Den groten zee-held Paul Jonas
(1785)–Anoniem Groten zee-held Paul Jonas, Den– AuteursrechtvrijOp een aangenaame Wys.
Zeg Paul Jonas?
Hoe spreekt so astrant?
Ik ben een Held op Zee,
Tegen mijn Viand;
Als het ’er komt op aan,
| |
[pagina 90]
| |
Ik sal u wederstaen,
Mijn trouwe Knechten,
Die sullen u bevechten;
U Totalieter slaen.
Ik ben Paul Jonas,
En nog constant,
Ik vrees geen Koning van Engeland,
Krijg ik u maer op Zee:
Gy moet wel met ons mee,
Na Duinkerken:
Wilt maer aenmerken,
Breng ik u op Ree.
Wel Paul Jonas,
Hoe zyt gy so assurant?
Ik ben de Koning van Engeland,
Ik sal door mijn Kanon,
U brengen na London;
Krijg ik u in mijn handen,
Ik sal u met ’t Schip verbranden,
U tonen wat ik kan.
Wel Engeland overgeve doen ik niet,
Liever met de Piek,
Als na u Gebied:
Matrosen en Soldaet,
Dat is mijn toeverlaet,
Het zijn trouwe Knechten,
Die dapper kunnen vechten:
Zy vresen voor geen quaet.
Men zegt je bent een Americaen,
Al u Schepen sal ik Totaliter slaen;
Ik had laest terstond,
U Schip al in de grond,
Nu kunt gy wel denken,
Ik sal U krenken:
| |
[pagina 91]
| |
Doen zwemmen als een hond.
Ik ben Paul Jonas en noch constant,
Vyf Schepen leggen klaer,
Tegen Engeland daer:
Als het ’er komt op aan,
Sal ik u wederstaen,
Maer al u praten,
Dat kan hier niet baten;
Allon ’er weer op aen.
Ik ben de Koning van Engeland,
Gy Paul Jonas,
Moet doch vallen in mijn hand:
Ik heb geen ontsag,
Al voor u valsche Vlag:
Ik sal u paeijen,
Al weet gy ’t so te draeijen.
Wel Engeland ik ben een Man op zee,
Al wat ik krijg,
Dat nemen wy mee,
Mijn Volk is wel klaer,
Voor u in ’t openbaer,
Ik heb gezworen:
Wilt mijn Reden horen,
Ik breng u in gevaer.
Ach Paul Jonas!
Spreekt so niet assurant,
Ik noch Koning van Engeland,
Wy hebben noch geen nood;
Versien van Kruid en Lood,
Wilt liever zwygen,
Ik sal u wel krygen,
Al met mijne Vloot.
|
|