Zeker, Europa is lang niet in orde, het is zwaar ziek. Maar laten we dan trachten om tenminste op papier de orde te reconstrueren die Europa eigenlijk hebben móest om gezond te zijn. Ieder die het dan ernstig meent met ons zieke moedertje zal het zijne aanbrengen om haar te genezen.
Europa? Een samenstelling van landen! Een land? 'n Natuurlijke of kunstmatige bijeenvoeging van min of meer gelijkgeaarde families. Een familie? 'n Natuurlijk gegroeid geheel van mensen. En een mens? Een met verstand en vrije wil begaafd wezen dat als oorsprong heeft: God, en als doel: ook God.
Indien het laatste doel van een mens is: God, dan is ook het laatste doel van een familie, van een land, van Europa: GOD. En al laat de weg naar God gekronkeld zijn - ligt niet langs die weg het kronkelstempel van een slang! - aan het einde zullen toch brede Vaderarmen wachten, waarin de zwervende kinderen een eeuwig Thuis zullen vinden.
EUROPA - GOD!... ORDE!
Daarbuiten: wanorde, ziekte, waaraan Europa nu zo lijdend is. Wanorde wegens de vele kronkels die tot doolhof werden, maar ook wanorde wegens het niet luisteren naar de stem van de Vader, die al eeuwen geroepen heeft en steeds duidelijker riep en roepen blijft. Of was Isaias een broodprofeet? En Jeremias?... en Christus? En is de Kerk met haar stamboom van twintig eeuwen maar een vereniging voor vissers en dwepers, en niet een instituut voor het Leven?
En wat is de de grondstof van de injectie ‘Rusland’ anders dan een splijtzwam, die nog meer wanorde brengt, nog meer aftrekt van God! Rusland..., niet zoals het was of zou kunnen zijn, doch zoals het nu is: geheel doordrenkt en dronken van een duivels verdovingsmiddel. En in die narcose droomt het van een aards paradijs en het deelt die droom mee aan allen die bleek zijn van honger naar het geluk, wijl zij misschien armoede en ellende gegeten hebben, die waterspijs van ontevredenen. Het communisme, gecamoufleerd of niet, grijpt met zijn bedwelming naar het meest aardse deel van de mens en verdooft de geest, zodat de droom cirkelt alleen rond de stof, rond een paradijs van aarde.
Het paradijsheimwee ligt groeiend in iedere cel, in ieder bloedlichaampje en in elk mensenkind droomt een vogel van zijn nest in het paradijs. Maar dàt paradijs is verzonken in het diepe moeras van de zondvloed. Op aarde is het niet meer vindbaar. Maar toch: profeten van een aards paradijs staan op en wijzen... wijzen naar het moeras. Want slechts dit: als de mens zelf norm wil zijn van z'n daden, als hij alleen bóven zich zelf wil staan, dan zakt hij tot beneden het dier en dan is het dierlijke alleen nog norm van zijn daden, wijl een mens die het roer en de ankers - Geloof en Hoop - van zijn kleine verstandsboot gekapt heeft, een bestendige prooi is van een slijkerig strand.
Eén is er slechts die de vaargeul weet naar het èchte Paradijs: de Wijsheid! Eén die loods is: het Woord. Eén die ankergrond biedt: de Liefde. Daarbuiten is ondergang, chaos, wanorde. Alleen Hij, die de Orde is, bezit ons droomdomein: het paradijs van de Hemel.