Golfslag. Jaargang 2(1947-1948)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 366] [p. 366] Landschap In memoriam Ernest van der Hallen Een ander najaar. In de bongerds bonzen de zatte vruchten op het waaiend gras; de regenbogens snellen naar den groten bronzen hemel uit het zilvren struikgewas. Onder die helle boog ruist Vlaandren open vol van geheim en ons zo diep vertrouwd, en als wij straks tussen de dennen lopen gloeien de sintels van de brem als goud. Hoeven van Ruysdael waar wij vroeger waren: onder den vleugel van een luid gebint dreunden de grote naakte notelaren en streelden vlieren vol van avondwind. De vogels gaan verzamelen en zwieren over de straten van het herfstlijk Lier: tussen het dunne lemmet der rivieren ligt nu de Nete als een gedoofd rapier. Als wij van hier gaan wordt het huis gesloten en door het leege venster flakkert het gordijn. Kraanvogels en zwaluws in twee snelle vloten kruisen elkander, blind van zonneschijn. Anton VAN WILDERODE. Vorige Volgende