Golfslag. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 175] [p. 175] Het Credo van den Dichter Het rhythme van een nieuwe wereld doorhuivert mijne ziel, Ik, die het diepst geleden heb aan d'afgrond van den hemel, En mij binnen de muren van mijn enge, kleine cel Had opgesloten, in d'oude, afgedane wereld... Ik kan weer vrijelijk gaan in de natuur en ruimten ademen Waar geen mensch met zijn vernuft ooit kwam. Ik kan in Godes tuin de wetten weer begrijpen Die Mozes heiligde, en volgde, met gansch zijn stam. Het rhythme van een nieuwe wereld doorhuivert mijne ziel, De zon in mijn gelaat, dat alle kerven draagt Van een tot in het merg doorleefd bestaan, Met vriend en vijand! - In vollen dageraad, Sta ik aan de vallei van een beter leven, Die naar de lokkende verten eener nieuwe gemeenschap luistert, En ik voel mij op mijn vesten beven, bij de gedachte Aan den sprong die ik wou maken van 't licht in het bedriegelijke duister. Gelukkig ben ik blijven staan en heb met veel geduld 't Getijde afgewacht, waarin aan d'oude wereld, Weer nieuwen glans zou worden toegemeten, En nieuwe kracht, om al het leed met liefde te trotseeren. En ik heb in den cirkelgang geloofd en niet in de kaskade, En in de liefde die bemint en nooit kan haten. ARTHUR-KAMIEL ROTTIERS. Vorige Volgende