Golfslag. Jaargang 2
(1947-1948)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 58]
| |
Henry de Montherlant en de vrouwGa naar eindnoot(1)L'homme a peur de voir ce qu'il est. René Laporte. Van André Berge verscheen in 1930 een zeer belangrijke studie: L'esprit de la littérature moderne (Perrin, Paris). De meeste van zijn constataties kunnen nu nog opgeld maken. Tot deze behoort o.a. de volgende die ons meer dan helpt de netelige kwestie te verhelderen die ons gaat bezig houden. De Franse roman is een ‘roman d'analyse’. Hij betracht voornamelijk de ‘recherche des réactions intérieures et des révélations illimitées’. De Engelse roman daarentegen is een ‘roman de types’ (caractères) of ‘un ensemble de manifestations apparentes et logiques qui dessinent un homme’. Schreef R. Fernandez over Meredith niet: ‘les états d'âme de ses personages ne sont jamais détachés d'eux pour être étalés sur une planche anatomique’? Gide en Proust o.a. hebben een afkeer voor de grenzen die een karaktertekening stelt. Hun personages zijn veelvoudig compleks. De onbeperkte openbaringen! De Franse auteurs hebben ze gezocht, enerzijds in de uitdieping van de introspectie, met als laatste uitloper het surrealisme, de droom, de, ‘matière informe’, anderzijds in de uitbreiding van het concept mens, door beslag te leggen op ‘l'homme physique’, een nieuw vertrekpunt dat het doorbreken van het huidig existentialisme zeker heeft vergemakkelijkt. Edwin Muir heeft voor kort deze ‘fysische mens’ herdoopt in ‘natuurlijke mens’Ga naar eindnoot(2). (... ‘het resultaat van biologische ontwikkeling en maatschappelijke omgeving. Zijn opvoeding, ontwikkeling en denkbeelden moeten zo natuurlijk zijn als maar enigszins mogelijk is. Alleen dan kan worden verwacht, dat hij zich zal ontwikkelen tot een alleszins bevredigende persoonlijkheid’) De onbeperkte openbaringen op het terrein van de natuurlijke, fysische mens, ziedaar het standpunt van waaruit Henry de Montherlant het leven, in casu ook de verhouding tussen man en vrouw ziet. Hij heeft daarnaar zijn werk met zoveel spontaneïteit, zo na met jongensachtig vuur, opgebouwd, dat bij het publiek het alterneren van goedkeuring en afwijzing al zo onhutsend is als zijn eigen kunst van het altereren. Of ligt zijn waarde tijdelijk alleen in zijn fascinerende persoonlijkheid? De Montherlant is buiten twijfel een rasecht schrijver, met een eigen accent, een eigen temperament en een eigen stijl, een scheppend kunstenaar van eerste rang. Het is tevens voor onvoorbereide lezers een moeilijk auteur en een gevaarlijke pen. Doch hij is een van onze moderne Europese schrijvers waarvoor onbevooroordeeldheid een eerste vereiste is, willen wij door een welkdanig parti pris niet te zeer de nuances van zijn bedoelingen over het hoofd zien. In zijn overwegend combattief optreden voor de ene een ‘sage armé’Ga naar eindnoot(1), voor de andere een ‘armure vide’Ga naar eindnoot(4) als te beweeglijk mens voor de ene één ‘qui sait vivre’Ga naar eindnoot(3), voor de andere één ‘qui aurait pu être maître dans l'art de vivre’Ga naar eindnoot(4), als moralist voor de ene een type met een ‘morale-force’ of ‘morale créatrice’Ga naar eindnoot(3), voor de andere een type ‘qui fait écho | |
[pagina 59]
| |
au nitchevo russe, au nada espagnol en ajoutant à ce concert nihiliste la note mesurée de ce scepticisme à la Montaigne’Ga naar eindnoot(4), lijkt het ons dat de critici overdreven de nadruk legden op de wisselende aspecten van de Montherlant en niet op de eenheid: Montherlant tout court. De Montherlant's opvattingen over de vrouw stoten de meeste mensen tegen de borst. Tot nogtoe vernam ik vanwege een vrouw b.v. over de roman ‘Les jeunes filles’ geen enkel tegemoetkomend, laat staan lovend woord. Approbatie is dan vanzelfsprekend geheel uitgesloten. Approbatie is ook niet nodig. Een schrijver die op de approbatie teert is of wordt hoogstens middelmatig. De figuur van Pierre Costa(ls) in ‘Les jeunes filles’ is inderdaad, door vrouwenogen gezien, geen sympathieke verschijning: egoïst, hoogmoedig, cynisch, pervers, laf en zo meer. Pierre Costa, die volgens André Rousseaux de Montherlant is die Montherlant zou willen zijn, kwetst teveel en is niet sociabel genoeg om voor een ideaal man door te gaan. Door mannenogen gezien komt Pierre Costa er niet beter van af: hij is kinderachtig, pretentieus, wat larmoyant, onvolledig, gedesoriënteerd. Wat nu de liefde betreft kan hij worden opgevat als het symbool van ‘l'impuissance d'aimer’. Ons wel bewust zijnde van zekere onverantwoord-dwaze capriolen en fanatiek - anticlericale uitlatingen van De Montherlant (de, ‘amateur d'imprudence’, de ‘fantassin léger, sans impedimenta’, de ‘jouisseur un peu trop satisfait’), doen wij er nochtans goed aan, willen wij in een opwelling van afkeer het kind niet met het badwater weggieten, Pierre Costa niet te eng op te vatten... Het werk van De Montherlant wordt gevoed door een gevechtsmoraal, door een aanhoudende reactie op de verslapping van de Europese vitaliteit. Deze Europese vitaliteit is voor hem in de eerste plaats de Franse vitaliteit. Zijn Pierre Costa is, ‘mufle, buffle et serpent’ niet tegenover de vrouw in se, maar tegenover ‘la France et sa morale de midinette’, tegenover hetgeen de vrouw van de liefde heeft gemaakt, nl. ‘l'Hamour’... un des plus ignobles produits de l'être humain, mille fois plus impur, plus vulgaire et plus malfaisant que l'acte sexuel dans sa simplicité... l'Hamour, le mal européen, la grande hystérie occidentale’. Zo een reactie niet overdreven wordt, treft ze niet. Pierre Costa is de overdreven reactie (outré): ‘opposer une indifférence coriace, vraie ou affectée, à tout ce strass si vulgaire du faux sublimé, de la fausse distinction d'esprit, de l'idéalisme d'alcôve, de l'Hamour-convenance sociale, de cet opéra de quat'sous que devient la vertu, lorsqu'elle est conçue par une tête de femme,... La femme a droit au respect, mais pas à un respect particulier’. Sommigen verwerpen De Montherlant om zijn onbeperkte openbaringen op erotisch gebied, alhoewel ze deze van andere auteurs (Hemingway, Caldwell) wel aanvaarden; anderen ergeren zich over de zogezegde grofheid waarmee hij de hypocrisie aan de kaak stelt... maar zij glijden over die analyses waarin hij zowel man als vrouw op hun vergissingen wijst, waarin hij het abjecte aanvalt en verwerpt (de vamp, de berekening, enz.), waarin hij meer dan eens door één opwelling van tederheid voor al zijn vermeende ‘impuissance’ of ‘incapacité d'amour’ vergoedt. | |
[pagina 60]
| |
Als kunstenaar, meer nog, als superieur mens, is De Montherlant gekant tegen het huwelijk. Tijdens de creatie van ‘Les Jeunes filles’ heeft hem o.m. het gezin Tolstoï voor ogen gestaan. In ‘Sur les Femmes’ heeft hij de aparte studie in 1937 aan ‘le ménage Tolstoï’ gewijd, opnieuw opgenomen. Het komt hem onbegrijpelijk voor dat Tolstoï zich aan het huwelijk waagde: 1e omdat hij reeds voor zijn huwelijk wist dat de vrouw een risico is voor de man van waarde; 2e omdat hij reeds voor zijn huwelijk zijn liefde tot de waarheid kende. ‘Si nous appelons homme supérieur celui qui cherche la vérité, qui ne sait d'où elle viendra, ni ce qu'elle sera, ni en conséquence ce qu'elle exigera de lui, ni s'il ne devra pas, plus tard, la reviser au profit d'une autre vérité et passer ici-bas en perpétuel ennemi de soi-même et de tout ce qu'il aura captivé tour à tour, le premier devoir d'un tel homme est de se garder libre pour son bouleversement’. Een krachtige, volledige ontwikkeling is voor een kunstenaar maar in de afzondering mogelijk. Welnu een wettige vrouw en dito kinderen binden. Zulke binding verdragen het werk en de waarheid moeilijk. Een superieur mens mag niet van zichzelf worden afgeleid. ‘Un créateur qui se quitte, abdique’. ‘Prendre et ne pas être pris est la seule formule acceptable entre l'homme supérieur et la femme. (Je ne dis pas entre homme et femme!)’ In zijn dagboek heeft Tolstoï bekentenissen afgelegd die de zienswijze van De Montherlant staven. Wanneer T. in zijn agonie tot zijn vrouw zegt: ‘Là où tu es, l'air est empoisonné’, dan worden we koud tot op het been. ‘Oui’, zegt D.M., ‘sur le chapitre femmes, le bon Tolstoï tend la main au méchant Nietzsche. Dureté qui nous arrête d'autant plus, venant d'un tel ami du genre humain’. Tegen het huwelijk. En toch is het niet helemaal dat. De Montherlant waarschuwt: ‘Ne vous mariez pas à la légère!’. Want: ‘il est horrible d'aimer quelqu'un!’ Waarom? Omdat de liefde zo overweldigend is, op iemand beslag legt, bezighoudt, hetgeen niet zelden tot conflicten aanleiding geeft die tragische gevolgen hebben. Doch tegen de vrouw is De Montherlant niet. Hij is tegenover haar niet strenger dan tegenover de man. Trouwens door meer dan een ontboezeming kunnen we aannemen wat hij op het einde van ‘Les jeunes filles’ schrijft: ‘Et alors je voulais vous dire que, si je vous ai fait tant de misères, c'est parce que je vous aimais trop’. Dat heeft hij t.a. nog bewezen door de schepping van de onvergetelijke dona Ines de Castro in ‘La reine Morte’: ‘Aimer, moi, je voudrais m'enfoncer au plus profond de l'amour partagé et permis, comme dans une tombe, et que tout cesse, que tout cesse...’. Hendrik STORM. |
|