Groot Nederland. Jaargang 4(1906)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 351] [p. 351] Boomen bij avond Door Ad. Herckenrath. Als helden, hunkrend naar den zegen, van zomers zwaar, 't gebronsde goud van zonneregen in 't streuvlend haar, zoo zie 'k ze nog den grond beterten, knettrend van 't vuur, en gaan langs omgewoelde verten, bij 't deemstrend uur. De weg lag als een rad gebroken aan d'horizon. Zij stapten voort met steev'ge knoken ter jubelzon. Hun pij, met ringen paars beslagen, hing schots en scheef. Als mazen alle wegen lagen van zongeweef. Steeds verder, in 't gegloor der stralen, volgde ik hun stoet, en 't leek me als strooide men opalen langsheen hun voet. Vorige Volgende