Golfslag. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Petrus Ik zie hem aan, ben ik hem lief gebleven? Zal hij mij ‘Meester’ noemen, aan mijn zijde staan? Maar neen, zijn oogen, handen, mond zijn als versteven, hij kent mij niet, als vreemdeling laat hij mij gaan. En gist'ren zei hij nog spontaan gedreven: ‘Een onuitwisch'bren indruk hebben wij van Uw bestaan, wat U ons van uw vriendschap hebt gegeven, kan niet vergeten, zal ook niet vergaan... Of heb ik mij vergist, heeft hij bewogen, loopt hij mij na, drukt hij mijn hand?... Maar als ik omzie is het beeld vervlogen... Hij wendt zich verder naar den and'ren kant... Is leven nog slechts logen, Zand? Hendrik Storm. Vorige Volgende