Groote schrijf almanach

[fol. B3v]

October heeft xxxj. daghen.

		Nieuwe stijl.					Oude stijl.
1	a	Bamis.		27	21	e	S. Matt.
2	b	Beverwijc leer.		10	22	f	Mauri.
3	c	Leyen kermis.		24	23	g	Tecla,
Nieu Maen vrydaghs den 4. savonts ten 6. uren 54. minuten. Westelijcke winden.
4	d	S. Franc			24	a	Ian ont.
5	e	☞Breda.		21	25	b	Firmijn.
6	F	19. Sondagh		5	26	C	Sondag
7	g	☞Cuylenbu.		20	27	d	Damian.
8	a	☞Gorkum,		4	28	e	Wencel.
9	b	Vyanen, Scho.		18	29	f	Michiel.
10	c	☞Harli. swol.		3	30	g	Ierony.
Eerste quartier vrydaeghs den 11. na middaghs ten 2. uren 8. minuten. Reghen.
11	d	Buchardu.		17	1	a	October
12	e	Colman,		1	2	b	Leodiga.
13	F	20 Sondagh		15	3	C	Sondag
14	g	Calixtus.		12	4	d	Francisc.
15	a	300 Morianen,		25	5	e	Appolon,
16	b	☞Haerlem,		8	6	f	Fides,
17	c	Arenem,		21	7	g	Macroen
Volle Maen vrydaghs den 18. savonts ten 7 uren 33. minuten. Noordelijcke wint.
18	d	S Lucas Eue			8	a	Regenf.
19	e	☚Woerden,		4	9	b	Dionysi,
20	F	21 Sondagh,		16	10	C	Sondag
21	g	☞Dort, Scho.		29	11	d	Gomma
22	a	Cordula,		11	12	e	Maximil.
Son in Schorpio, op ten 7. onder ten 5.
23	b	Severijnus,		23	13	f	Colonia,
24	c	Felix.		4	14	g	Calichtu
25	d	Crispinus,		16	15	a	300 moren
Leste quartier saterdags den 26. savonts ten 10 uren 19. minuten. Goet weer.
26	e	Wtert leermart			16	b	Gallus,
27	F	22 Sondagh,		10	17	C	Sondag
28	g	Symon en Iu		23	18	d	S. Luca
29	a	☞Camerijck,		5	19	e	Ptolome.
30	b	Eusebus,		18	20	f	Quijrijn,
31	c	Vigilie.		2	21	g	Vrsula,

hy van een steenrotse af gheworden ende verplettert.

Ammianus Marcellus beschrijft, dat in de Contreyen van Mesopotanien seer vele Leeuwen zijn, dewelcke Winters op haer ghemack leven, vermits de Winter daer sacht is, maer als de Somer komt, soo is de hette aldaer onverdraghelijck, soo worden de Leeuwen ghetormenteert van de hitte der Sonne, ende van een uytter-maten groote menichte van Mugghen, die haer nae de oogen vliegen ende steecken; om dat de selve klaer ende vochtich zijn, ende blijven met groote menichte aen de Wijnbrauwen hangen, daer door de Leeuwen soo onstuymich worden, dat sy in de Riviren loopen ende haer selven verdrincken ofte schrabben haer self de oogen uyt, ende sterven alsoo: ende indien dat sulcx niet en gheschiede, soo soude heel Orienten met

[fol. B4r]

October. Wijn-Maent.

Sonds Schorpioen dreyght ons te wreet, vrient komdy sonder Bruyloft[s]kleet.

De Konningh komt ter feest u groeten, Ras neemt hem wegh, bin[dt] handen voet[en]

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31