36 (XXa) J. Greshoff aan S. Vestdijk, 6 november 1935
Hierbij een doorslagje van mijn brief aan Frans Coenen, waaruit je ziet, dat Jan van Nijlen geheel met onze redactiewijziging accoord gaat en er heel blij mee is. Ik wou, dat nu niet nog eens aan Coenen schrijven, maar hij had ook de pest in de bestaande toestand en vond het ook niet prettig om voor spek en boonen mee te doen. Ik besprak met hem de kwestie van een vijfden redacteur ten einde een oneven aantal te maken, met het oog op het staken van de stemmen. Daar voelde hij niets voor en bij nader inzien terecht. Wanneer wij nu met zijn vieren zijn en Coenen eens het moede hoofd neerlegt, blijven wij drieën tezamen de redactie vormen, hetgeen verreweg het beste is om meer wijzigingen en aanvullingen te voorkomen. In het geval van het staken der stemmen, iets wat natuurlijk niet dagelijks voorkomt, zou ik Coenen de doorslag willen laten geven. In geval op een bijdrage dus twee stemmen voor en twee tegen zijn uitgebracht, wordt hij opgenomen indien een van de twee voorstemmers Coenen is. Dit lijkt mij een kleine compensatie voor de concessies, die hij gedaan heeft en de eenige oplossing van het vraagstuk. Wanneer jij daarmee accoord gaat, zal ik dit op de vergadering dus voorstellen. Laat mij dit even weten.
In overleg met Coenen verschijnt in het Decembernummer een inleidende studie over je door Eddy.
Ben je al bij Coenen geweest en zoo ja, laat dan een iets hooren. Het zou mij bizonder aangenaam zijn, indien het Coenen schikt, Woensdag 20 November om 11 uur in het hotel Ponsen te Dordt. Van Nijlen komt dan ook. Tracht dien dag vrij te maken of te houden.