Grappig liederen-album
(ca. 1885)–Anoniem Grappig liederen-album– Auteursrecht onbekend48 der nieuwste en meest geliefkoosde coupletten en comique scènes
[pagina 68]
| |
toch ge-loof ge-rust: Ver-schil-lend wordt ge-kust. Ge-vaar-lijk of on-
schul-dig, Vol drist of heel ge-dul-dig, Soms gloei-end, soms ook
koud, Schroom-val-lig nu, dan stout. O kus, o kus, o kus! De
schoon-ste kus wordt steeds ge-kust Met vuur en drift, met gloed en lust, O
kus! De schoon-ste kus wordt steeds ge-kust Met vuur en drift, met
gloed en lust!
2.
Laatst sprak mijn zuster Anne
Tot nichtje Marianne:
‘Hoe heerlijk smaakt een kus
Van onzen muzikus!
Melodisch en harmonisch,
Chromatisch, diatonisch
Is zulk een warme kus
Van mijn Hieronymus!
O kus!
De schoonste kus noem ik aldus
Een kus van mijn Hieronymus!’
3.
‘Gij zijt mijn levenszonne,’
Zegt Markus tot de bonne,
Hij noemt haar lieve zus,
Ontsteelt haar kus op kus:
Hoe teeder toch en lieflijk,
Toegevend en gerieflijk,
Hoe smeltend en vol lust
Zoo'n kindermeisje kust.
O kus!
‘De schoonste kus,’ zegt Markus dus,
‘Is ongetwijfeld Mina's kus.’
| |
[pagina 69]
| |
4.
‘Mijn man is archivaris
En bibliothecaris,’
Zucht Alida met smart,
‘En dat versteent zijn hart.
Kom 'k hem een kus verzoeken,
Zoo smaakt die naar de boeken,
Naar inkt en naar papier
En geeft geen grein plezier!’
O kus!
‘Geen droger kus,’ roept Aaltje dus,
‘Dan zulk een Archivariskus.’
5.
‘Wil toch een kus mij geven,
Al kostte 't ook mijn leven,’
Vraagt Frits aan Henriet,
De Juffer van 't buffet.
‘Frambozenlimonade,
Vanille-chocolade,
Al wat mijn hart slechts lust
Dat smaak ik als gij kust.
O kus!
De fijnste kus, die ooit bestond,
Geeft Henriette's rozenmond.’
6.
Onlangs in de operette
Zat Frans naast een grisette.
Dra had hij haar gekust
En vrijden zij met lust.
Maar toen hij weg wou dwalen
Toen riep zij: ‘Eerst betalen!
'k Heb 't u vooruit verteld,
Mijn kussen kosten geld.’
O kus!
‘De duurste kus,’ roept Frans aldus,
‘Dat is wel zoo'n grisettenkus.’
7.
Laatst sprak de kleine Anna
Tot haar vriendin Johanna:
‘Hoe lekker is een kus
Van mijn mechanikus!
Vol stoom en gloed en leven
Komt hij mij kussen geven.
Onstuimig heeft hij lief
Als een locomotief.
O kus!
Een vurige kus, een forsche kus,
Die kus van mijn mechanikus!’
8.
Toen sprak vriendin Johanna
Tot onze kleine Anna:
‘Nog beter smaakt een kus
Van onzen medikus.
Nooit laat hij op zich wachten,
Zijn kus schenkt nieuwe krachten;
Gezondheid geeft de kus
Van elken medikus.
O kus!
O, de gezondste kus is dus
Gewis die van een medikus.’
9.
Streng volgens de etiquette
Kust Mylord zijn Jeannette,
Hoe koud is toch een kus
Van zoo'n phlegmatikus!
Nauw merkbaar gaan zijn lippen
Haar over 't mondje glippen.
De kus van zulk een snaak
Heeft in 't geheel geen smaak.
O kus!
‘Geen flauwer kus,’ zucht Jeanne dus,
‘Dan zulk een etiquette-kus!’
10.
‘Mijn man,’ zucht Jonkvrouw Grade,
‘Is thans bij de ambassade;
Hoe bitter smaakt de kus
Van zoo'n politicus!’
Maar vreugdevol zegt Grietje
Tot tante Annemietje:
‘De bakker kust met gloed,
Hij heeft zoo'n heet gemoed!
O kus!
De schoonste kus, de warmste kus,
Dat is gewis een bakkerskus!’
| |
[pagina 70]
| |
11.
Mijn achternicht Mathilde,
Die nimmer trouwen wilde,
Die nooit naar hartelust
Een minnaar heeft gekust, -
Die kust thans, och, zoo teeder
Haar poesje telkens weder.
Al spijt haar 't nog zoo zeer
Geen minnaar kust haar meer!
O kus!
En poesje, tot haar groot verdriet,
Waardeert haar teedre kussen niet.
Bis-couplet.
Zoo goed als elk intusschen
Bemin ook ik het kussen;
'k Vraag aan de dames dusGa naar voetnoot1)
Tot loon een teedre kus.
Hoe groot is mijn verlangen
U aan mijn hart te prangen!
Maar 'k vrees, het zal niet gaan,
Neemt daarom dezeGa naar voetnoot2) aan.
O kus!
'k Roep dus tot allen, jong en oud:
‘Een dwaas, die niet van kussen houdt!’
|
|