Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen
(1966)–Anoniem Gruuthuse-handschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 446]
| |
100O cranc onseker broosch engien,Ga naar voetnoot1
Snee of glas als dijn nature,Ga naar voetnoot2
Niet en sech: ‘dit sal ghescien’,
| |
[pagina 447]
| |
Want dune hebs morghen tijt no ure.Ga naar voetnoot3-4
5[regelnummer]
Waer vintstu eenighe creature
Die ghedureGa naar voetnoot6
Jeghen de doot die commen moet?
Al eist so datti hier ghebuere
Dijns weinschens cuere,Ga naar voetnoot8-9
10[regelnummer]
De doot die werpt di onder voet.Ga naar voetnoot10
O vroylic herte, solazelic bloet,Ga naar voetnoot11
Egidius, di sal men claghen,
Ende rauwe draghen
Tallen daghen,
15[regelnummer]
Ende dijns ghewaghen!
So wie dijns plaghen,Ga naar voetnoot16
Hem maechs wanhaghen
Datti de doot so vrouch bestoet,Ga naar voetnoot18
Maer wat God wille, elc neimt vor goet.Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Nemmermeer sone wanic zien
Dijnre vroylicheit parture.Ga naar voetnoot21
Musike ende alle melodien
Minnestu met herten pure.
Nu bestu doot. elc vroylic truere.Ga naar voetnoot24
| |
[pagina 448]
| |
25[regelnummer]
O Avonture,Ga naar voetnoot25
Du slachts der hebben ende der vloet!
Du gheifs hem tzoet die staen na tzure,
Entu best stuereGa naar voetnoot28
Hem die van aerde minnen tzoet!
30[regelnummer]
O vroylic herte, solazelic bloet etc.
Wie sulre nu dijnre vruechden plien,Ga naar voetnoot31
Egidius, stervelike guere?
Menich edel musisienGa naar voetnoot33
Prees dinen voys ende dijn tenuere.Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Nu bidt vor ons, want du best vuereGa naar voetnoot35
In schemels duere,Ga naar voetnoot36
Dat ons God neme in sijn behoet
Ende dat hier elc also labuere,Ga naar voetnoot38
Eet therte scuere,
40[regelnummer]
Dat wij ontgaen der hellen gloet.
O vroilic herte etc.
|
|