De grappige muyzeval
(ca. 1815)–Anoniem grappige muyzeval, De– AuteursrechtvrijOp een fraaije Wys.1.
Myn alderliefste Meisje,
Gy zyt die ik bemin,
Ik bid u hoord een reisje,
Want gy staat in myn zin,
Ach kon ik u behagen,
Myn overschoon Godin,
Wil myn maar liefde dragen,
Eer ik nog sterf van min.
2.
Jonkman uw vlytig spreken,
En al die veinzery,
Dat zyn maar looze streken,
En niet als valsch gevly:
Ik zal u nooit beminnen,
Daarom vertrek van hier,
En steld doch maar uw zinnen,
Op een meisje van plyzier.
3.
Ach moet ik u dan derven,
En scheiden van u af.
Zo moet ik van droefheid sterven,
En dalen in het graf;
| |
[pagina 52]
| |
Ach Lief hebt doch mededogen,
Al met myn Min-Ziek hert,
Eer ik nog voor uw oogen,
Verga van druk en smert.
|
|