Grappig liederen-album
(ca. 1885)–Anoniem Grappig liederen-album– Auteursrecht onbekend48 der nieuwste en meest geliefkoosde coupletten en comique scènes
[pagina 73]
| |
loo-pen, Om groen-te te gaan koo-pen, Die droeg een kleed met
kan-ten o-ver-al. Het zal niet lang meer du-ren, Dan zijn ze aan 't trappen
schu-ren, Met wit sa-tij-nen laars-jes aan den voet. Nu moet ik u eens
vra-gen, Als dat de mei-den dra-gen. Waar-mee een da-me zich dan
klee-den moet.
ZIJ.
Maar ook de jonge heeren
Zijn gek met hunne kleeren,
Dat kan men alle dagen duidlijk zien,
Laatst kwam 'k een ruiter tegen,
Fier op een paard gestegen;
'k Dacht: 't is een graaf of een baron misschien,
Maar 's andren daags bij Rinkel
Daar stond hij in den winkel
En woog daar suiker, koffie, vol van vlijt.
Nu wilde ook ik eens vragen,
Zijn dan in deze dagen
De mannen nog veel meer 't verstand niet kwijt?
HIJ.
Beschouwt eens hare hoeden;
Men zou zich kunnen voeden
Met alles wat daarop is uitgestald;
Het zijn haast groentebedden,
Ik zou wel durven wedden,
Dat 't groeit als daarop malsche regen valt.
Nu zijn het wijde rokken,
Die ons moeten verlokken,
Dan weer is zoo eng mooglijk de japon;
Zoo ziet men haar dan pralen
Gestoken in foedralen
Of opgeblazen tot een luchtballon.
ZIJ.
Men kan van hunne trekken
Geen spoor haast meer ontdekken,
't Gelaat is gansch verdwenen onder haar;
Men zou er bang voor worden
En denkt aan wilde horden,
Ziet men zoo een'ge heeren bij elkaar.
Dan gefriseerde haren,
Die in 't gelid zich scharen,
Verspreiden geur van eau de mille steurs;
| |
[pagina 74]
| |
Zoo ziet men hen pareerer.
Als pauwen met hun veeren,
Verachtend om zich ziende en grands seigneurs
HIJ.
Zij rijgen en zij snoeren,
Verrichten zware toeren,
Nooit vinden zij haar taille smal genoeg;
Begint het hard te waaien
Dan ziet men alles zwaaien,
Dra breekt haar wespentaille laat of vroeg.
Verbazende tournures,
Onmooglijke coiffures
En laarsjes altijd vast een eind te klein,
En kanten, strikken, bloemen,
Te veel om op te noemen,
Dat al behoeft een dame om mooi te zijn.
ZIJ.
Maar nog het gekst van allen
Dat zijn de duizendtallen,
Die zich verbeelden erg verliefd te zijn.
Ziet dan, hoe Eva's zonen
Hun groote dwaasheid toonen,
Ziet, hoe ze smachten dan in liefdepijn.
Hoort hen dan verzen maken
En zware zuchten slaken,
Hoort hen dan zweren eeuwge liefde en trouw;
Ziet, hoe zij bloemen rapen
En naar de vensters gapen
En in de sneeuw verkleumen van de kou
DUO. Sopr. SLOTZANG.
Het is dus klaar be-we-zen, Dat ie-der man-lijk
Het is dus klaar be-we-zen, Dat ie-der vrouw-lijk
we-zen Een gek is in den al-ler-hoog-sten graad, Daar-bij, het is te
we-zen Een gek is in den al-ler-hoog-sten graad, Daar-bij, het is te
vree-zen Vol-strekt niet te-ge-ne-zen, Dan slechts wan-neer hij naar een
vree-zen Vol-strekt niet te-ge-ne-zen, Dan slechts wan-neer zij naar de
| |
[pagina 75]
| |
meis-je gaat. Daar zal hij wel-dra lee-ren, Hoe hij zich moet be-kee-ren. Dus
hee-ren gaat. Daar zal zij wel-dra lee-ren, Hoe zij zich moet be-kee-ren. Dus
mij-ne hee-ren, volgt mijn wij-zen raad; Wilt slechts naar ons dan
lie-ve da-mes, volgt mijn wij-zen raad; Wilt slechts naar ons dan
kij-ken, Dan zal het wel-dra blij-ken, Dat uw ver-stand ras is in
kij-ken, Dan zal het wel-dra blij-ken, Dat uw ver-stand ras is in
be-ter staat, Dat uw ver-stand ras is in be-ter staat.
be-ter staat, Dat uw ver-stand ras is in be-ter staat.
|
|