Grooten Hollandschen nachtegaal(na 1815)–Anoniem Groote Hollandschen nachtegaal– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 45] [p. 45] Zamenspraak tusschen Sophie en haar minnaar. Op een fraaije wijs. Sophie gij overschoone maagd, Ik kom u eens vragen. Als u mijn persoon behaagd, Of gij wilt opdragen, Uw trouw aan mij Sophie vriendin. bis. Met de winterdagen. Wie komt er zoo laat in de nacht, Hier mijn rust te stooren, Daar ik geen minnaars en verwacht, Ik zal u niet aanhooren, Jongman gaat bij een ander maagd. bis. Doet haar u devoiren. Sophie geen ander lief als gij, Die zal ik beminnen, Of die al rusten nevens mij, Met mijn hart en zinnen, Daar ik geen schoonder op de aard, bis. Sophie mijn vriendinne. [pagina 46] [p. 46] Jongman alleen het zoet gevlij, Dat komt een maagd bedriegen, Komen in droefheid druk en lij, Door alleen hun liegen, Jongman gij zult door uwen praat, bis. Mij in slaap niet wiegen. Sophie zou ik met valsch gemoed, U willen bekoren, Neen Sophie mijn liefste zoet, Ik was liever nooit geboren. Ik kom tot u mijne vriendin, bis. Tot u mijn uitverkoren. Minnaar u woorden mij behaagd, Ik voel mij genegen, Het lieftalig woord gij mij opdraagt, Ik wil u dan geven, Mijn trouw om zaam in eer en deugd, bis. En plasier te leven. Vorige