Den groten zee-held Paul Jonas
(1785)–Anoniem Groten zee-held Paul Jonas, Den– AuteursrechtvrijOp een aangename Wys.Ach Kaetje lief!
Wat zullen we gaen beginne?
Ik weet geen raed,
Om de kost voor u te winnen,
Want gy zijt bedreven:
Je buikje word so rond,
Ach Moeder lief!
En was ik maer gesond.
Mamaetje sprak verblyt,
Wel kind en wilt niet schromen,
Ik heb mijn jonge tijd,
Nog beter waergenomen:
So als ik u verklaer,
Ik draeg daer op mijn roem:
Doe was ik Veertien jaer,
Verloor mijn maegde-bloem.
Kaetje zey Mamaetje,
| |
[pagina 86]
| |
Ik zal u raad onthouwen,
Ik speel voor Mooije-meyt:
’t Is beter als te Trouwen,
Daerom niet getreurt,
Ben ik met ’t Kind belaan?
’t Is meer gebeurt,
Al weer van voren aan.
Dat is niemendal,
Gy kan voor min gaan wonen,
By een ryk Heer,
Die zal u wel belonen;
Anders huurt een Kamertje,
En zetje daar op neer:
Speelt voor Iuffrouw,
Met een Arrikatters heer.
Ach Moeder lief!
Daar zijn twee jonge Heeren,
Daar sal ik weer:
Met gaan proberen,
Want zy komen dagelijks,
Mijn straat op en neer,
’t Minste dat zy geven:
Is een halve Rijcx op een keer.
Dit Liedtje heeft Mamma,
Haar Dochter voor gesonge.
Zo de Ouwe doen,
Zo piepe ook de Ionge,
De Moeder is waardin:
En Kaatje is een hoer,
De Oude laat het doen,
Al was het op de vloer.
Mamma ik heb een heer,
Die houd veel van tejoelen,
Hy doet keer op keer,
| |
[pagina 87]
| |
Stadig mijn Borsjes voelen,
Wy dronken daar de wijn:
Mamma sal Geld ontfaan,
Fluks na Bed en daar een ding gedaan:
Brengtse by mijn,
Ik zalse braaf Tracteren,
Ik sal mijn maken, Zwierig in de kleeren,
Tot datje het pakje, Dan bent quyt,
Want goed te doen, Beloont men op zijn tyd.
|
|