Groot Nederland. Jaargang 15(1917)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 636] [p. 636] Zigeunerliedje door Mies Kievits. Mijn lief had kollen in heur haar gevlochten, Die samen gloeiden met den blos van haren wang Mijn lief kon lachen als wij voor haar vochten.... De kollen dansten bij den dans van haren gang. Wij hoorden saâm 't gelok op zoelen avend Eens tortels, die zijn gaaike zocht - En op mijn mond was hare mond mij lavend, Als rijpe vrucht: zon-warm en koel van vocht. De wind heeft slim mijn liefje's hart gevangen, De kollen, die zij rood-schoon droeg, Zijn bleek verbloed. - Ik trek door 't bosch en lange Hoorde ik den wind, die met een tortel loech. Vorige Volgende