Golfslag. Jaargang 1

[p. 259]

Heraut

GIJ droegt met jonge durf
het wachtwoord door de nacht.
Uw stem wies als de wijde macht
van voorjaarswindgeruis.
Van huis tot huis.

Toen glom het blij ontstoken licht
door vele kieren plots, -
en waar het raam nog duister bleef
daar klonk uw snelle harde bots
met 't wachtwoord, dat de slaap verdreef.

Gij droeg met fors geluid
het wachtwoord door de nacht.
Zo rees de nieuwe morgen zacht
lijk hoop uit jonge smart.
Van hart tot hart.

Op alle banen klonk het woord.
Aan ieder kruispunt wies de stoet.
Liefde! zong het hart! - Liefde! zong het bloed!
- Eén grote jonge schaar -
De zon stond groot op dit gebaar.

ADRIAAN DE ROOVER.