25 (XII) Frans Coenen aan J. Greshoff, 18 oktober 1935
Je bent zoo haastig gebakerd, vind ik. Het is geenszins, dat ik een redactie van drie ongewenscht of overbodig vindt, maar waarom hebben we zoo'n haast? Alles trekt zich nu opeens op Vestdijk samen, alsof die de absoluut eenige candidaat was. Let wel, ik acht hem zeer aannemelijk, maar is er niet iemand nog meer aannemelijk? Is er in Vlaanderen heelemaal geen mogelijkheid?
Dat wou ik nu eerst eens rustig beraden alvorens weer tot een definitieve keuze over te gaan. Want, inderdaad, rien ne presse! Er ligt voorraad voor een nr. 3, 4 misschien 5. Die dient toch allereerst grootendeels opgeruimd en onze eenige taak is, dat alles geschikt en voor den lezer appetijtelijk te distribueeren. Het groote probleem van 1 voor en 1 tegen doet zich in dien tijd [+niet] voor in eenigszins gewichtig vorm. Het gaat dan om een nr. vroeger of later.
Dus stel ik voor de keuze eens derden mans nog een tijd aan te houden, tot wij met ons volle consent kiezen den geschikten man, den heuschen, niet dien bij gebrek aan beter.
Edoch en desniettegenstaande dit alles: als jij, redactioneel, niet leven kunt zonder derden en wel dadelijk, schrijf dan aan Vestdijk in de redactie te treden. Ik wil geenszins saboteeren war jij dringend noodig acht. Mij dunkt, dit is een schoone geste.