't Groot Achterhofken, Beplant ende op nieuw vermeerdert met verscheyden seer stichtelijcke Liedekens
(1664)–Anoniem Groot achter-hofken, 't– AuteursrechtvrijOp de voorgaende wijse.1. IUyget Hemelsche scharen,
Dat alle volcken roer,
In hare harten;
d'Heelingh van onse smerten.
Abrahams God! die in dees laetste tijden,Ga naar margenoot+
Israel doet verblijden;
O! saligh leven,
Soo langh gewenst te vooren:Ga naar margenoot+
En alrede, en alrede, en alrede geboren.
2. Heden is ons geboren,Ga naar margenoot+
Die ons verlossen sal,Ga naar margenoot+
Van sware prangen;
En rechten onse gangenGa naar margenoot+
Na 't nieuwe rijck;Ga naar margenoot+
Dat Godt door hem sal geven:
Daer wy vredigh sullen leven,
Om Godt te dienen,
O! langh-gehoopte dagen,
Die noyt oogen, die noyt oogen, dieGa naar margenoot+ noyt oogen en sagen.
3. O! geluckige ure,
Nu onsen Heylandt leeft;Ga naar margenoot+
Die wy eerst vonden
Naer des Engels verkonden,
| |
[pagina 26]
| |
Gans praghteloos
Geluyert in slechte doecken:
Wie souw 't heylige soecken
Ga naar margenoot+In Beeste stallen?
O! Hemel dijne wercken,
Zijn ongrondigh, zijn ongrondigh, zijn ongrondigh om mercken.
|
|