeer sympatiek is het ‘Vlindermeisje’ in haar streven naar hooge, heilige, ernstige dingen. Zij neemt dadelijk na het hooren van Walberg's preek, het besluit, niet te verkoopen op den bazar, die zal gehouden worden, ten bate der nagelaten betrekkingen van verongelukte visschers. Later bekent zij aan haar vriend, dat zij alleen zichzelf en haar ijdelheid gezocht had in die fancy-fair, en heelemaal niet gedacht had, over het leed en de armoede der menschen voor wie zij bloemen verkoopen zou.... Met een stil dankgebed en een geluksjubel hoort de predikant hare aandoenlijk-naïve bekentenis. De stem door haar gehoord, blijft natrillen in haar ziel. Zij kan en wil zich niet los maken van de wijding zijner woorden, van de wondere betoovering die zij over haar uitoefenen. Haar verloving met Walberg komt tot stand. Het lichtzinnige, wufte kind meent, dat zij geschikt is, als eenvoudig dominée's-vrouwtje te leven en te werken, aan de zij van den man, dien zij dénkt lief-te-hebben. Dénkt lief-te-hebben. Juist dit is door den auteur zoo goed weergegeven. De groote, wijde, vertrouwende, machtige liefde van Walberg, een liefde, die hij ons laat meevoelen tot diep in het hart. En Corry's spel der liefde. Verdienstelijk gespeeld, zóó echt, dat zij soms zich verlaat en geheel vertrouwt op de waarheid harer gevoelens; haar verloofde voortdurend en den toeschouwer een enkele maal dupe maakt. Tóch handelt zij niet met opzet óm te misleiden. Als de ernstig-vermanende stem in haar binnenst verklinkt, sterft haar liefde voor den man, die de kentering
bracht in haar leven. Wéér wordt zij overheerd door de verleidingen en aanlokkelijkheden der wereld, die gereed staat, haar te ontvangen en te ontrukken aan den geloovigen predikant, aan wiens zijde zij niet behoort.....
Grootsch van opvatting aan het einde het sneeuwhoofdstuk. Plechtig, sober, berustend het slot van deze liefdes-tragedie.