eer-lijk-heid Tchien na na poem na na poem poem poem.
(Gesproken). Kunstlievend publiek! Hoe ik rariteitenverzamelaar ben geworden, zal ik u eerst verhalen. Leen mij een gunstig oor!
Mijn beroep is eigenlijk mij als model te laten gebruiken door beroemde beeldhouwers, maar dewijl het niet zelden gebeurde, dat ik 's avonds wat diep in het glas gekeken had, kon ik het den volgenden avond niet lang uithouden als model te staan, zoodat men mij ten slotte overal wegjoeg. Terwijl ik nu eens wanhopend door een groot bosch dwaalde, zag ik een kolossale hand in het gras liggen. Die reuzenhand nu was voor mij een vingerwijzing. Ik bood haar den directeur van een panopticum te koop aan, en deze nam haar voor tien gulden. In het panopticum prijkt ze nu als de hand van den reus Klaas van Kieten. Nu was mijn loopbaan bepaald, ik werd rariteitenverzamelaar, en zal u nu eens laten zien wat ik reeds bij elkaar gebracht heb.
Het eer-ste wat ik u hier too-ne, Dat kent men door het hee-le
land; Danst soms de man niet naar haar pij-pen, dan
neemt de vrouw dit in de hand. Ik kocht het laatst op een ver-
koo-ping, dit mees-ter-stuk zoo echt an-tiek, Het is de klei-ne voet be-
klee-ding van As-sche-poes-ter. Is 't niet chiek? Laat een grooten
Ha! Wat is dat in-tres-sant Ra-ri-tei-ten uit ie-der land, en