De groene linde. Jaargang 1(1905)– [tijdschrift] Groene Linde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Klokken-spel. Trippelvoetjes dansen hoog van het carillon Over 't oude stadje in de mid-zomerzon. Ze glijden langs den toren, ze draven over 't dak, Tuimelen vlug naar beneden, wippen van tak tot tak; Klimmen dan weer op de huizen, zwieren langs roode steen, Duiklen de ramen binnen en vluchten verschrikt weer heen. Dan gaat het holderdebolder voort door de nauwe steeg, 't Jaagt door de breede hoofdstraat, 't is er zoo groot en leeg; Tot ze vermoeid van 't ravotten zich spreiden over de zee, En ver, ver naar vreemde diepten voeren de golven ze mee. Ginds op den bodem klinkt dan 't lied der Zilvervloot En menig dappre zeeheld glimlacht er in den dood. Dat doen de oude klanken, hoog van het carillon Trippend in 't oude stadje in de mid-zomerzon. H. Edens. Vorige Volgende