werd tijdens de epuratie geen rekening gehouden: zo werd Charles Maurras veroordeeld wegens samenwerking met de vijand; wie echter de strijd van de Action Française van nabij kent, weet dat Maurras nooit germanofiel kan geweest zijn, laat staan een nazi! - Hetzelfde geldt op een ander plan voor G. Papini, persoonlijk vriend van de Duce, die zich nu niettemin als de voorvechter der jonge Italiaansche democratie durft uitroepen.)
Deze reactie der intellectuelen wordt gekenmerkt door een stuwing naar wedererkenning der oude, beproefde waarden, door een sterke accentuering van het morele in de menselijke handelingen, door een wijzen op de noodzaak van orde en tucht voor iedere gemeenschap, en vooral door een afkeer van de tot demagogie leidende, twintigeeuwse democratie.
De poging van Duitsland deze nieuwe orde te brengen is niet geslaagd. Ze had ook moeilijk kunnen slagen. Dat Duitsland militair verpletterd werd is van bijkomstig belang: het heeft zich na 1918 verrassend snel hersteld en alles wijst er op dat het ook nu niet bij de pakken blijft zitten. Van oneindig groter gewicht is zijn ideologische nederlaag met haar onheilspellende gevolgen. Het past niet in dit kort artikel, dat noodgedwongen onvolledig en begrensd is, het Nationaal-Socialisme als leerstelsel te beoordelen. Daarenboven is het als leer, hoewel bloedig ontwricht, toch verre van dood. Na een grondige evolutie zal het m.i. weer oplaaien. Indien het echter door de oorlogsomstandigheden niet verminkt ware geworden, had het normaal tot een hechte ideologie kunnen uitgroeien. Nu is het ten prooi gevallen aan geïmproviseerde, would-be filosofen, die met hun onverwerkte kennis geen raad wisten, en pêlemêle Nietzsche, Kierkegaard en de anderen in een draaimolentje uitgegoten hebben, waaruit de nieuwe voeding van het Duitse volk moest gemalen worden.
Desondanks hebben vele intellectuelen over gans Eruopa gehoopt dat uiteindelijk de dageraad van een nieuwe wereld, gevestigd op arbeid, eer en trouw, aangebroken was. De verbrijzeling van die, voor velen laatste, hoop is wellicht de grote tragedie van het denkende Europa geworden. De overwinning der democratie heeft de nood naar vernieuwing niet gestild. Want al werden de intellectuele kopstukken neergeschoten (o schande van een zich humaan noemende beschaving) toch werd daarom het probleem niet opgelost. De gejaagdheid en de onrust zijn blijven heersen, zoals de chaos verder om zich heen grijpt.
Indien ooit de bevrijdende synthese mocht gewrocht worden, vanwaar zal ze dan komen?
Onmiddellijk denkt men aan Frankrijk, zo rijk aan denkers en kunstenaars, waar de fijne levenskunst, la douceur de vivre, niet helemaal vergeten werd. Maar Frankrijk heeft zich onteert door de moord op Brasillach, door de zelfmoord van Drieu. Montherlant, Céline en de Chateaubriant werden in de ban geslagen. Een schaar katholieke romanciers ijvert om een herstel der moraal en der personalistische cultuur, doch hun leer is zo typisch frans, dat ze nooit de internationale kloven zal overbruggen. Gide alleen heeft misschien genoegzaam Europese elementen in zijn oeuvre verwerkt; maar welk auteur werd heviger aangevallen? Nog bloeit de mooiste bloem der cultuur te Parijs, maar voor hoelang heeft ze nog water?...