Den groten zee-held Paul Jonas(1785)–Anoniem Groten zee-held Paul Jonas, Den– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] De Morgen Zon. Hoe lieffelijk rijst gy uyt de kimmen, ô Zon? ô zon ik zie u langsaem klimmen. U glans verdryft de duister Nagt, Niets evenaert u wonderlijke kragt: O vreugt! ô vreugt van ’t Aerdsch geslagt! Gy hebt reeds de Coppen, Van Berg en Duin verligt? Gy likt de zilvere droppen, Des Duinsm des duins: Van duisent Rosen knoppen, U glans verspreyt een geur in ’t rond; O Lieffelijcke morgenstond! Hoe streelt, hoe streelt hy ons gesigt. Ik hoor de Vogels in de bomen, O Zon! ô zon u bly verwellekom; U glans verspreyt een geur in ’t rond, O Lieffelijcke morgenstond! Hoe streelt, hoe streelt gy ons gesigt. Men ziet de Beesjes springen, Al het Land-volk is ontwaekt, Ginds nadert de Veld-godinne: O Zon! ô zon de glans roept ons tot zingen: O dat nu ook mijn Clorimeen! Mijn met haer vriendelijck oog bescheen, Dan was geheel mijn vreugt volmaekt. Vorige Volgende