Horatius - Zangen
Vertaald door Jaap van Gelderen
Tweede bundel.
Rekenschap.
Met dankbaarheid gedenk ik nog steeds de aanmerkelike bekorting, die mijns vaders Vosmaer-exemplaar menigmaal bracht in mijn huiswerk. En 't is mij een weemoedige gedachte, dat mijn Horatius-vertaling aan de toekomstige schooljeugd niet gelijke diensten zal kunnen betonen.
Niet het minst om het succes. Want nevens de vele eerlike en welverdiende waardering, die Vosmaer's arbeid toekomt van de zijde der schoonheid-genietende minnaren van litteratuur, berust zijn blijvende vermaardheid voor een niet geringer deel in der gymnasiasten baatzuchtige huichelarij. 't Zij hun en Hem vergeven, maar waarlik, 't zal dit maal langs deze weg niet gaan.
Hoe 't wel zal gaan, meen ik te moeten zeggen. Want wie er zich toe zet, der mensheid heiligste kultuurwaarden om te smeden, is rekenschap schuldig van wat hij met het hem toevertrouwde goed denkt te doen.
Allereerst, wat is het ware en wezenlike, dat behouden blijven moet? Dat zijn alle inhoudswaarden, alle gevoelswaarden, in al hun nuances, en hun ritme, dat is der woorden en woordverbindingen eigen kleur en toon, hun innerlike kadans, het is de harmonie van stof en vorm, de harmonie ook van dichter en lezer, het is de Kunst zelf.
Al het andere zijn hulpmiddelen om deze drie te scheppen, àl het andere: de taal, de keuze der woorden en hun rangschikking en verbinding naar toon, kleur, schakeering en metriese waarde, zelfs de dichterlike hulpmiddelen als beeld en rijm.
Om de vervanging van een dier hulpmiddelen, de taal, is het ganse werk begonnen. Maar niet, en dit is waar ik bovenal de aandacht op wilde vestigen, alsof dit nu de verzen zouden zijn, die Horatius vermoedelik geschreven had, indien hij een Hollander ware geweest. De veronderstelling, die soms toch waarlik als grondslag wordt aanvaard