Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen
(1966)–Anoniem Gruuthuse-handschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 354]
| |
57Sonder nommer of ghetalGa naar voetnoot1
So hebbic vruecht bezeven:Ga naar voetnoot2
Die ic minne, mi minnen zal,
So heift mi troost ghegeven,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Nu willic vroilic leven!
Wie weet of ics geloven wil,
Want ic ne weets niet zelve.
Haer troost heift in tverstaen ghescil.Ga naar voetnoot8
Hoe ict keere of welve,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Om niet ic dike ende delve.Ga naar voetnoot10
Soe heift geseit, soe sal mi minnen.
Dus heift zoe haer vermeten.Ga naar voetnoot12
| |
[pagina 355]
| |
Maer weltijt salzoes beginnen?Ga naar voetnoot13
Dat soudic gerne weten.
15[regelnummer]
Ic duchte, soe saels vergeten.
Vergeit soet ende ict haer verwite,
Wat hebbic dan gewonnen?
So salzoe secghen: ‘sceldet quite!’Ga naar voetnoot18
Wat doetem yet begonnen
20[regelnummer]
Die niet verbeiden connen?Ga naar voetnoot19-20
Dus willic beiden ende verdraghen.
Laet zien, wat zaelt mi baten?
In hebbe int zwighen no int claghen
No ghedaen no ghelaten.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Ic peinse, ic bem verwaten.Ga naar voetnoot25
Ghetrouwe minres, roup wi wrake
Over zulke wiven,
Die int ghelaet ende in de sprakeGa naar voetnoot28
In minnen troost bedriven
30[regelnummer]
Ende niet daer bi ne bliven!
|
|