Grappig liederen-album(ca. 1885)–Anoniem Grappig liederen-album– Auteursrecht onbekend48 der nieuwste en meest geliefkoosde coupletten en comique scènes Vorige Volgende XXVI. Historisch waar. Hoe pronk-loos toch in vroe-gre tijden De kunst in hare werken was. Men zag in de o-pe-ra nooit rij-den, Geen vliegwerk kwam daarbij te pas. Men hield toen niet van kla-ter-goud, 't Ben-gaalsche vuur liet ie-der koud. Toen kon 't the-a-ter slechts be-ko-ren, Als men daar schoonen zang kon hoo-ren, schoo-nen zang kon hoo-ren. Dat is nu al-les wel his- to-risch waar. Maar thans niet meer uit-voer-baar, dat is klaar, Maar thans niet meer uit-voer-baar, dat is klaar. [pagina 55] [p. 55] 2. De oude Grieken en Romeinen Die zagen graag komediespel; Men had toen echter geen gordijn en Het kleeden ging bijzonder snel. Van een souffleur vond men geen spoor, Zijn rol kende ieder door en door. 't Publiek ging staan, waar 't plaats kon vinden En had zich aan geen rang te binden. Dat is nu alles - enz. 3. In d'ouden tijd was 't goed te leven; Men was toen veilig voor bedrog: Die 't waagde valsche maat te geven Kreeg daadlijk een pak slagen toch. Een bakker maakte 't brood te licht, Ras volgde 't strengste strafgericht, Men spijkerde met bei zijn ooren Hem aan zijn deur vast naar behooren, Dat is nu alles wel - enz. 4. In Adams tijd kon men zich kleeden Op zeer eenvoudige manier: Men was toen werklijk zeer tevreden Met 't vel van 't een of ander dier. Men had aan blaadren zelfs genoeg, Die men zeer elegant toen droeg, Men had dus ook geen snijders noodig En naaisters waren overbodig. Dat is nu alles wel - enz. 5. Loth's vrouw was net als andre vrouwen Nieuwsgierig in den hoogsten graad; Men weet hoe 't haar eens zou berouwen, Hoe zij gestraft werd voor dit kwaad. Zij keek maar eventjes eens om - En staat daar nu als zoutkolom. Als 't nog zoo ging met onze vrouwen, Wij zouden niets dan zout aanschouwen. Dus is het nu ook al historisch waar, Thans is 't niet meer uitvoerbaar, dat is klaar. 6. Wanneer soms vroeger een minister Zijn vorst of land bedrogen had, Wanneer hij was een aartsverkwister, Of plicht en recht voor geld vergat, - Dan zette men hem op een paard, 't Gezicht gekeerd naar 's beesten staart. En zoo, tot spot van die hem zagen, Kreeg hij een flinke portie slagen. Dat is nu alles wel - enz. Vorige Volgende